3. Wie zoekt die vindt?
Soms vraag ik me af waaraan ik begonnen ben… maar nu ik bezig ben, kan ik het niet meer loslaten.
Na mijn laatste update, is mijn rollercoaster nog steeds in beweging, en hoe dan! Het is alsof de snelheid verhoogt, en mijn haren naar achteren wapperen, en mijn gezichtsspieren alle kanten opgaan door de onvoorziene emoties, twijfels, gevoelens die binnenkomen.
Elk detail, elk element, elke info check ik of laat ik dubbelchecken.
Ik ben in 1981 geadopteerd via de Vreugdezaaiers. Deze adoptiedienst heeft de activiteiten moeten stoppen in 2012 omdat ze niet aan het minimumaantal van 30 adoptiekindjes per jaar kwamen. De archieven werden overgenomen door Ray of Hope.
Ik had begin januari een gesprek aangevraagd bij Ray of Hope. De ontvangst was hartelijk en dat zorgde ervoor dat een deel van mijn spanning snel wegebde. Het gesprek duurde best lang en het was fijn dat er voor mij tijd werd vrijgemaakt, al vind ik dat de logica zelve.
Het is belangrijk om te weten dat een adoptiedossier uit 2 delen bestaat: een kinddossier en een ouderdossier. Als meerderjarige zou je recht moeten hebben op de informatie uit beide delen.
Toch blijven er nog steeds vragen tollen door mijn hoofd: Wie of wat kan ik écht geloven als er maar enkele papieren rechtsgeldig zijn? Waarom lijken deze papieren op perfecte kopieën van mede-geadopteerden, waarvan enkel het casusnummer, de naam en eventueel het geslacht verschillen?
Om dit te begrijpen moet ik deze informatie in zijn context plaatsen: sinds 22 maart 1940 is interlandelijke adoptie in het leven geroepen. In die tijd paste het perfect in het beeld om een kindje te redden uit een arm land. Jarenlang heb ik zelf dat idee gevolgd omdat de omgeving hier zo op hamerde. In de jaren ’80 waren adopties uit de zogezegde derdewereldlanden immers heel populair.
Ik ben ervan overtuigd dat elk kind het recht heeft op het kennen van zijn roots of achtergrond. De Conventie van Den Haag bevestigt dit en in het verdrag van de Rechten van het Kind kan je er niet omheen: “Elk kind heeft recht om te weten wie zijn ouders zijn.” En dáár draait het om: adoptieouders zijn uiteraard ouders maar geboorteouders zijn dat ook. Ik kan niet minimaliseren dat mijn geboortemama me 9 maanden gedragen heeft, liefdevol of niet: ze heeft het wél gedaan. In mijn ogen heb ik 4 ouders, ze zijn allemaal van tel. Elk kind heeft ook recht op een naam. Maar hoe kan ik me dat recht toe-eigenen als er met mijn naam ‘gesjoemeld’ is in het verleden. Ik kan me niet meer 100% connecteren met An, en ook ben ik niet 100% Sheela omdat ik daar geen officieel bewijs van heb. Ik voel me wel An Sheela op dit moment. En dat is voor mij waardevol genoeg. Zelfs voor mijn naam vind ik het de moeite waard om af te reizen naar India zodat ik dit kan gaan checken in mijn eerste kindertehuis. De moeite waard… Maar waarom moet een geadopteerde al die moeite en energie opbrengen om zelfs zijn naam te erkennen? Waarom kon de waarheid niet gewoon meegegeven worden? Als volwassen geadopteerde vind ik het best wel contradictorisch dat ik deze stappen moet ondernemen, gewoon om mijn verleden te kunnen begrijpen en omarmen.
De emoties die ik ervaar zijn er dus ook van veel frustraties: Waarom ben ik voortgekomen uit een adoptieperiode tijdens dewelke alle banden met het verleden zijn doorgeknipt? De gesloten adoptie maakt het me nu nóg moeilijker om informatie te vinden. Waarom voelt niemand van de huidige instanties zich geroepen om hier iets aan te doen? Mijns inziens moet het systeem van de verjaring opgeheven worden, ik ben immers voor de rest van mijn leven geadopteerd…
Dit is dan ook de reden dat ik recent in de Kamer van Volksvertegenwoordigers stond te luisteren naar de presentatie van Gedeputeerde Michel De Maegd (MR), hij steunt ons via zijn resolutie ‘Illegale adopties’ en benadrukt onze noden: dat geadopteerden onder andere recht hebben op nazorg, en ook: als er fouten zijn in het dossier (dat is voorlopig nog onduidelijk in mijn geval), dan moet er een slachtofferstatus komen.
Ondertussen laat mijn lichaam weer heel wat gevoelens los. Mijn lichaam hunkert naar de warmte van mijn biologische familie, naar de herkenning waarnaar ik al jaren stiekem op zoek ben: Waarom heb ik zoveel liefde voor mijn geboorteland? Waarom begin ik pardoes te huilen tijdens een Indische film? Waarom loopt het water me in de mond bij het ruiken van Indische kruiden? Waarom gaat mijn lichaam in angstmodus bij elke vorm van verlies of onveiligheid? De leegte, het gemis kan ik momenteel niet meer dragen zonder op zoek te gaan naar antwoorden. En ook al weet ik dat ik de antwoorden misschien nooit zal vinden, ik kan me niet verwijten dat ik het niet heb geprobeerd.
Ik ben in de huid van Sherlock Holmes gekropen, en ben niet direct van zin om uit die rol te stappen.
Mijn Nederlandse vriendin Leena stuurde me dit bemoedigend berichtje, het is de veerkracht in heel dit proces die serieus op de proef gesteld wordt:
In deze blog mag ik verwijzen naar: het Afstammingscentrum, a-buddy en Ray of Hope
- www.afstammingscentrum.be è info@afstammingscentrum.be
- www.a-buddy.be: a-buddy is er voor en met geadopteerden
- www.rayofhope.be è info@rayofhope.be