31. Onderweg – 25/02/2024
Op vrijdag 23 februari, net voordat ik naar mijn werk vertrek, verneem ik van mijn vriendin uit het zuiden dat ze niet naar New Delhi zal kunnen komen wegens een sterfgeval in de familie. Ik begrijp haar beslissing maar mijn lichaam gaat in stressmodus. Hoe kan ik het maken om te vertrekken zonder gereserveerde slaapplaats? Het hotel dat ze op het oog had, was enkel toegankelijk voor Indische burgers en vermits India geen dubbele nationaliteiten aanvaardt, kon ik dus niet alleen in dat hotel overnachten.
Ik vertrek naar mijn werk met heel veel ongerustheid. Ik voel dat het lesgeven de aandacht even afleidt, maar wanneer ik ’s middags thuiskom begin ik als een kip zonder kop te zoeken naar een plek om te overnachten. Ondertussen heb ik met verschillende Indiërs contact maar geen enkele geeft me een concreet idee over de veiligheid van de omgeving en over de kwaliteit van het hotel/guesthouse. Ik reserveer dan maar een B&B, op het goed vallen uit. Dat geeft me innerlijke rust.
Ik sta erop om met mijn gezin nog even samen iets te gaan eten. We genieten met z’n allen van dit moment. Ik eet nog eens een typisch Belgisch gerecht want de komende 2 weken ga ik smullen van mijn favoriete Indische keuken.
Op zaterdagmorgen ben ik vroeg uit de veren, ik geniet nog van een heerlijke warme douche en ben netjes op tijd klaar. We komen een uurtje te vroeg aan op de luchthaven van Zaventem. Op dat moment belt een Indische kennis me op. Mijn B&B ligt in een onveilige buurt en hij heeft een beter hotel voor mij gevonden. Oef!!! Ik bedank hem 1000x. De check-in, de security-controle en de boarding verlopen tot nu toe zonder problemen. Ik hoop dat er deze keer geen bagageproblemen zijn zoals tijdens de 2 vorige reizen.
Op het moment dat ik effectief plaatsneem in het vliegtuig richting Helsinki, wellen mijn tranen op. Mijn lichaam wordt zoals gewoonlijk over en weer geslingerd: de drang om te vertrekken en mij te herbronnen is groot, maar de pijn om mijn lieve schatten achter te laten is dat evenzeer. Mijn maag krimpt samen, maar ik verman me en kijk uit het raam. Daar zie ik enkele flauwe zonnestralen op de controletoren van de luchthaven vallen. Een mooi beeld dat mijn binnenste verwarmt.
Onderweg schrijf ik aan mijn dagboek en op de vlucht naar India word ik als echte Indische behandeld. Ik krijg zelfs geen immigratieformulier want dit is gereserveerd voor (blanke) Europeanen. We landen een half uurtje te laat in New Delhi, om 6.30u plaatselijke tijd. Mijn lichaam is moe maar krijgt een boost van zodra ik voet aan de grond zet. Dit proces ken ik, het lijkt op een stroomstoot die me helemaal oplaadt. Ik stap dapper door, en neem de weg zonder de rolband. Aan de immigratiedienst is er serieus geïnvesteerd naar Indische normen. Er staan tafels met de immigratieformulieren én balpennen. Ik ben verbaasd om dit zo netjes gepresenteerd te zien. Voordien moest je de blaadjes gaan zoeken. Maar de euforie ebt gedeeltelijk weg als ik ontdek dat de balpennen niet werken. Ik neem dat maar mijn eigen pen en vul het formulier in. De wachttijd aan de immigratiedesk is voor een keertje 0 seconden, dat heb ik nog nooit meegemaakt. Voordat ik het weet sta ik gepakt en gezakt mijn prepaid taxi te regelen. Een handige manier om de luchthaven te verlaten.
Verderop staat de chauffeur op me te wachten maar het is alweer even spannend, want het adres is blijkbaar onvindbaar. Na heel wat over en weer getelefoneer met mijn kennis, de hoteluitbater en de chauffeur stap ik uiteindelijk uit aan het Fabhotel. Deze driesterren-keten biedt betaalbare overnachtingen aan. Qua hygiëne en uitrusting is het hier best in orde.
Ik slaap enkele uurtjes bij en trek er in de namiddag op uit: mijn Indisch telefoonnummer herladen, voor de eerste keer iets alleen gaan eten, en met de tuktuk naar het centrum van New Delhi trekken. Het uitzoeken vraagt wat begeleiding van lieve mensen rondom mij, maar het heeft geleid tot een fijne dag waar ik uiteindelijk besef dat ik tot meer in staat ben dan ik dacht. In mijn herkomstland voelde ik me vaak het kleine kind, nu groeit mijn innerlijk kind eindelijk op en kan ik mezelf toelaten om in mijn eigen (volwassen) schoenen te gaan staan.
Ik sluit de dag af met een heerlijk moment in het gezelschap van Tine, een mede-geadopteerde en we keuvelen over onze vele avonturen in het Indiase subcontinent. Ik voel me welkom, ik voel me omringd, ik durf te informeren, ik durf actie te ondernemen. Kortom, India ligt een beetje meer aan mijn voeten. Ik ben (goed) onderweg.