De huidige setting om deze blog te schrijven: in de aankomsthal van de luchthaven van Mumbai, met uitzicht op de bomen, de Chai Point en het Streetfood-kraam. We wachten op onze aansluiting naar Duitsland.
Een ideaal moment om het vervolg van mijn blog neer te pennen. We zijn deze morgen veilig geland vanuit Patna. Ik heb op het vliegtuig mijn dagboek aangevuld, en heb net al mijn contacten van India nog eens opgelijst en een overzicht gemaakt van de belangrijkste gebeurtenissen per dag.
Wat ik nog niet met jullie gedeeld heb, doe ik hier uit de doeken. Vorige dinsdag waren we voor de tweede dag op een rij in Muzaffarpur. Daar hebben we de SDO kunnen spreken, de Sub Divisional Officer. Deze persoon heeft een belangrijke administratieve functie en kan in het kader van verkiezingen de lijsten raadplegen van de bewoners. Er is immers stemplicht in India. We deden hem ons verhaal, via een vriend/vertaler. Na het gesprek glimlachten we samen op de foto. De SDO beloofde zijn best te doen om ons te helpen, maar de paasdagen zouden voor wat vertraging zorgen. Vanaf witte donderdag tot en met paaszondag is het vakantie voor de meeste Indiërs die in de administratie werken. We namen afscheid met een goed gevoel.
Op woensdag 13 april keerden we voor de laatste keer terug naar het kindertehuis. We namen afscheid van Lucky en van de zusters. Vervolgens aten we een heerlijke veggie burger in de McDonalds van de stad. We sloten de dag af met een boottocht op de Ganges, de heilige rivier van het land. Ik genoot van de rust en de zonsondergang. Het was het ideale moment om stil te staan bij het heengaan van mijn vriedin Anne-Michèle. Ik gooide symbolisch houten hartjes in de heilige stroom, als nagedachtenis maar ook als krachtige betekenis dat zij de eerste vriendin was die mij in 2004 vergezelde naar India. Zij nam mijn geboorteland zoals het was, met de negatieve en positieve kanten. Ik ben haar daar nog steeds dankbaar voor. En dat begrip draag ik nog steeds in mijn hart.
De dag erop namen we even pauze. We lazen al onze informatie nog eens goed door, bespraken de vorderingen en structureerden de laatste details. Plots kwam het bericht binnen dat we in de krant stonden. Donderslag bij heldere hemel… Mijn darmen krompen in elkaar, ik voelde me slecht worden en tranen van angst stroomden over mijn wangen. Ik wilde vooral vermijden dat mijn moeder gevaar zou lopen omdat een kind dat ter adoptie werd afgestaan vaak nog als taboe wordt gezien. Daarom raadden onze vrienden ons aan om de zoektocht on hold te zetten. Toch wilde ik niet zo drastisch beslissingen nemen. Waarom waren onze vrienden zo achterdochtig? Daarvoor moet je de Indische cultuur een beetje begrijpen. Voorzichtigheid is geboden omdat dorpsbewoners nog steeds leven volgens het kastensysteem. Dit systeem zorgt ervoor dat mensen volgens rang leven, en dat er dus veel mensen van de hogere rangen neerkijken op de lagere rangen. Elke rang heeft zijn taak. De dorpsbewoners zijn vaak heel arm en behoren zelfs niet tot een rang. Ik heb het gevoel dat ik behoor tot die kastenlozen, maar het zou kunnen dat dat gevoel niet klopt.
We besloten om niet te reageren op het artikel maar we hebben wel ons ongenoegen laten blijken via onze contactpersonen. Naar het schijnt was er bij de SDO een reporter aanwezig, hoewel we daar niets van wisten. In het artikel wordt mijn zoektocht nogal gedramatiseerd en word ik afgeschilderd als een steenrijke dame. Er kloppen dus duidelijk een aantal zaken niet, maar dat kan ook niet anders omdat ik geen enkele journalist heb gesproken. We proberen nu nog om dit euvel recht te zetten door de verantwoordelijken te wijzen op hun plicht: ze hebben het artikel zonder ons weten in de media gegooid. Nu mogen zij ervoor zorgen dat er effectief geholpen wordt. Kan ik deze faam omzetten tot een effectief resultaat? Of blijf ik enkel beroemd of berucht in Bihar?
Vandaag schrijf ik deze blog met gemengde gevoelens. Mijn doorzettingsvermogen heeft even een dipje. Gelukkig zijn de mensen rondom mij ontzettend lief. Ze vangen mij op, en blijven doorgaan. Deze week was er eentje van veel spanning: de omgeving van het district Muzaffarpur ontdekken, veel voelen en een beetje hopen maar zeker niet wanhopen.
Maandag gingen we naar de zusters in Muzaffarpur. Bij hen voelde ik alsof ik thuiskwam. We werden hartelijk onthaald en kregen een heerlijke maaltijd geserveerd. De warme glimlach van de zusters daar raakte me. Hoewel ze me afraadden om te zoeken, voelde ik wel dat ze met me inzitten. Ik ben nog steeds hun dochter. Ik legde hen zo goed mogelijk uit hoe ik me voel en waarom ik deze zoektocht doe. Ik voel me al 40 jaar ‘onvolledig’ en dat zet me aan om niet op te geven.
We reden langs een plaatselijk dorpje, dat eventueel een link met mij kan hebben. Ik kreeg een vreemde smaak in mijn mond en ik werd op slag verliefd op het landschap: velden, veel groen, enkele hutjes afgewisseld met modernere huizen. Ik merkte dat Iris aangestaard werd. Ze voelde zich ongemakkelijk. Ik verduidelijkte haar dat dit gevoel mij 40 jaar achtervolgd heeft in België. Mensen die me aanspraken op mijn huidskleur was geen rariteit. Verderop reden we over een brug. We stopten even en mijn lichaam reageerde: trillende benen, mijn hartslag vloog de hoogte in. Wist mijn lichaam dat ik hier geweest ben, of beeldde ik me dit in?
Via een priester kwamen we in contact met een dame die mogelijk mijn moeder zou kunnen zijn, hoewel de naam niet 100% overeen kwam. Ik vond dit het proberen waard. We zetten een scène op: de dame in kwestie werd uitgenodigd op een neutrale plek, we gingen dus niet naar haar huis. Op die neutrale plek knoopte een lokale bewoner een gesprek aan met haar. We lokten haar met een smoes: ze zou een zak voeding krijgen. Ik passeer ‘per ongeluk’ en keek haar even aan. Ik merkte direct dat dit niet de dame was die we zochten. Ze vertrok even later met een zak rijst op haar hoofd. Dankzij mij had ze toch eten voor enkele dagen.
De moed zakte even in mijn schoenen, ook al weet ik dat een direct resultaat niet voor de hand ligt. Ik ging slapen, met gemengde gevoelens. Morgen is er weer een nieuwe dag. Don’t give up.
Tot nu toe heb ik nog niet veel prijsgegeven over mijn zoektocht. We zitten niet stil, we overleggen regelmatig en leggen contacten met plaatselijke bewoners. Die contacten hebben we ook direct moeten aanspreken want op onze aankomstdag was ons hotel niet beschikbaar door een administratief probleem. Noodgedwongen, maar achteraf gezien des te beter, verblijven we nu bij mijn kennissen thuis. We worden hier zo in de watten gelegd, in plaats van af te vallen, zal ik weer enkele kilo’s bijkomen vrees ik: chapati’s, papadums, vers fruit, biryani’s, … De authentieke keuken streelt onze smaakpapillen.
Tijdens het eerste bezoek aan het kindertehuis hebben we het register mogen inkijken, enkel de pagina waarop ik vermeld stond kregen we ter beschikking. De hoofdzuster van het kindertehuis bezorgde ons ook de handtekening van waarschijnlijk mijn moeder. Op basis van die handtekening zijn we de plaatsnaam aan het ontcijferen. We twijfelen momenteel tussen 2 locaties. Maar het is een ware uitdaging om structuur te vinden in de opbouw van de staat Bihar. Deze staat is opgedeeld in districten, blokken, panchayats, om dan bij de dorpen terecht te komen.
We zoeken dus nog steeds in Bihar. Ondertussen besef ik meer en meer dat als je je familie wilt zoeken, dat je best ter plaatse gaat. We werken via betrouwbare mensen, en het persoonlijk contact helpt zeker. We zijn heel voorzichtig met de verplaatsingen, want de regio is niet overal even veilig. Iris en ik zijn altijd in gezelschap. We reizen met vrienden of met een zuster. We merken dat de spanning tussen godsdiensten aanwezig blijft, hetzij verdoken.
Tussenin maken we ook tijd voor een beetje toerisme. Gisteren bezochten we Bodhgaya, de plaats waar Boeddha 2500 jaar geleden zijn moment van verlichting gehad heeft onder de bodhiboom. We krijgen een blaadje mee van deze boom. Het zou geluk brengen… De oude tempel wordt omringd met prachtige tuinen. Deze tuinen gebruikte Boeddha voor zijn meditatie. Het is ook effectief een rustgevende plek, voor het eerst in een week kan ik genieten van het vogelgezang. Mijn gedachten dwalen daar af, … naar de 2 mogelijke dorpen waar ik vandaan zou kunnen komen, naar Lucky, naar mijn innerlijk.
Want wat er in mij verstopt zit sinds 40 jaar, krijgt nu beetje bij beetje de kans om weer te verschijnen. Wordt vervolgd…
We zijn al enkele dagen in India. Ik voel me in mijn nopjes hoewel ik hier in Patna toch weer een beetje moet wennen aan de drukte in het verkeer: riksja’s, moto’s, bussen, fietsers, voetgangers, … iedereen verplaatst zich kriskras door elkaar. We doorkruisen de stad met het nodige getoeter. De ene claxon is al luider dan de andere.
We verblijven bij vrienden en via deze vrienden hebben we een afspraak gekregen bij het kindertehuis. Bij aankomst ben ik even de kluts kwijt: ik herken het hier helemaal niet meer. De ganse site is vernieuwd, enkel het oude kamertje van Moeder Teresa staat nog overeind.
We maken kennis met de hoofdzuster en krijgen een rondleiding. Er verblijven momenteel vooral kinderen met speciale noden en vrouwen met mentale achterstand. Ik neem de tijd om iedereen te begroeten, dit is het minste wat ik alle patiënten kan geven: het gevoel geven dat ze van tel zijn.
Bij één vrouw is het contact wel heel bijzonder. Als ik bij haar kom, grijpt ze mijn arm vast met beide handen en ze lost niet. Uit het niets zegt ze: ‘Hi sister Sheela’. Ik weet even niet waar ik het heb. Ze begint te huilen en mijn lichaam reageert automatisch mee. Een speciale band vertoont zich in de vorm van enorme genegenheid, begrip en liefde die van buiten uit naar elkaar stroomt. Ik ben letterlijk van mijn melk en moet bekomen. De zuster en Iris, die beiden getuigen zijn van dit bijzondere moment, zijn enorm geraakt.
Vandaag, 3 dagen later, heb ik de nood om Lucky terug te zien. Ik keer terug naar het kindertehuis met in mijn kielzog mijn vrienden uit Chennai.
Lucky en ik vallen elkaar huilend in de armen, en we zitten daarna een uur lang naar elkaar te kijken en met elkaar te praten. Onze handen zijn verstrengeld in elkaar. Een mooi gebaar van een situatie waaruit blijkt dat zij en ik, 40 jaar geleden samen in het kindertehuis waren. Ik als jong uk, en zij als tiener. Deze verbinding heb ik nog nooit gevoeld. Wat moet het geven als ik op een dag mijn eerste moeder zou ontmoeten. Mijn verbinding met Lucky komt van diep vanbinnen, misschien is dit een goede voorbereiding op wat er nog gaat komen. Geluk of geen geluk, we gaan door met deze uitdaging!
Hier ben ik dan met een eerste verslag. Belangrijk: We zijn goed aangekomen!
Foto: Aangekomen in Patna
Maar het traject verliep met de nodige hobbels. Naast de spanning die ik voelde bij het opstaan en het voor mij hartverscheurende afscheid van mijn kinderen (en hond) komen we op tijd aan in de luchthaven van Zaventem. Niet veel later vervoegt Iris zich bij ons met haar man. We checken in en geven onze respectievelijke echtgenoten nog een stevige knuffel. Ik stap gedecideerd de Security Zone binnen. Alles verloopt vlot en we zijn veel te vroeg bij de gate. We nemen nog een drankje bij Starbucks en besluiten dan te wachten op ons eerste vliegtuig naar Frankfurt. We krijgen als eerste uitdaging een vertraging van 1,5u te verwerken. Als we in Frankfurt aankomen spurten we als echte atleten van Terminal A naar B. Hijgend komen we aan de desk voor het vliegtuig naar Mumbai. We dachten eerst dat we de vlucht zouden missen. Uiteindelijk vertrekt ons vliegtuig met een vertraging van 2,5 (!) uur naar Mumbai. We bekijken alles van de positieve kant en nemen de zaken zoals ze komen. Om 3u s’ morgens op 3 april komen we toe in Mumbai. We passeren de immigratie met wat aandringen rond 4u (we hebben de volgende vlucht om 5.45u). Aan de bagageband wachten we tevergeefs op onze koffers. We rollen met onze ogen en spreken het personeel aan. We zijn verplicht om een procedure op te starten om de verloren bagage aan te geven. Deze procedure duurt 45 minuten. Daarna moeten we nog security passeren, inchecken bij Air India én aan de gate geraken. Maar met volle overgave hebben we alweer een sprintje uit ons vermoeide lichamen gespurt. Na een nacht zonder slaap, kunnen we bezweet het vliegtuig plaatsnemen op onze zitjes van onze vlucht naar India. Ik ben al te blij dat we voet aan de grond zetten in Patna. Mijn benen bibberen, mijn haren waaien in de wind, en mijn lichaam geeft aan: hier zit je goed…
Met Iris aan mijn zijde, voel ik mijn kracht plots terugkomen. De energie van mijn geboorteland, boost me. Ik kijk uit naar de uitdagingen die tijdens dit verblijf nog op mijn pad zullen komen. Ik ben klaar voor de volledige onderdompeling.
Over 1 week, 7 dagen, 173 uren, 10000 minuten en ongeveer 600000 seconden zet ik weer voet aan wal in India.
Via Mumbai zullen Iris en ik naar Patna (in Bihar) doorreizen. Op zondag 3 april, in de voormiddag, zullen we landen in de staat waar mijn eerste kindertehuis gesitueerd is.
De spanning stijgt, en de zin om te vertrekken ook. Na het overlijden van mijn BFF, Anne-Michèle, heb ik weken tijd nodig gehad om het grootste verdriet te uiten. Ik kon niet goed meer nadenken, had last om informatie te onthouden en een planning organiseren ging uiterst moeizaam. Gelukkig kon ik rekenen op fantastische mensen rondom mij, die mijn diep verdriet begrepen, die me meenamen om uit te eten, en vooral: die mijn ritme respecteerden. Anne-Michèle verliezen, was als een groot deel van mezelf verliezen. Ook al wist ik dat haar ziekte niet meer te genezen was, het feit dat ik gedurende 18 maanden alles voor haar heb gegeven, heeft mij in eerste instantie gerustgesteld want ik heb mezelf niks te verwijten. In tweede instantie was het effect op mijn lichaam, en mijn hart niet te onderschatten.
Maar mede dankzij haar, heb ik nu iets nieuws om naar uit te kijken: mijn zoektocht naar de waarheid, mijn zoektocht naar mijn familie.
Sinds mijn jonge jaren, droom ik over India, droom ik over het ontmoeten van mijn familie, mijn Indische moeder die me 9 maanden gedragen heeft, en die het leven heeft geschonken. Jarenlang heb ik in een stolp geleefd: in de Europese levenswijze, de Belgische cultuur die misschien niet 100% aansluit bij mijn échte ik, mijn ik die deels verstopt geweest is in het onderbewuste. Ik was de eerste kleurlinge in mijn dorp, heb heel wat opmerkingen over mijn uiterlijk geslikt. Maar ik mocht niet zwak overkomen: dus reageerde ik niet en paste mij aan, heel mijn leven lang. De An die jullie hebben leren kennen, komt niet meer helemaal overeen met de An Sheela van vandaag. De nood om écht te connecteren met India, neemt meer en meer plaats in. Ook al ben ik me bewust dat deze missie misschien nog niet tot het gewenste resultaat zal leiden, toch ben ik vastberaden om ervoor te gaan. En met Iris aan mijn zijde, ben ik er zeker van dat we heel wat belangrijke stappen zullen zetten.
Iris en ik vertrekken zonder een uitgewerkt programma. We zullen ter plaatse zien welke informatie we zullen krijgen, en welke stappen we zullen ondernemen. Tussenin willen we tijd maken om onder andere Bodhgaya en Nalanda te bezoeken. We zullen jullie via deze blog proberen op de hoogte te houden van onze avonturen, ook al zijn we niet zeker dat we overal vlot internetbereik zullen hebben.
Voor de volgers die mijn vorige tekst lazen over mijn droom: die droom heb ik écht gedroomd, het was niet zomaar een verhaal. Via Saartje, die me serieus begeleid heeft om het verlies van Anne-Michèle draaglijker te maken, heb ik enkele verklaringen gekregen van mijn droom. Mijn ogen werden groter bij het ontdekken van alle verklarende puntjes die ze aanhaalde. Ik laat het dan ook aan jullie over om zelf een idee te vormen van wat ik in mijn onderbewuste beleefde en welke betekenis het zou kunnen hebben:
Het vliegtuig: staat voor een zoektocht naar psychologische vrijheid, naar het opstijgen naar een nieuwe manier van denken
De vertraging bij het vertrek van het vliegtuig: de tijd is nog niet helemaal rijp voor die psychologische transformatie
Trappen: verwijzen naar een inspanning:
Naar beneden: terug in het verleden
Naar boven: dingen willen verbeteren
Glas: is de grens tussen het hiernamaals en het gewone leven
Vissen: connectie met het emotionele maar ook met de wijze kant van jezelf, ze staan eveneens symbool voor voorspoed
Lichtflits: symboliseert de ontwikkeling van de intuïtie of het inzicht
Wat denken jullie van deze analyse? Wat wensen jullie me toe?
Na 40 jaar eindelijk gaan voor datgene waarvan ik droomde maar nooit durfde te vertellen, dàt is voor mij een overwinning op zich!
Bedanking:
Deze tekst schreef ik met de hulp van Coline Fanon (vertaling) en Saartje Verhoest (analyse van mijn droom).
Ik wil voor alle voorgaande teksten mijn Mimi (Anne-Michèle) bedanken, zij heeft me begeleid in het lanceren van alles wat rond mijn adoptie te maken heeft, zij heeft uren en uren naar mij geluisterd en me aangemoedigd. Zij heeft geduldig al mijn vertalingen nagelezen. Voor haar overlijden, heeft ze Coline gecontacteerd om de fakkel over te nemen. Ik wist van niets. Tot op de dag dat ik haar zelf vroeg om mijn vertalingen na te kijken. Tranen stroomden over mijn wangen toen ik hoorde dat zij deze taak vol overgave zou doen, omdat Mimi het al geregeld had. Coline zou het alleen maar doen, als ik het zou vragen. Heeft het lot hier geholpen? Kortom, Anne-Michèle is een vriendin die samen met mij een lang pad bewandeld heeft. En ze blijft voor eeuwig in mijn hart, dankbaar voor alles wat ze mij heeft gebracht. Twinkling twinkling star, 4-ever.
Deze tekst draag ik op aan mijn beste vriendin, Anne-Michèle, die recent het leven heeft verlaten na haar gevecht tegen kanker.
Liefste Mimi, mijn BFF,
Na een woelige nacht, werd ik vanmorgen wakker, badend in het zweet.
Wat een speciale droom heb ik gehad.
Mijn collega Laura had me meegenomen naar Rome, om mijn gedachten te verzetten na jouw dood, Mimi. Haar gezin en mijn gezin stapten op het vliegtuig. De luchthaven was een gebouw met veel verdiepingen en muren die uitstaken. Het had een Ensor-achtig gehalte. Het leek alsof ik zweefde door het gebouw, een bizarre gewaarwording.
Het vliegtuig had vertraging. Geen pretje als je weet dat Laura haar jongste baby nog maar enkele maanden is. Maar we zijn uiteindelijk veilig toegekomen in een enorm vakantiepark met veel mensen. We kwamen terecht in een appartementsblok met glazen trappen. Ons appartement was ruim, maar ook hier waren veel trappen verwerkt tussen de verschillende leefruimtes.
Ik betrad de ene ruimte na de andere en de kinderen installeerden zich. Nadien besloten we buiten te gaan. We begaven ons tussen de mensen. Ik voelde de druk van de mensen om mij heen, alleen kon ik niet bepalen welke druk precies. We gingen iets eten in een restaurant en daarna zetten we de ontdekking van de omgeving verder. De indeling van het park was heel divers: een strand dat je via trappen kon bereiken, maar waar tussenniveaus ervoor zorgden dat de toeristen konden chillen rond een jacuzzi of een saunahuisje. Verder naar beneden splitste de trap en konden we kiezen om verder naar het strand te wandelen of terug te keren naar de hoofdweg van het park.
Ik verloor de tijd uit het oog en we gingen iets drinken. We zetten zelfs een stapje op de dansvloer. Daarna ging iedereen slapen. Ik wenste Laura een goede nacht. Maar ze nodigde me nog even uit om een kijkje te nemen in haar appartement. Het is alsof een nieuwe wereld voor me openging. In haar interieur waren enorm veel aquariums. Brede, lange, hoge, grote en kleine modellen smukten het appartement op. Ik was in volle bewondering voor zoveel moois, want ik weet dat ook jij, Mimi, weg was van vissen in je decoratie. Bij jou ging het wel om decoratieve niet levende vissen omdat je een aquarium onderhouden te veel werk vond. Ik vertrok met een licht en tevreden gevoel, klaar om een rustige nacht tegemoet te gaan. Maar niets was minder waar: ik stond voor mijn appartement, en wierp nog snel een licht op de deur van Laura’s flatje. Het leek alsof die deur plots openging en haar appartement groeide naast mijn glazen trap. Het appartement zette zich uit in de hoogte, en er kwamen nog extra aquariums bij, alles baadde in enorm veel licht. Was jij dat, Mimi? Heeft jouw ziel mij verlicht op dat moment? Ik genoot van het moment en nam alles in mij op: jouw kracht, jouw licht, jouw geloof in mij. Het engelengezang ebde weg, alsook de lichtflits zwakte af. Nu was ik klaar om naar mijn kamer te gaan. Ik opende de deur en botste op een ruimte gevuld met dieren. Er was een dikke tak met enorm veel zijtakken. Op elke zijtak sliep een babykatje. Wat is dit nu weer? Lieve pluizige katjes in alle kleuren: ros, zwart, gestreept, wit, gemengd, … Ik durfde ze amper aan te raken, want mijn armen werden door jou geleid, Mimi. En omdat jij katten haatte, kreeg ik me niet overhaald om een diertje te strelen. Ik liet de gigantische binnenboom voor wat het was en slaagde er eindelijk in om in mijn bed te kruipen. Toch kon ik de slaap niet vatten en ging terug naar de keuken voor een glas water. De binnenboom was verdwenen maar nu was mijn appartement gevuld met honden. Allemaal honden die kriskras door elkaar liepen. Ze maakten geen geluid, ze blaften niet maar hun ogen staarden in het niets. Ik streelde enkele koppen en vond het zo sneu voor hen om in een appartement opgesloten te zitten. Ik opende de deur en ze liepen stuk voor stuk de vrijheid tegemoet. Met een opgelucht gevoel dook ik terug onder de lakens en jawel, ik viel in slaap.
De volgende dag, na het ontbijt, wandelden mijn gezin en dat van Laura terug richting het park. We hadden zin om naar de zone te gaan waar diertjes leven. Onderweg, in de afdaling, loste Laura per ongeluk haar kinderwagen. De kinderwagen roetsjte de helling af maar niemand onderweg ving die op. Ik sloeg in paniek en rende erachter, maar mijn benen wilden niet helemaal mee. Eindelijk kwam ik beneden aan, en zag een dame een kinderwagen nemen, het kind eruit nemen en wegwandelen. Mijn hoofd kreeg een kortsluiting: Ging die dame het kind van mijn collega stelen? O my God! Dit kon ik niet laten gebeuren. Ik liep richting die dame, maar die was ondertussen verdwenen in de dierenzone. Hijgend kon ik haar even verder bij de kraag nemen en draaide ik haar om. De blonde dame keek me onthutst aan. De baby in haar armen was het hare, maar het gekleurde meisje aan haar hand gaf me een signaal. Een vreemd gevoel maakte zich van mij meester. Droomde ik, of zei mijn lichaam dat er hier iets niet klopte? Het signaal van het meisje zinderde door mijn ganse lijf: “Ik wil hier op dit moment niet zijn, deze dame heeft me meegenomen tegen mijn zin…”, straalde het meisje uit. Ik schudde de hand van het meisje en we hadden direct een connectie. Ik schatte dat ze ongeveer 7 jaar was. Ik won haar vertrouwen en zei haar dat ik geadopteerd ben en dat ik het gevoel had dat zij dat ook is. Mawanesha bevestigde mijn gevoel. Ze is geadopteerd uit India. Vandaar de connectie dus…
Ik onderhandelde met de blonde dame en mocht Mawanesha even meenemen naar de cafetaria om met haar te praten. Even verderop, koos ik met het meisje een tafeltje uit. We nipten van onze glazen en even, 2 seconden, sloot ik mijn ogen toen we onze glazen tegen elkaar tikten. Een wervelwind draaide plots om ons heen en lifte ons op. Als ik mijn ogen weer opende zat ik in het restaurant van de avond voordien. Mawanesha was verdwenen, en ik keek ongerust om mij heen. Tegenover mij zag ik een huilend koppel. Ik liep naar hen toe om hen te troosten en om hen te vragen of zij toevallig Mawanesha waren tegengekomen. Ze begonnen nog harder te snikken en hun kinderen ook. Hier was iets niet pluis… Ik vroeg door en de kortharige dame vertrouwde me toe: “Ons geadopteerd kindje is verdwenen en we hebben een oproep geplaatst. Maar veel mensen willen niet helpen, zij verwijten ons dat we in adoptie geloven en dat we voor een kind uit een ander land wilden zorgen. Ze schelden ons zelfs uit.”
Mijn lichaam wankelde, want mijn adoptieverhaal is ook niet gemakkelijk, en dat weet jij he Mimi. Ik suste het koppel en de kinderen en beloofde hun om mee te gaan zoeken. Mijn zoektocht naar Mawanesha duurde nog enkele uren. Uiteindelijk vond ik haar terug in de dierenzone, als een hoopje ellende. Ik nam haar in mijn armen en we knuffelden elkaar, zo lang totdat het begon te schemeren. Ze vertelde me dat ze zeven jaar is. Dat ze adoptieouders had die goed voor haar willen zorgen, maar waarmee ze geen volwaardige connectie had. Dat de blonde dame een tante is van haar en dat ze zo hard verlangde naar haar moeder uit India. Ik huilde met haar, diep verdriet kwam naar boven, en onze tranen van gemis vermengden zich tot dikke druppels. De rivier die zich vormde liep tot in India en werd één met de Ganges. We dreven in een bootje over deze heilige rivier. Het bootje raakte vast in één van de meanders en we stapten op het droge. Hand in hand wandelden we naar een klein dorpje verderop. We hadden enorme dorst en honger. De hutjes waren gebouwd rond een centraal pleintje. We wandelden over de aangestampte aarde en werden automatisch (door een speciale kracht?) naar één van deze hutjes geleid. Een oude dame met prachtig lang grijs haar, en zwarte mechen kwam naar ons toe. We vlogen elkaar in de armen. Ik rook haar, ik voelde haar, ik werd één met deze dame. Ook Mawanesha was deel van deze knuffel want zij is mijn innerlijk kind dat ik eindelijk kon loslaten.
Mijn liefste mama in India, ik hou van jou. Mijn liefste BFF, Mimi, ik hou van jou. Deze twee liefdes én de liefde van mijn man en kinderen, doen me beseffen dat verschillende vormen van liefde mij in evenwicht brengen. Liefde blijft, altijd.
PS: Mijn collega Laura had haar baby én haar kinderwagen teruggevonden, veilig en wel.
Een bijzonder weekend, met bijzondere ontmoetingen.
Een pijnlijk weekend met slecht nieuws.
Een weekend met hoogtes en laagtes, maar wel eentje van hoop.
Vrijdag sloeg de bom in. Mijn hartsvriendin Anne-Michèle heeft sinds 1,5 jaar kanker, en ze vecht als een leeuwin. Morgen krijgt ze de behandeling van de laatste kans. Het grijpt met bij de keel, maar ik zet moedig door, voor haar. Ook omdat zij zo dapper blijft strijden, wil ik niet onderdoen. Zij is mijn grote voorbeeld. Ik heb de eer om haar ganse proces van dichtbij te volgen, en ik neem mijn rol naar behoren op, dat weet ik van mezelf. Maar zij steunt me ook ten volle in mijn zoektocht en ook in mijn actie tegen illegale adoptie.
Die dubbele impact, wederzijdse steun, die ervaren we als heel hecht en oprecht. Tot nu toe heb ik steeds geprobeerd om dialogen aan te gaan met mensen, in alle eerlijkheid, door de aanmoediging van haar, maar ook door Iris die zicht vastbijt in mijn dossier. Anne-Michèle heeft me deels ook gemaakt tot wie ik vandaag ben. Ik ben haar daar zo ontzettend dankbaar voor. Woorden drukken amper uit welke grootsheid van daden zij op haar winners-lijst heeft staan. Niet in de vorm van medailles, wel in de vorm van oprechtheid, overtuiging en diep geloof in elkaar. Mijn hart puilt over van vriendschap voor haar, en in de moeilijke dagen die nog zullen komen, zal mijn hart die liefde blijven uitdragen.
Wat mijn zoektocht betreft, dat is een serieuze Sherlock Holmes soap aan het worden. Ik ga met mensen in gesprek, mensen die veel over India weten, mensen die stuk voor stuk hun verhalen delen waarvan ik niet verwacht dat ze die tegen mij zouden vertellen. Ik ben soms verbaasd dat geadopteerden, adoptieouders, India-liefhebbers oprecht vanuit hun ervaringen spreken en de zaken ook benoemen zonder twijfel.
Dat is voor mij een totaal nieuw gegeven, want ik dacht steeds dat veel mensen vanuit angst of onwetendheid hun mond zouden houden. Wel, dat kan ik ten stelligste ontkennen en dat maakt mijn zoektocht zo interessant en verrijkend. Elk gesprek brengt weer nieuwe details aan het licht, waardoor ik mijn geschiedenis beter kan reconstrueren. De laatste week was er één van heel veel nieuwe elementen.
Ik ga binnenkort terug in gesprek met de adoptiedienst, met het afstammingscentrum en met de familie die ik in mijn geboortestad goed ken. Deze familie heb ik in 2003 ontmoet, toen ik voor het eerst naar India terugkeerde. Ik wil meer leren hoe de omgeving waarvan ik kom er écht uitziet, wat de gewoontes zijn van de plaatselijke stammen rondom de stad en welke waardes de mensen erop na houden. Patna is één van de armste steden van India. Buiten de stad wonen er nog stammen in eenvoudige dorpjes waar de oude gebruiken nog gangbaar zijn: landbouw, kleine huisjes, heel gelovige bewoners. In het kastensysteem behoren deze stammen tot de allerlaagsten. Eigenlijk behoren ze niet meer toe aan een kaste, ze zijn kastenloos ofwel paria’s, ook wel onaanraakbaren genoemd. Deze mensen blijven in de Indische maatschappij achteruitgesteld omdat ze minder van tel zijn dan de hogere kasten. Misschien ben ik wel van één van deze stammen afkomstig…
Mijn reisprogramma is totaal nog niet klaar, maar ik ben vastberaden om naar het kindertehuis terug te keren, daar heb ik immers een aantal maanden van mijn leven doorgebracht, daar werd ik gevoed, ververst en misschien zelfs ook gedoopt, wie weet. Of ik daar effectief geboren ben, in dat gebouw, dat betwijfel ik. Dus heb ik met Iris al tal van ziekenhuizen opgezocht waar materniteitsafdelingen te vinden zijn. Ik zal er dan ook een aantal van uitselecteren om ter plekke te gaan kijken en te informeren of ik daar eventueel in een register vermeld sta. Uiteraard is er geen zekerheid van uitkomst, maar als ik het niet probeer, weet ik het zeker niet. Ook het bezoek aan het stadhuis staat eveneens op mijn to-do list.
De familie in Patna was heel blij toen ik mijn reis aankondigde. Ze zijn al aardig in de weer om het mij en Iris zo aangenaam mogelijk te maken. Toen ik hen zei dat ik toch een hotel verkies om te overnachten, vonden ze dat heel jammer. Toch geef ik niet toe, want de zoektocht zal al heel wat energie vergen, en die rust ’s avonds zal ik nodig hebben om te bekomen.
Maar het is wel een leuk vooruitzicht dat ik met hen de staat Bihar kan bezoeken, dat gebeurt best in hun gezelschap omdat zij de streek goed kennen.
Maar heel deze voorbereiding knaagt ook. Want wat als er met mijn beste vriendin iets gebeurt als ik in India ben? Ik heb haar de vraag gesteld waarvan ik het antwoord al deels wist. Mijn verwachting werd bevestigd. Tranen rolden over onze wangen, van erkenning, van opluchting maar ook écht van verdriet want we weten diep vanbinnen dat we elkaar op een dag moeten loslaten, maar elkaar vergeten doen we niet. Zij zal altijd naast mij zijn, ongeacht waarheen ik me begeef.
Moest je na het lezen van deze blog extra vragen hebben, stuur me dan zeker een persoonlijk bericht. Ik zal met plezier antwoorden.
Voel je je aangesproken door iets wat ik hier deel? Dan mag je ook steeds contact opnemen met één of meerdere van de onderstaande organisaties.
In deze blog mag ik verwijzen naar: het Afstammingscentrum, a-buddy en Ray of Hope
Soms vraag ik me af waaraan ik begonnen ben… maar nu ik bezig ben, kan ik het niet meer loslaten.
Na mijn laatste update, is mijn rollercoaster nog steeds in beweging, en hoe dan! Het is alsof de snelheid verhoogt, en mijn haren naar achteren wapperen, en mijn gezichtsspieren alle kanten opgaan door de onvoorziene emoties, twijfels, gevoelens die binnenkomen.
Elk detail, elk element, elke info check ik of laat ik dubbelchecken.
Ik ben in 1981 geadopteerd via de Vreugdezaaiers. Deze adoptiedienst heeft de activiteiten moeten stoppen in 2012 omdat ze niet aan het minimumaantal van 30 adoptiekindjes per jaar kwamen. De archieven werden overgenomen door Ray of Hope.
Ik had begin januari een gesprek aangevraagd bij Ray of Hope. De ontvangst was hartelijk en dat zorgde ervoor dat een deel van mijn spanning snel wegebde. Het gesprek duurde best lang en het was fijn dat er voor mij tijd werd vrijgemaakt, al vind ik dat de logica zelve.
Het is belangrijk om te weten dat een adoptiedossier uit 2 delen bestaat: een kinddossier en een ouderdossier. Als meerderjarige zou je recht moeten hebben op de informatie uit beide delen.
Toch blijven er nog steeds vragen tollen door mijn hoofd: Wie of wat kan ik écht geloven als er maar enkele papieren rechtsgeldig zijn? Waarom lijken deze papieren op perfecte kopieën van mede-geadopteerden, waarvan enkel het casusnummer, de naam en eventueel het geslacht verschillen?
Om dit te begrijpen moet ik deze informatie in zijn context plaatsen: sinds 22 maart 1940 is interlandelijke adoptie in het leven geroepen. In die tijd paste het perfect in het beeld om een kindje te redden uit een arm land. Jarenlang heb ik zelf dat idee gevolgd omdat de omgeving hier zo op hamerde. In de jaren ’80 waren adopties uit de zogezegde derdewereldlanden immers heel populair.
Ik ben ervan overtuigd dat elk kind het recht heeft op het kennen van zijn roots of achtergrond. De Conventie van Den Haag bevestigt dit en in het verdrag van de Rechten van het Kind kan je er niet omheen: “Elk kind heeft recht om te weten wie zijn ouders zijn.” En dáár draait het om: adoptieouders zijn uiteraard ouders maar geboorteouders zijn dat ook. Ik kan niet minimaliseren dat mijn geboortemama me 9 maanden gedragen heeft, liefdevol of niet: ze heeft het wél gedaan. In mijn ogen heb ik 4 ouders, ze zijn allemaal van tel. Elk kind heeft ook recht op een naam. Maar hoe kan ik me dat recht toe-eigenen als er met mijn naam ‘gesjoemeld’ is in het verleden. Ik kan me niet meer 100% connecteren met An, en ook ben ik niet 100% Sheela omdat ik daar geen officieel bewijs van heb. Ik voel me wel An Sheela op dit moment. En dat is voor mij waardevol genoeg. Zelfs voor mijn naam vind ik het de moeite waard om af te reizen naar India zodat ik dit kan gaan checken in mijn eerste kindertehuis. De moeite waard… Maar waarom moet een geadopteerde al die moeite en energie opbrengen om zelfs zijn naam te erkennen? Waarom kon de waarheid niet gewoon meegegeven worden? Als volwassen geadopteerde vind ik het best wel contradictorisch dat ik deze stappen moet ondernemen, gewoon om mijn verleden te kunnen begrijpen en omarmen.
De emoties die ik ervaar zijn er dus ook van veel frustraties: Waarom ben ik voortgekomen uit een adoptieperiode tijdens dewelke alle banden met het verleden zijn doorgeknipt? De gesloten adoptie maakt het me nu nóg moeilijker om informatie te vinden. Waarom voelt niemand van de huidige instanties zich geroepen om hier iets aan te doen? Mijns inziens moet het systeem van de verjaring opgeheven worden, ik ben immers voor de rest van mijn leven geadopteerd…
Dit is dan ook de reden dat ik recent in de Kamer van Volksvertegenwoordigers stond te luisteren naar de presentatie van Gedeputeerde Michel De Maegd (MR), hij steunt ons via zijn resolutie ‘Illegale adopties’ en benadrukt onze noden: dat geadopteerden onder andere recht hebben op nazorg, en ook: als er fouten zijn in het dossier (dat is voorlopig nog onduidelijk in mijn geval), dan moet er een slachtofferstatus komen.
Ondertussen laat mijn lichaam weer heel wat gevoelens los. Mijn lichaam hunkert naar de warmte van mijn biologische familie, naar de herkenning waarnaar ik al jaren stiekem op zoek ben: Waarom heb ik zoveel liefde voor mijn geboorteland? Waarom begin ik pardoes te huilen tijdens een Indische film? Waarom loopt het water me in de mond bij het ruiken van Indische kruiden? Waarom gaat mijn lichaam in angstmodus bij elke vorm van verlies of onveiligheid? De leegte, het gemis kan ik momenteel niet meer dragen zonder op zoek te gaan naar antwoorden. En ook al weet ik dat ik de antwoorden misschien nooit zal vinden, ik kan me niet verwijten dat ik het niet heb geprobeerd.
Ik ben in de huid van Sherlock Holmes gekropen, en ben niet direct van zin om uit die rol te stappen.
Mijn Nederlandse vriendin Leena stuurde me dit bemoedigend berichtje, het is de veerkracht in heel dit proces die serieus op de proef gesteld wordt:
Leena en An Sheela
In deze blog mag ik verwijzen naar: het Afstammingscentrum, a-buddy en Ray of Hope
Hier zit ik dan, achter mijn scherm. Mijn schouders zijn gespannen, mijn buik krimpt ineen, mijn hersenen draaien op volle toeren. Ik heb het koud maar een extra trui helpt niet om mijn lichaam op te warmen.
We zijn twee weken verder sinds de lancering van mijn blog. De reacties zijn er van allerlei aard. Ik hou me vast aan mijn (nu al) 33 volgers. Allemaal mensen die stuk voor stuk (oprecht) geïnteresseerd zijn in mijn verhaal, in mijn avontuur en zoektocht. Daarvoor wil ik iedereen op zich al bedanken.
Naast de volgers zijn er ook mensen die mij afraden deze zoektocht te doen en me aanraden het verleden te laten rusten. Maar ik laat hen in hun overtuiging. Toch raakt het me. Met deze blog wil ik niemand bruuskeren maar wel eerlijk delen wat er in mijn omgaat nu ik in de zoektocht naar mijn origine verzeild ben geraakt.
In de twee voorbije weken heb ik een gesprek gehad met het afstammingscentrum, heb ik de familie ontmoet die me vanuit India naar België heeft gebracht, heb ik getuigenissen van mede-geadopteerden mogen ontvangen, en zelfs reikende handen mogen ervaren van mensen die me écht willen helpen. Bovendien heb ik met Renate (zie blog www.tussen-india-en-korea.be) een podcast opgenomen over onze gevoelens als volwassen geadopteerden. Ook daar zijn verschillende enthousiaste reacties op gekomen. Wat doet dit allemaal met me?
Het afstammingscentrum heeft wegwijs gemaakt in mijn dossier: de waarde van de papieren nakijken en op mijn vragen antwoorden. Ik voel me momenteel gesteund door hen. Het afstammingscentrum is vorig jaar ontstaan. Zij zetten zich in voor mensen die vragen hebben over hun afkomst. Deze mensen kunnen geadopteerden zijn, maar ook mensen die via DNA verwanten willen terugvinden. Dit centrum is momenteel gevestigd in Gent en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid.
Tijdens een dag ‘adoptiedossier-studie’ met mijn vriendin Iris, die me zal vergezellen naar India, hebben we heel wat contactgegevens verzameld in een Excell-Sheet. We hadden al verschillende tabbladen aangemaakt (To-do Lijst, DNA-matches, Contactpersonen, nuttige adressen, …). Dit document is voor ons een goede basis en we vullen de tabbladen steeds aan met nieuwe details. Tijdens dit titanenwerk viel ik op een adres, achtergelaten door mijn ouders. Nieuwsgierig ging ik op het internet zoeken naar de locatie in Google Maps. Ik was verwonderd! Het adres ligt in Franstalig gebied. Toeval of niet? Ik ben mijn leven in België immers begonnen in Vlaanderen, om op 23-jarige leeftijd te verhuizen naar Wallonië. Na wat detective- en speurwerk vinden we een telefoonnummer. Vol spanning neem ik de telefoon. Mijn hart bonst in mijn keel, en ik kijk naar Iris die me een bemoedigend knikje geeft. Ik krijg mijn zenuwen onder controle en ik leg het doel van mijn telefoontje uit. Het gesprek duurt veel langer dan waar ik op had durven hopen. Enkele dagen daarna stond ik voor het huis van deze bijzondere familie. Met knikkende knieën belde ik aan. Het eerste contact verliep heel vlot en er zal zeker een tweede ontmoeting komen in de nabije toekomst.
Het aantal geadopteerden en het aantal mensen rondom mij dat me steunt in mijn stappen, stappen die ik een jaar geleden voor onmogelijk zou gehouden hebben, geven me een warm gevoel. Ik voel me gedragen en ben dan ook vastberaden om mijn waarheid aan het licht te krijgen. Niet kost wat kost, maar wel in verbinding met mezelf, iets wat voor mij een compleet nieuwe uitdaging is, maar tot nu toe is het de moeite waard. Ik slaap weinig, soms heb ik ’s morgens het gevoel dat ik heel de nacht ‘gewerkt’ heb. Deze zoektocht kruipt in mijn kleren. Maar diep vanbinnen voel ik dat mijn stappen nodig zijn, ze zijn nodig voor mezelf, maar ook voor mijn omgeving die misschien op deze manier begint te begrijpen dat het ‘red-het-kind-verhaal’ van adoptie de nodige kanttekeningen heeft.
An Sheela & Iris
Deze blog wordt mee ondersteund door het Afstammingscentrum en a-buddy.