Anty – 1
Om persoonlijke redenen schreef ik deze keer een verhaal, gebaseerd op waar gebeurde feiten en fictie.
Anty opent één oog, en dan het andere. Muziek dringt haar oren binnen. Ze wrijft in haar beide ogen en schudt met haar hoofd. Ze rekt zich uit. Eigenlijk heeft ze niet veel zin om op te staan tot het haar doordringt dat ze een afspraak heeft. Ze hijst zich uit bed, verfrist zich, en kleedt zich aan.
Beneden geniet Anty van een lekker ontbijt: idli met een groentensaus. Er is geen vlees momenteel door het festival dat dit voedingsmiddel bant voor enkele dagen. Ze nipt van een chai masala, de typische Indische thee. Anty poetst nadien grondig haar tanden, en met een frisse muntsmaak in haar mond begeeft ze zich naar haar gehuurde auto. Anty installeert zich comfortabel in de auto, tegelijkertijd heeft ze zin om weg te duiken en zich één te maken met de mini-beestjes die zich aan haar voeten in stoet van het ene tapijt naar het andere bewegen. Plots rinkelt haar telefoon. De persoon aan de andere kant van de lijn spoort haar aan om vaart te maken, want de meeting wordt geen tweede keer georganiseerd. Een vieze smaak maakt zich meester van haar mond, van de muntsmaak is niet meer te vinden. Ze slikt en hoopt op die manier een meer neutrale smaak te verkrijgen. Het lukt haar amper. Ze focust dan maar op iets anders: de omgeving. Ze tuurt uit het raam en ziet het landschap aan haar voorbijflitsen. De groene alluviale vlakte van de heilige rivier doet haar wegdromen. Wegdromen naar haar verleden.
Heerlijk vertoevend in de zachte armen van mijn moeder wordt mijn gezicht door haar geliefkoosd. Ik voel me geborgen dicht bij haar borst. Hevig spartelend probeer ik mijn mond naar haar borst te bewegen, als ik haar tepel vind, zuig ik met grote halen haar moedermelk binnen. Ik voel me voldaan, en val in slaap in haar schoot. Vredig slaap ik en merk ik niet dat ze me op een rieten matje op de grond legt.
Wat moet ik in hemelsnaam beginnen? De kloppende hoofdpijn maakt me gek. Ik ga naar het toilet en vervang de doeken die het bloeden moeten opvangen. De pijn in mijn onderstreek is niet te harden. De gevolgen van de bevalling zijn nog te voelen. Mijn dochtertje is gisteren ter wereld gekomen. Waarom een dochter? Tijdens heel mijn zwangerschap heb ik stress ervaren omdat ik zo hard om een zoon gebeden heb. Toch ben ik met mijn prinsesje verbonden, ze is zo mooi, zo volmaakt. Ze is mijn wondertje, mijn alles. Hoewel de vader niet blij was met deze zwangerschap, heb ik me hevig verzet om haar te kunnen houden. Ik leef ondergedoken bij een vriendin, enkele dorpen verderop. Zij beschermt mij en mijn lieve Anty. Ik ga terug naar de hut en nestel me naast Anty op het matje. Veel tijd om te rusten is er niet. Ik bind haar met het uiterste stuk van mijn sari vast op mijn rug en ga gebukt onder de pijn naar de waterput. Het zweet loopt over mijn gezicht, van de inspanning wankel ik maar kan ik me nog net rechthouden.
Verschillende dagen gaan voorbij, en ik probeer me te focussen op de zorgen voor mijn Anty. Ze groeit traag maar haar donkere ogen stralen. Op een dag merk ik dat ze probeert te lachen. Ik kraai met haar van plezier. Mijn verbinding met haar is hecht, en wordt hechter met de dag. Wat als ik met haar zou vluchten?
Met een ruk wordt Anty naar het heden gekatapulteerd. Ze wordt in haar stoel gesmakt na een bruuske rembeweging van de chauffeur. Haar hart maakt een salto en bonst nog na van de schrik. Angstig kijkt ze door de voorruit en ziet dat een motorrijder op de grond ligt. Er wordt veel geroepen en getierd in een taal die ze niet kent. De omstaanders tillen de motorrijder recht, en na wat schoudergeklop stapt hij weer op zijn tweewieler en vertrekt. De chauffeur rijdt verder tot er een groot wit gebouw opdoemt, omgeven door palm- en litchibomen. Enkele mannen naast een grote zwarte jeep staan ons op te wachten.
Wordt vervolgd.