Allereerst wil ik jullie bedanken voor jullie (blijvende) interesse in mijn avonturen. Het heeft wat tijd gevraagd maar mijn reisverslag staat online. Joepie!
Mijn laatste reis heeft misschien niet geleid tot het gewenste resultaat: mijn biologische ouders vinden. Maar ik heb wél kunnen reizen door mijn geboortestreek en dit op een veilige gemoedelijke manier. Dankzij mijn vriendelijke gids en de chauffeur heb ik het platteland van Muzaffarpur bewonderd, van de typische gerechten kunnen proeven en ook de manier van samenleven kunnen ontdekken. Het blijft een streek met veel analfabetisme, dit heeft een serieuze impact op de levensvisie van de dorpelingen. Het lijkt alsof de tijd er heeft stilgestaan. Velen leven nog volgens de standaarden van het kastensysteem, iets wat voor ons westerlingen als onbegrijpelijke levenswijze wordt gezien. En toch is het nergens in de wereld perfect of ideaal. Het maakt wel dat mijn zoektocht op dit niveau een serieuze uitdaging is. Toch laat ik me niet ontmoedigen. Ik vier mijn leven en voel dat mijn project in India nog niet afgerond is. Never Give Up, I am unstoppable.
Deze krachtige songs van Sia werden ook door mijn gids ingefluisterd. Hij heeft mijn reisverslag (in het Engels) op zijn blog gepubliceerd. Het verslag bestaat uit zijn woorden, de mijne zullen, als de tijd rijp is, op deze blog verschijnen.
Sinds mijn terugkeer uit India informeren velen hoe het met me gaat. Ik had de voorbije week veel tijd nodig om te wennen aan het Belgische ritme. Ik wilde terug connecteren met mijn kinderen en manlief. Ik had eveneens tijd nodig om te accepteren dat mijn zoektocht voorlopig nog niet geleid heeft tot het terugvinden van mijn familieleden. Maar ik heb veel andere dingen in de plaats gekregen: nieuwe vriendschappen, nieuwe informatie over de geschiedenis van de streek, over de eetgewoontes en over de religieuze issues die er nog steeds zijn en het leven de van mensen daar enorm beïnvloeden. En toch heb ik nog steeds een droom… of eerder: heb ik gedroomd…?
Vannacht had ik een droom.
In het kader van de zoektocht naar mijn roots/familie bezocht ik een organisatie in Vlaanderen. Ik kwam binnen in een grote hal: donkere deuren en een hoge lichtgroene muur met een wit plafond.
Via de deur links kwam ik binnen in een soort van ontvangstruimte. Ik moest eerst door een smalle zwarte gang en via een plooideur bereikte ik een salon. Er stond enkel een rechthoekige donkere salontafel met enorme schuiven aan elke kan. Ik ging op de grond zitten en trok zo’n schuif open. Ik tuimelde erin en kwam uit in een prachtig groene omgeving, waar vogeltjes vrolijk floten. Ik kon me moeilijk oriënteren en zag in de verte een man op het veld werken. Hij zwaaide met een sikkel in de lucht en kapte er de rijstplanten mee. Hij legde deze rijstplanten in hoopjes naast elkaar. Aan de andere kant zag ik donkere wolken, alsof een onweer op ons af zou komen. Ik rende naar de man en wilde hem inlichten over de moessonregens, en dat hij zich in veiligheid moest brengen. Als ik mijn benen in beweging wil brengen, is hij verdwenen. Ik draai op mezelf, maak een tollende beweging en val neer in het frisgroene gras. Plots schrik ik wakker en bevind me naast de salontafel. Wie was deze man? Mijn vader? Een vriend? Een wijze man?
Ondertussen kwamen er enkele vrouwen binnen. Ze waren de plooideur aan het meten en ze praatten over de kleur en de print. Ik opende een nieuwe schuif en wilde er weer vallen maar ik werd tegengehouden door één van de vrouwen. Ze vroeg wat ik deed en waarom ik in de schuif wilde springen. Ik vertelde mijn verhaal, mijn verhaal om in 2 landen te leven en de waarheid van mijn verleden niet te kennen. Ze vertelde dat er vroeger in hun centrum veel kindjes uit India langskwamen, en dat ze nog een aantal dossiers in hun archief hadden. Ik vroeg of ze toevallig iets van mij wist, of er nog ergens papieren over mij beschikbaar waren. Ze vertelde dat zij geen toegang had tot deze documentatie maar dat ze dit moest vragen aan de voorzitter van de organisatie. Ze beloofde me om te informeren en begeleidde me naar buiten. Ik wandelde het hoekje om en kwam terug terecht voor de ingang. Dapper stapte ik weer binnen, en zag een gigantische ladder in de torenhoge hal. Ik begon de ladder te beklimmen want bovenaan zag ik ergens een klein kastje hangen. Wat zat erin? Ik ging hoger en hoger, tot op een bepaald moment de ladder loskwam van de muur. Ik schreeuwde en was doodsbenauwd om te vallen.
De ladder zweefde heen en weer en ik had alle moeite om in evenwicht te blijven. Net op het moment dat ik viel, werd ik opgevangen door een andere vrouw. Ze droeg me naar de ruimte met de salontafel en suste me: alles is ok, je bent er nog. Ik vroeg wat hun organisatie voor de rest deed. Ze fluisterde me in dat de organisatie vroeger mee adopties realiseerde, maar dat kindjes vaak verdwenen of dat zij gestolen kinderen een thuis schonken. Ik was verbluft en wilde de ruimte uit rennen. Ze voegde toe dat deze praktijken niet meer gebeurden sinds 10 jaar, en dat ze de organisatie een nieuwe functie hadden gegeven: mensen in nood helpen. Ik zei haar dat ik in nood was, dat ik droomde van de waarheid van mijn verleden maar dat er overal obstakels op mijn weg lagen. Ze sprak me zacht toe en zei: we plaatsen nu een kleurrijke nieuwe plooideur, eentje van nieuwe hoop en nieuwe mogelijkheden. Panikeer niet en blijf geloven in jezelf, de deur opent nieuwe wegen. Misschien was je gestolen, misschien ook niet. Het zal misschien een onbeantwoorde vraag blijven, misschien ook niet.
Ik verliet het gebouw, en begaf me tussen de velden. Hier kon ik tot rust komen. Ik huilde, het verdriet van niet vinden, het verdriet van misschien een gestolen kind te zijn, het verdriet van afgestaan zijn kwamen naar buiten. Een collega kwam toevallig voorbij en was zelf ontdaan door de situatie. Ze troostte me, maar ik besefte dat ik alleen maar de zaken zou kunnen aanvaarden als ik mijn onderbewustzijn de kans zou geven om volledig open kaart te spelen. Opgekropte emoties moesten naar buiten komen.
En laat het nu dat zijn waarmee vele geadopteerden worstelen. We are human, we have to respect our own rhythm. It takes time, a lifetime to find inner peace and balance.
*Adoptionawarenessmonth *November *
In memoriam: Seena, who suddenly passed away the day before Adoptee Remembrance Day.
Though I got father mother, I was their adopted child.
Oh my mummy, I was only your baby.
Months passed, year passed and passed decades,
I was burning in the agony of partition of family.
Miles away from the soil where I was born,
Calling me as I growing old.
Day, weeks, months and years passed on,
I suffered the pain of separation and anxiety.
Oh my mummy, I was only your child.
Soil which was mine,
I am a foreigner here.
The place belongs to me,
No one is there to whom I can hug.
The evidence which I have,
It is buried under the time.
You may meet me or not,
Your decision always raise the question.
Oh my mummy, I was only your child.
Why did you abandon me????
We read novels, short stories and poems. Sometimes it’s romantic, sometimes it’s full of sorrow. Life is about truth and we have to face reality. The poem is about the reality of Sheela who was born in India. At the early stage her journey started. She was adopted by Belgium parents and traveled to Europe when she was not of two years also. Because of color and racism she learned her parents are not her biological parents which left her in agony of separation and anxiety. She grew up in the pain of separation. A mentally strong lady not only succeeded in her profession but at the same time she had a healthy married life where she raised her three children. She taught about her culture and values which were in her genes. In a continent where divorce rates are high she managed to run her family very well. She is in her 40’s and wants to connect to her roots. As I am giving company to find her family sometime I feel she is leading an operation in which success ratio is zero. It’s not a question of what will be the outcome. She should be appreciated for her effort. It’s not an easy task which she is carrying. I have experienced the pain. As a writer I could feel the same pain she is passing through. I will pray to god that he gives her strength to go forward in her life and find her family.
Bal Krishna Keshav
I thank Bal Krishna Keshav for his good writing skills. After two days of traveling, he summarized my story very well. I’m grateful that this writer came on my path. He is my new Indian brother: वह मेरा नया भारतीय भाई है
Vanmorgen bereikte ik Patna om 10.05u. Bij het turen uit het vliegtuigraam zie ik de Ganges opduiken. Mijn ooglid trilt oncontroleerbaar tijdens enkele seconden. Van zodra de wielen de grond raken bij de landing, wellen tranen automatisch op. Toch rollen ze deze keer niet over mijn wangen want ik richt me tot mijn innerlijk kind: het is ok, we zijn terug ‘thuis’. Het is een speciaal moment als ik het trapje van het vliegtuig afdaal, en letterlijk voet aan de grond zet. Ik maak een vreugdesprongetje en trek een foto van het vliegtuig. Vistara Airlines, you did a good job!
Na het recupereren van mijn bagage vind ik mijn vriend tussen het volk aan de uitgang. Hij begeleidt me naar de 14 jarige bolide van zijn vader. Mijn valies en mijn handbagage wordt op de achterbank gepropt. Ik kruip vooraan naast de kersverse chauffeur. Het is een plezier om te zien wat hij op de laatste 2 jaar geleerd heeft: een rijbewijs voor de auto én voor de moto. Yeah, baby, let’s even blend in more!
Honderd meter voor de poort valt de wagen stil. Problemen met het koelsysteem. Ik heb een déjà-vu sinds de laatste keer, toen hebben mijn zoon en ik de auto naar de kant van de weg moeten duwen. Mijn zoon spreekt er nog over. Deze keer heb ik niet mee moeten duwen, maar een andere wagen is ons komen oppikken. Ik wilde graag die 100 meter wandelen maar mijn chauffeur wilde niet. Een nieuwe wagen pikte ons op. Dit is India, ik voel me meteen thuis.
Ik krijg een lekker middagmaal voorgeschoteld. We eten samen de pikante versie van omelet met brood. Nadien kruip ik op de moto ik word naar een bevriend koppel gebracht. Wat een beleving: haren in de wind en rijden maar 😊. Ik ben al opgelucht dat een helm me beschermt. Blijkbaar krijg je een boete van 1000 roepies als je geen helm draagt. Ik ben meteen verkocht. Het is nogal contradictorisch want in België zou ik niet op een moto kruipen. Hier is het normaal. De dame die me gisteren halvelings voor gek verklaarde heeft gelijk: ik neem risico’s, maar deze risico’s voelen hier goed aan. Mijn chauffeur is voorzichtig en zet me veilig af. Hij haalt me nadien weer op en brengt me naar zijn huis.
Bij het koppel leer ik enorm veel over de geschiedenis van Bihar: het kastensysteem, hoe het christendom de regio heeft bereikt en hoe het systeem van het missionariswerk functioneerde. Voor dit koppel was het het christendom de enige godsdienst die hen uit de armoede kon helpen. Waarom? Omdat deze godsdienst geen verschil maakt tussen de kasten. Iedereen is immers gelijk in het christendom. Ik luister geboeid en ik noteer de belangrijkste elementen. Ik ben benieuwd om meer te lezen over de achtergrond van Bihar, maar life getuigenissen zijn zo waardevol, soms is het zelfs interessanter om naar mensen te luisteren dan alleen maar boeken te lezen. Ze bieden me ook enkele typische Bihari snacks aan zoals puffed rice en badam. Ik bedien me de ganse namiddag met kleine hapjes en nip van de overheerlijke homemade masala chai. De ontmoeting is warm en het koppel vindt het jammer dat ik niet kan blijven voor het avondeten. Het zal voor een volgende keer zijn. Wat neem ik mee van dit bezoek? De beleving van toen ze jong waren, het schoolleven, de godsdienstbeleving, en de geschiedenis van de streek. Ik ben blij met deze achtergrond en beslis om zoveel mogelijk te leren van de omgeving en van wat de mensen me aanbieden. Benieuwd naar meer? Ik ook!
Vandaag, maandag 21 oktober 2024, heb ik enkele bijzondere momenten mogen beleven. Het zijn geen momenten die een hemelsbreed verschil maken maar wel momenten om te koesteren.
Vanmorgen had ik een telefoontje met de zuster van mijn kindertehuis in Patna. Het was een aangenaam en constructief gesprek. De zuster gaf aan dat ze alles betreffende mijn adoptiedossier met me gedeeld heeft. We moeten verder bouwen op deze informatie. Ze zal me overmorgen ontvangen en samen met mij de volgende stappen bespreken. Ik kijk uit naar deze dag, want ik ga ervan uit dat een constructieve samenwerking nog steeds mogelijk is.
Na dit telefoontje heb ik een auto-riskja gezocht. Voor 200 roupies heeft de chauffeur me naar West Bock 8 gebracht, naar de burelen van CARA (the Central Adoption Resource Authority). Een meeting met de directeur was voorzien, maar hij stuurde me al snel door naar een medewerkster met als origine, jawel: Bihar! Samen hebben we overlegd bij een kopje chai en een Indiase snack Kachori. Het was lekker keuvelen met als volgende resultaat: Sheela, you are a mad woman, but you are so smart and intelligent. I love your perseverance. I believe in you. Dit wil zeggen dat concrete stappen door mezelf moeten gezet worden, en dat ik insta voor mijn eigen veiligheid. Er wordt wel afgeraden om te flyeren omdat eender wie me dan contacteren, ook mensen met slechte bedoelingen. Ik voel me niet slecht en ook niet uitermate opgepept als ik weer buiten wandel. Ruimte voor meer zat er vandaag niet in, als ik India wil leren begrijpen zal ik nog wat meer tijd moeten nemen. Ik besef nogal laat dat ik geen chocolade heb achtergelaten. Ik stuur een berichtje naar de medewerkster om haar te bedanken voor haar tijd (1,5u) en ik geef mee dat ik volgende keer 2 dozen chocolade zal voorzien. Ze laat me weten dat ze geen chocolade nodig heeft maar dat ze wacht op mijn boek. Tijdens het gesprek had ze interesse getoond voor de manier waarop ik mijn zoektocht aanpak: het doorlopen van het rouwproces, de ontdekking van de Indische cultuur, het integreren van de emoties en de nieuwe informatie. Bewustwording vraagt tijd en energie… De medewerkster zag mijn ervaring als ideaal in een boekvorm. Ik laat het aan de toekomst of een boek schrijven tot de mogelijkheden behoort of niet.
Na het bezoek bij CARA ga ik lunchen bij een vriend en neem de tijd om mijn dagboek aan te vullen. Ik neem de tijd om te onthaasten en keer tegen de avond terug naar mijn hotelletje. Morgenvroeg neem ik het vliegtuig naar Patna. Twee mensen raadden met vandaag aan: Go with the flow. Dat ga ik doen. De Indian flow is er eentje waarvoor doorzettingsvermogen nodig is, vertragen, vertragen en nog eens vertragen. Een mens zou er toch een beetje gek van kunnen worden door dat schakelen tussen culturen.
Met tranen in de ogen schrijf ik deze tekst, ontroerd door zoveel liefde, connectie maar ook deels bedwelmd door pijn, de pijn van het loslaten.
Nooit had ik gedacht in 2008, dat jij, mijn lieve verlegen dochter, op je zestiende je vleugels zou uitslaan. Sinds 2023 bereid je jouw project voor, want het was volledig jouw keuze om naar het buitenland te vertrekken. Het project Expédis wordt in jouw middelbare school ondersteund: studenten van het vijfde jaar krijgen de kans om een periode van het schooljaar in het buitenland te volbrengen. De Waalse gemeenschap schrijft wel een aantal regels voor die je moet respecteren. Maar toch, je hebt minutieus deze administratie met je papa opgevolgd. Ik was er vooral voor de emotionele ondersteuning en de materiële zaken. Het oppeppen als het wat moeilijk ging kwam meestal bij mij terecht en ik heb die taak met veel overgave uitgevoerd.
De dag dat je zei dat je dit uitwisselingsproject zag zitten, was ik trots, verward maar ook oprecht blij voor jou. Deze keuze is niet evident, en jouw volhardingsvermogen heeft dit mogelijk gemaakt. Ik vond het zo geweldig om je te zien groeien, zelfs al in de fase van de voorbereiding.
De tijd is inderdaad voorbij gevlogen. Vorig weekend had ik al last van stress, eigenlijk begon het al een week geleden. Mijn lichaam functioneerde niet op volle kracht zoals gewoonlijk. Tijdens de wandelingen met de hond liet ik mijn tranen de vrije loop. Ook gisteren vond ik het heel lastig, maar ik heb je altijd ten volle gesteund, en ik ben je blijven aanmoedigen dat je ervoor moest gaan.
Vanmorgen was mijn lichaam een beetje een wrak: verschillende keren naar het toilet moeten gaan, zeer licht geslapen, stekende buikpijn en bij thuiskomst een vieze smaak in mijn mond. Allemaal tekenen dat mijn lichaam moet wennen aan de nieuwe situatie: 3 maanden zonder jou aan mijn zijde doorbrengen. Het is een uitdaging voor iedereen maar vooral voor mij als mama. Ik ervaarde dit loslaten (je vertrek) als een soort tweede bevalling: de buikpijn waren de weeën, het doorknippen van de navelstreng is mijn lichaam toelaten je los te laten en de nageboorte werd door mijn lichaam ervaren als die rare smaak in mijn mond. Nogmaals komt het besef boven dat iemand (tijdelijk) verlaten geen sinecure is. Wat deed het met jou, al die keren dat ik naar mijn geboorteland vertrok om mijn roots te leren kennen? Hoe reageerde jouw lichaam op dat afscheid? En toch, toch ben ik ervan overtuigd dat leren loslaten, vertrekken en ergens aankomen nu eenmaal deel uitmaakt van het leven. Het maakt deel uit van die open kijk op de wereld, maar ook van de zoektocht naar jezelf. Ik heb zelf die stappen maar concreet kunnen voelen en benoemen sinds ik mijn familie in India zoek. En jij, jij doet maar eventjes op je 16e! Ik vind het écht chapeau dat je dit aandurft, en ook effectief doet.
Ik hoop vooral dat je de tijd van je leven gaat hebben, dat je veel mag leren, ook over jezelf, en dat je een boost mag ervaren als het aankomt op zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Want zoals ik je al eerder schreef: “Life begins at the end of your comfort zone” – Neale Donald Walsch en uiteraard ook: “What we learn with pleasure we never forget” – Alfred Mercier.
Van je liefste en enige mama die er altijd voor je zal zijn,
Op vrijdag 23 februari, net voordat ik naar mijn werk vertrek, verneem ik van mijn vriendin uit het zuiden dat ze niet naar New Delhi zal kunnen komen wegens een sterfgeval in de familie. Ik begrijp haar beslissing maar mijn lichaam gaat in stressmodus. Hoe kan ik het maken om te vertrekken zonder gereserveerde slaapplaats? Het hotel dat ze op het oog had, was enkel toegankelijk voor Indische burgers en vermits India geen dubbele nationaliteiten aanvaardt, kon ik dus niet alleen in dat hotel overnachten.
Ik vertrek naar mijn werk met heel veel ongerustheid. Ik voel dat het lesgeven de aandacht even afleidt, maar wanneer ik ’s middags thuiskom begin ik als een kip zonder kop te zoeken naar een plek om te overnachten. Ondertussen heb ik met verschillende Indiërs contact maar geen enkele geeft me een concreet idee over de veiligheid van de omgeving en over de kwaliteit van het hotel/guesthouse. Ik reserveer dan maar een B&B, op het goed vallen uit. Dat geeft me innerlijke rust.
Ik sta erop om met mijn gezin nog even samen iets te gaan eten. We genieten met z’n allen van dit moment. Ik eet nog eens een typisch Belgisch gerecht want de komende 2 weken ga ik smullen van mijn favoriete Indische keuken.
Op zaterdagmorgen ben ik vroeg uit de veren, ik geniet nog van een heerlijke warme douche en ben netjes op tijd klaar. We komen een uurtje te vroeg aan op de luchthaven van Zaventem. Op dat moment belt een Indische kennis me op. Mijn B&B ligt in een onveilige buurt en hij heeft een beter hotel voor mij gevonden. Oef!!! Ik bedank hem 1000x. De check-in, de security-controle en de boarding verlopen tot nu toe zonder problemen. Ik hoop dat er deze keer geen bagageproblemen zijn zoals tijdens de 2 vorige reizen.
Op het moment dat ik effectief plaatsneem in het vliegtuig richting Helsinki, wellen mijn tranen op. Mijn lichaam wordt zoals gewoonlijk over en weer geslingerd: de drang om te vertrekken en mij te herbronnen is groot, maar de pijn om mijn lieve schatten achter te laten is dat evenzeer. Mijn maag krimpt samen, maar ik verman me en kijk uit het raam. Daar zie ik enkele flauwe zonnestralen op de controletoren van de luchthaven vallen. Een mooi beeld dat mijn binnenste verwarmt.
Onderweg schrijf ik aan mijn dagboek en op de vlucht naar India word ik als echte Indische behandeld. Ik krijg zelfs geen immigratieformulier want dit is gereserveerd voor (blanke) Europeanen. We landen een half uurtje te laat in New Delhi, om 6.30u plaatselijke tijd. Mijn lichaam is moe maar krijgt een boost van zodra ik voet aan de grond zet. Dit proces ken ik, het lijkt op een stroomstoot die me helemaal oplaadt. Ik stap dapper door, en neem de weg zonder de rolband. Aan de immigratiedienst is er serieus geïnvesteerd naar Indische normen. Er staan tafels met de immigratieformulieren én balpennen. Ik ben verbaasd om dit zo netjes gepresenteerd te zien. Voordien moest je de blaadjes gaan zoeken. Maar de euforie ebt gedeeltelijk weg als ik ontdek dat de balpennen niet werken. Ik neem dat maar mijn eigen pen en vul het formulier in. De wachttijd aan de immigratiedesk is voor een keertje 0 seconden, dat heb ik nog nooit meegemaakt. Voordat ik het weet sta ik gepakt en gezakt mijn prepaid taxi te regelen. Een handige manier om de luchthaven te verlaten.
Verderop staat de chauffeur op me te wachten maar het is alweer even spannend, want het adres is blijkbaar onvindbaar. Na heel wat over en weer getelefoneer met mijn kennis, de hoteluitbater en de chauffeur stap ik uiteindelijk uit aan het Fabhotel. Deze driesterren-keten biedt betaalbare overnachtingen aan. Qua hygiëne en uitrusting is het hier best in orde.
Ik slaap enkele uurtjes bij en trek er in de namiddag op uit: mijn Indisch telefoonnummer herladen, voor de eerste keer iets alleen gaan eten, en met de tuktuk naar het centrum van New Delhi trekken. Het uitzoeken vraagt wat begeleiding van lieve mensen rondom mij, maar het heeft geleid tot een fijne dag waar ik uiteindelijk besef dat ik tot meer in staat ben dan ik dacht. In mijn herkomstland voelde ik me vaak het kleine kind, nu groeit mijn innerlijk kind eindelijk op en kan ik mezelf toelaten om in mijn eigen (volwassen) schoenen te gaan staan.
Ik sluit de dag af met een heerlijk moment in het gezelschap van Tine, een mede-geadopteerde en we keuvelen over onze vele avonturen in het Indiase subcontinent. Ik voel me welkom, ik voel me omringd, ik durf te informeren, ik durf actie te ondernemen. Kortom, India ligt een beetje meer aan mijn voeten. Ik ben (goed) onderweg.
November is de adoptiemaand van het jaar. Maar waar komt dat idee precies vandaan?
Zoals verschillende invloeden die van over zee hier komen aanwaaien is ook de Adoption Awareness Month een idee dat in Amerika is ontstaan. Aanvankelijk is dit idee gelanceerd om adoptie te promoten. In 1976 kondigde de gouverneur (van Massachussets) Michael Dukakis de allereerste adoptieweek aan. President Ronald Reagon ondersteunde voor het eerst in 1984 een adoptieweek. President Clinton doopte deze om tot een volledige Adoptiemaand in 1995. Adoptie kan mooi zijn, maar er mag ook stilgestaan worden bij de volgende feiten of kanttekeningen.
Er zijn 6x meer geadopteerden die uit te leven stappen dan niet geadopteerden
De identiteitscrisis van een geadopteerde kan jarenlang aanslepen omdat het begin van zijn leven vaak een raadsel is
Zelfs op de website van het Witte Huis wordt er aandacht besteed aan de Adoption Awarness Month. President Joseph R Biden Jr roept officieel November als Nationale Adoptiemaand uit.
Wat brengt deze Adoption Awareness Month teweeg in België?
In 2022 organiseerde Opgroeien heel wat vergaderingen om te bekijken hoe adoptiesensitiviteit verhoogd kan worden. Toen werd er gesproken over het activeren van de Adoption Awareness Month in België, het zou geen promotie van adoptie worden maar eerder een sensibilisering waarbij ook aandacht gevestigd zou worden op de schaduwzijde van adoptie. De adoptieorganisaties zoals Steunpunt Adoptie, Opgroeien, de adoptiediensten en de adoptiebelangengroepen zouden de handen in elkaar kunnen slaan. Tot nu toe blijft dit bij woorden geschreven in een verslag. Weinig daden werden gecoördineerd tot nu toe. Een druppel op een hete plaat?
Hoe ga ik ermee om en wat heeft mijn adoptieverhaal dit jaar gebracht?
Dit jaar ben ik met mijn ganse gezin in India geweest. Enkele krachtige onvergetelijke momenten hebben mijn identiteit verder gefinetuned en blijven me bij. Ik herinner me het moment aan de rootsboom (Banian Tree) in Auroville, met mijn kinderen. Dat verwarmde mijn hart enorm. Een speciaal gevoel van connectie maakte zich van mij meester. Ook het uitzicht aan de Indische Oceaan bij zonsopgang was magisch. Daar kunnen staan met mijn man én mijn kinderen was echt romantisch. Het gaf me een gevoel van erkenning, maar vooral van verbinding.
Ik herinner me eveneens mijn dochter in sari, een warme gloed verplaatste zich van mijn tenen naar mijn hart. Ik was en ben zo trots op haar!
Mijn zonen gaven me hun respect en hun twinkelende ogen deden me beseffen dat zij genoten van deze fantastische reis.
Ik ben blij dat ik dit avontuur met hen ben aangegaan. Zij, mijn man en ikzelf waren voldaan.
Re-connect with yourself, go back to your birthplace, eventually dismantle lies,
Re-spect yourself, but also respect your cultures, your countries, and your birth mom before she dies.
Love myself? Love Belgium? Love India? Love your family members instead!
Geen enkel land is perfect, ook mijn geboorteland niet. Maar het neemt niet weg dat ik toch verliefd ben op India, en liefde is nemen wat er geboden wordt, ook het minder goede. Aanvaard ik alles? Uiteraard niet, maar ik neem het beste met me mee.
Wat maakte deze reis zo speciaal?
Het was onze eerste reis als gezin. Omdat deze vakantie in het teken van de kinderen stond, hebben we op voorhand geen planning gemaakt. We hadden beslist dat zij mee het ritme zouden bepalen en dus mee de uitstappen mochten kiezen. Voor mij heel spannend want de mensen die me kennen weten heel goed dat ik ‘miss organisatie’ ben. Alles moet voor mij in de puntjes voorbereid worden anders werkt het niet, zo heb ik jaren alles onder controle kunnen houden.
Bij aankomst op de luchthaven van Zaventem kregen we te horen dat Aviapartner, de bagageafhandelaar, staakte. Onze reis begon al met een eerste obstakel. We slaagden erin om de kinderen gerust te stellen en checkten in. De heenreis verliep voor de rest goed, buiten het feit dat de administratie rond de bagage spaak liep. Het vliegtuig nemen was voor mijn twee jongste kinderen nieuw. Het feit dat ik tussen hen in zat, maakte dat ze zich toch wat veiliger voelden. Die nabijheid, die had ik al even niet meer kunnen ervaren op deze manier door mijn identiteitscrisis.
Toen we toekwamen in Chennai, werd ons geduld alweer op de proef gesteld bij migratie. De machine voor de vingerafdrukken werkte meer niet dan wel waardoor de rij niet bepaald korter werd. In de warme ruimte en met onze handbagage aan onze voeten, babbelden we met een reisleidster. Op die manier konden we de tijd doden. Na migratie moesten we opnieuw wachten om aangifte te doen van onze verloren bagage. De kinderen ploften zich op de stoelen en wij probeerden om de procedure sneller te laten verlopen, waarin we niet echt slaagden. Een uur later konden we pas buiten wandelen. Gelukkig stonden onze vrienden ons met veel geduld op te wachten. Bloemenkransen werden bovengehaald en om onze halzen gelegd. Een mooiere ontvangst konden we ons niet bedenken. De kinderen glunderden en voelden zich direct welkom en op hun gemak gesteld.
We vertrokken met de jeep naar het huis van onze goede vriendin Nandhini. Onderweg stopten we om te lunchen en de kinderen maken kennis met het eerste typische Indische gerecht ter plaatse: dosa. Ze vonden het lekker en aten voor het eerst met hun handen. Een onvergetelijke ervaring rijker vervolgden we onze weg. Bij aankomst aan de grote poort, stonden enkele dames ons op te wachten. Met een olielampje en kleurrijke poeders heetten ze ons welkom: we werden met dit rode en gele poeder gezegend. Wat een warm gebaar alweer!
We installeerden ons en gingen rusten, want we hadden tijdens de nacht in het vliegtuig amper geslapen.
Na enkele uurtjes begaven we ons naar het shopping centrum. Ik vergaapte me aan de pracht en praal van de winkels: Chennai is niet meer zo verschillend van mijn Vlaamse hometown Aarschot. We kochten spullen om de eerste dagen door te komen, omdat onze bagage in België was achtergebleven.
We praatten bij het avondmaal over de volgende dag. Die beloofde emotioneel een uitdaging te worden voor mij: een bezoek aan het graf van Father Suresh die zogezegd door covid overleed in 2021. Mijn maag kromp in elkaar, mijn darmen drukten samen, het verdriet was nog heel voelbaar. En de kinderen? Die wilden graag mee. Ze kregen de keuze en namen de opportuniteit aan. Ik was blij met hun keuze. Want deze grote meneer, die verdiende onze zegen, voor de inzet die hij had om onaanraakbaren onderwijs te bieden. Nu 20 jaar later, is er een generatie dalits opgeleid, zij werken vaak in betere omstandigheden en kunnen zo uit de armoede klimmen. Een mooi project dat me nauw aan het hart ligt, want diep vanbinnen voel ik: ik ben dalit* van origine.
*Dalit: Het Indische kastensysteem is officieel afgeschaft. Het is een sociale indeling van de bevolking waarbij de dalits tot de kastenlozen behoren, met andere woorden: ze hebben minder rechten of bijna geen ten opzichte van de bevolkingsgroepen die hoger dan hen ingedeeld worden. Ze worden dus niet opgenomen in de sociale bevolkingsstructuur.
Na mijn laatste reis, had ik tijd nodig om te bekomen. Tijd heelt, brengt raad en bepaalt het ritme. Hier volgt mijn tekst over wat er gebeurd is tijdens de laatste dagen voor mijn terugkomst naar België.
Mijn eerste week in India was een fantastische week. Vooral om daar met mijn zoon te zijn, bracht me een ander soort evenwicht dan ik voordien heb kunnen ervaren. Mijn moedergevoel werd uitvergroot, maar ook mijn kwetsbaarheid werd voor hem heel zichtbaar en tastbaar.
Op het einde van die eerste week, ontmoette ik een persoon die me doorverwees naar een politicus in Muzaffarpur en hij regelde een afspraak met hem. De volgende dag zijn we naar de ‘mukhajee’ gereden. Ik had me voorbereid op een random gesprek waarin ik hem zou uitleggen waarom ik mijn moeder zoek en wat de impact van adoptie is. Als we toekwamen, werden we ontvangen door een legertje van 5 mannen. Verbaasd maar ook een beetje onzeker stapte ik met mijn zoon en een vriend op hen toe. We kregen stoelen aangeboden. Al snel begon er een man rond te bellen. Hij beweerde me te herkennen op mijn pasfoto. Een familie in het dorp zou door omstandigheden een zus verloren hebben in de periode dat ik verdwenen was. Voordat ik er erg in had, stonden er 5 extra mannen om ons heen. Ze kwamen toe, telkens met een interval van 10 à 15 minuten. Ik wist helemaal niet wat ik moest voelen, denken laat staan doen. Ook mijn zoon beleefde de situatie in totale verwarring. De familie nodigde me uit om met hen chhath puja te vieren, hét hindoe-ritueel van het jaar in Bihar. Omdat mijn emoties de bovenhand namen, stemde ik eerst toe, maar gaf wel aan dat een overnachting niet mogelijk zou zijn. Dit ritueel duurt normaal 3 dagen. Na de 5 mannen, kwam er ook nog een oud vrouwtje het gezelschap vergroten. Ze keek heel onwetend en ik ervaarde amper emotie bij haar, net als bij de rest van de familieleden trouwens. Nadien, toen het ijs wat gebroken was, beweerde ze dat ze voor mij zou gezorgd hebben toen ik een peuter was. Het drong allemaal niet zo goed door en ik liet me leiden door de positieve vibes die er toen in de lucht hingen: een Indische familie die me herkende én me ook nog wilde opnemen in hun midden! Dat was voor mij een ongelooflijke ervaring.
We werden meegenomen naar een mooi huis, en kregen eten voorgeschoteld alsook flessen water. We werden letterlijk op handen gedragen. Na de maaltijd was het tijd om even tot rust te komen. Een kamertje was voor ons vrijgemaakt en we begonnen de situatie te analyseren. Ik vroeg aan een vriend van de Indische familie om een stamboom te tekenen. De namen van de familieleden kwamen vlot tevoorschijn maar met de leeftijden werd er letterlijk gegoocheld. Mijn zoon vestigde mijn aandacht hierop en ik begon te twijfelen. Uit het verhaal van deze familie bleek dat mijn ouders al gestorven waren. Ik wilde en kon dit nog niet als waar aannemen. Uiteindelijk besloten we terug naar Patna te keren en de volgende dag terug te komen voor het ritueel.
Onderweg naar Patna kromp ik ineen, mijn zoon had de grootste moeite om me uit mijn verdriet te halen. Ik voelde me schuldig naar hem toe, maar ook compleet verloren. Wat moest ik denken van deze situatie? Ik belde een vriendin op in België die naar me luisterde zonder oordeel. Het deed me veel deugd. Als we de brug over de Ganges over reden, zei ik tegen mijn zoon: “Lieve jongen, in deze zoektocht ben ik van niks zeker, maar waarvan ik wel zeker ben, is dat jij mijn zoon bent, en dat ik onmetelijk veel van je hou.” Deze woorden geven me zelfs de dag van vandaag nog kippenvel. Want die Ganges-rivier is mijn moeder overgestoken om mij af te geven in het kindertehuis van Patna. De symboliek, de pijn maar ook het mooie van liefde kan zo betekenisvol zijn. ’s Avonds besliste ik om de gebeurtenissen even op te bergen, en te genieten van het avondmaal en het gezelschap van mijn vrienden.
De volgende dag gingen we op bezoek bij de onze vriend die de tip naar de Mukhajee gaf. Tijdens het gesprek belde de ‘mukhajee’ me op. Ik gaf het gesprek door aan mijn vriend en hij begreep dat de familie ervan overtuigd was dat ik hun verloren zus was. Er zat niets anders op dan een DNA-test te laten afnemen. Ik stemde toe en mijn vriend begeleidde me in de volgende dagen: de juiste DNA-test vinden, de familie overhalen om naar het laboratorium te komen, het kostenplaatje, … Heel mijn tweede week ging hieraan op omdat in de Indische cultuur afspraken vaak verplaatst worden, en omdat ik alle informatie die binnenkwam, wilde dubbelchecken… De dag voor mijn vertrek naar huis, konden we de familie ontvangen in Patna. De rit naar het laboratorium was onaangenaam, er werd amper iets gezegd. Op de terugweg werd er wel gepraat en bij het afscheid kwamen er zelfs tranen bij te pas. De anders zo serieuze mannen-cultuur, gaf nu blijk van enige gevoeligheid. Ik liet mijn emoties de vrije loop, niet wetende of ik deze familie ooit nog zou terugzien…
15 november 2022. Ik word wakker met een verstopte neus, droge keel en hoofdpijn. Gaan werken zit er vandaag niet in. Ik voel me echt niet lekker in mijn vel, en dat overkomt me niet vaak. De microben in mijn lijf zullen daar uiteraard wel een reden voor zijn. Toch is er ook onrust. De eerste keer sinds ik thuis ben van 2 weken India. Onrust, waarvoor eigenlijk?
Rond 8u krijg ik een mailtje binnen, uit India! Plots ben ik klaarwakker en zijn al mijn zinnen gezet op het lezen van de inhoud. Mijn hart bonst al gek en ook mijn keelpijn voel ik even niet meer. Mijn hoofd staat op ontploffen. De cijfers dansen voor mijn ogen. En mijn ogen gaan diagonaal over het document: siblings, analysis, DNA … Plots rusten mijn ogen op de woorden ‘An Jacobs and N. are related to each other as siblings’. Whouah! Mijn lichaam gaat in overdrive, en mijn darmen krimpen samen. Ik huil van geluk: Joepie! Ik heb mijn familie gevonden! Ik sluit mijn ogen, en laat me zweven in mijn wereldje, het zonovergoten India, Muzaffarpur, de litchi-bomen, de Gandak-rivier, … Mijn tranen stromen over mijn wangen…
Even later maakt een anti-climax zich van mij meester wanneer ik me verman en me verplicht het hele document rustig en aandachtig door te lezen. Ik bekijk zorgvuldig de cijfers, die zeggen me momenteel niet veel. Daarna kom ik bij de conclusie en ik lees ontzet de volledige zin: ‘This case was evaluated to provide evidence that An Jacobs and N. are related to each other as siblings’. Totale verwarring overspoelt me. Ik lees verder en kom tot het inzicht dat de DNA-test negatief is. Mijn euforie maakt plaats voor complete ontreddering. Mijn man is ondertussen thuisgekomen en ik deel met hem de informatie. Hij bevestigt dat er geen relatie is met de persoon die de DNA test in India heeft afgelegd. Mijn verdriet is niet te beschrijven. Toch haalt mijn liefste me uit de put. Van hem weet ik dat hij er altijd is en zal zijn voor mij. Zijn rationele kijk is hier even heel welkom. Ik sluit mijn computer af en ga naar beneden. Samen ontbijten we en ik eet mijn kom warme havermout leeg. Mijn kop thee drink ik met kleine slokjes. Mijn blik staart in de verte, in het niets. Ik moet denken aan mijn omslagfoto op Facebook. Ik, als kleine uk, pas in België, die angstig voor zich uit kijkt, compleet ontredderd en niet begrijpend wat er komen zal. Ook nu weet ik even niet wat de volgende stap zal zijn. Ik beslis om vandaag niets te doen. En om alles even te laten zijn…
Gisteren waren we op bezoek bij mijn Brahmaanse vriend en zijn vrouw. Ik wilde van hem afscheid nemen voordat we terug naar België zouden vliegen. Onderweg kreeg de wagen van mijn andere vriend panne. De motor viel stil. Gelukkig stonden we niet op een superdruk kruispunt maar toch. Het getoeter van de chauffeurs achter ons stopte maar niet. Phineas en ik duwden de auto letterlijk aan de kant. Het was een avontuur op zich. Het deed me denken aan de autorit naar Muzaffarpur, vorige zaterdag. Onderweg werden we toen tegengehouden door enkele mannen. De chauffeur moest aan de kant gaan staan. Onze chauffeur stapte uit en 10 minuten overleg snapte ik nog steeds niet wat er aan de hand was. Ik verliet de wagen met Phineas en we gingen bij het hoopje discussiërende mannen staan. Daar begrepen uiteindelijk waarover het ging. De firma waarvoor onze chauffeur werkt, had de laatste schijf van de lening (van de wagen) niet betaald. Ik vroeg hoe ze dat konden checken. Er blijkt dus een applicatie te bestaan op de smartphone van de controleurs. Zij scannen een speciale code op de nummerplaat van de wagen en zo krijgen ze toegang tot de databank van de leningen. Ik was stomverbaasd dat dit systeem, zo modern als het was, in een achtergestelde stad als Muzaffarpur gangbaar is. Enfin, ik had weer iets bijgeleerd.
Terug naar de autopanne van mijn vrienden. Nadat we de auto veilig aan de kant geduwd hadden ging mijn kameraad naar de winkel. Hij kwam terug met een fles water. Wat ging hij daarmee doen? Awel ja, in India is’t eenvoudig: de vloeistof voor de radiator was op, dus beetje water erbij, 10 minuten wachten en huppakee, we konden weer vooruit. Phineas vond het een fantastisch avontuur. Dit zal hij niet snel vergeten.
Bij onze Brahmaanse vrienden worden we hartelijk ontvangen en krijgen we een typisch hindoe-gerecht voorgeschoteld waarvan ik de naam alweer vergeten ben. Het had een frisse, maar tegelijkertijd ook zoete, zoute en pikante smaak. Kortom een explosie van smaken maakte zich meester van mijn mond. Ik vond het heerlijk, voor Phineas was het helaas te pikant. Als toetje kregen we de alom gekende jalebi’s, een delicatesse en feest voor mijn smaakpapillen. Ik geniet écht.
Een belangrijk telefoontje onderbreekt ons gezellig eetmoment. De plannen voor de volgende dag vallen in het water. De moed zakt in mijn schoenen en zelfs nog lager. Mijn vriend kalmeert me door te zeggen dat er de dag nadien een nieuwe kans komt. Ik houd me aan die strohalm vast. We praten na, en het gesprek krijgt een andere wending. Ook halen we een gezelschapsspel uit: ludos and ladders. Het kon niet gepaster. Een geluksspel waarin je via een slang terug naar start wordt gestuurd, zo voel ik het ook in mijn zoektocht vandaag. De metafoor spreekt me aan. Na het spel krijg ik weer wat moed. We besluiten bij deze familie te blijven overnachten, want ons in het donker verplaatsen, zonder extra begeleiding, dat zien onze vrienden niet zitten. De veiligheid blijft blijkbaar een issue. Toch heb ik het gevoel dat we al meer ondernomen hebben dan mijn laatste reis. Tijdens het huidige verblijf hebben we ’s avonds bijvoorbeeld al over de markt gewandeld, terwijl dat met een blanke in het gezelschap lastiger zou zijn.
De nacht bij ons Brahmaanse familie is heel rustgevend, voor een keer geen muziekgeschal die onze kamer binnendringt. Ik slaap als een roos tot 9.30u, ik voel me een beetje verlegen. We nemen een laat ontbijt, schaken, babbelen samen over de hindoe-cultuur en plannen de volgende dag. De lunch laat op zich wachten en we eten pas om 14.30u. Daarna nemen we de taxi terug naar mijn vriendin. Ik stel haar gerust dat alles onder controle is. We wandelen ’s avonds samen over de markt met Phineas in ons kielzog.
We nemen onze tijd, proberen de frustraties los te laten en proberen te focussen op de slogan van mijn vriend: Don’t worry, be happy! We zetten alles in het werk voor je zoektocht, het is soms niet gemakkelijk, maar we hopen dat alles goedkomt…
Ik stap uit, op de voet gevolgd door mijn chauffeur. Ik begroet het gezelschap ‘Namaste, happy chhath puja’. We krijgen elk een stoel aangewezen en installeren ons in een halve cirkel onder de litchi boom. Een meneer met een gigantische snor opent het gesprek. Hij is de guru van het dorp en begint de meeting met een gebed voor de zon. Ik ga mee op in de sfeer en voel de warmte. Eerst gloeien mijn tenen, en naarmate het gebed vordert, verspreidt de warmte zich over mijn hele lichaam. Ik voel het plots branden aan mijn linker bovenbeen, daar waar ik als kind in India een pok heb gekregen door één of andere vaccinatie. Ook aan mijn rechter onderarm wordt de warmte ondraaglijk, de plek waar ik vorig jaar een brandplek heb opgelopen toen ik mijn brood niet op de correcte manier uit de oven had gehaald. Wat gebeurt er hier? Een tweede man begint mantra’s op te dreunen en de derde slaat op een gong. Het lijkt alsof ik in trance ga, algauw krijg ik niets meer gezegd. Ik begin te zweven.
Mijn moeder en ik zijn onderweg. Ik zie een paardenkop op en neer bewegen en hoor het dof geluid van de hoeven die op het zand neerkomen. Ik lig in de armen van mijn moeder en kan net piepen over haar arm. Ik vang een glimp op van water en in de verte zie ik de schoorsteenpijp in het landschap, zo eentje van een baksteenfabriek. Ik wieg mee met het ritme van de kar. Mijn moeder fluistert in mijn oor dat ze van me houdt. Ik kruip dicht tegen haar aan. En voordat ik het weet vallen mijn ogen dicht. In mijn droom zie ik mijn vader, al dansend in de laadbak van een vrachtwagen, hevig roepend op het ritme van de chhath puja muziek. Plots kantelt het voertuig. De muziek stopt abrupt en mijn ogen zoeken angstig naar mijn vader. Er komt geen beweging. Het beeld vervaagt en ik word wakker. Ik huil en mijn moeder sust me. Haar stem heeft een kalmerende werking op mijn ganse systeem. Mijn blik gaat naar het meisje naast haar. Ze lijkt op me.
Anty, Anty! Waarom huil je zo? Ik probeer haar zo dicht mogelijk tegen me aan te drukken en fluister haar toe dat ik van haar houd en dat ze veilig is bij mij. Gelukkig stopt ze snel en valt ze in slaap. Laksmi, zit naast me en speelt met een houten stokje. Ik houd haar nauwlettend in het oog. Een blanke man komt plots voorbij, op een fiets. Hij wiebelt en passeert rakelings langs het paard. Ik schrik en ben opgelucht als ik zie dat hij verder fietst. Een blanke man? Wat doet die hier? Enkele kilometers verderop stoppen we, ik verlaat de kar en ga met de kindjes even de bosjes in. Als ik terugkom, staat de blanke man naar me te kijken. Ik voel me ongemakkelijk. In het gebrekkig Hindi spreekt hij me aan: “Ben je alleen op stap, met 2 kinderen?”. Ik draai me om, en zonder hem een blik te gunnen stap ik kordaat terug naar de kar. Ik voel dat er iemand aan mijn arm trekt. Hij vervolgt: “Ik kan je helpen, ik kan je beschermen.” Ik barst in tranen uit. Het is me allemaal te veel. Ik leg hem uit dat ik op de vlucht ben. Ik wil mijn kindjes redden.
Die mooie dame, met een groene saree en geel geborduurd trekt mijn aandacht. Ze zit op een kar, getrokken door een paard. Terwijl ik haar aankijk, kom ik even te dicht tegen het paard. Ik trek met een ruk aan mijn stuur en kan het dier maar net ontwijken. Ik fiets verder, en 2 km verder besluit ik te stoppen om iets te drinken. Ik installeer me aan een theestalletje en geniet van deze heerlijke drank. Ik zie het paard met de kar aankomen en de reizigers stappen behoedzaam uit. De dame met de groene saree draagt een baby in de ene arm en een meisje aan de hand van de andere arm. Ze verdwijnt uit het zicht. Ik drink mijn thee op en ga nieuwsgierig kijken. Waar is ze naartoe? Plots verschijnt ze weer. Wat is ze mooi… Zou ik haar aanspreken? Ik waag het erop…
Om persoonlijke redenen schreef ik deze keer een verhaal, gebaseerd op waar gebeurde feiten en fictie.
Anty opent één oog, en dan het andere. Muziek dringt haar oren binnen. Ze wrijft in haar beide ogen en schudt met haar hoofd. Ze rekt zich uit. Eigenlijk heeft ze niet veel zin om op te staan tot het haar doordringt dat ze een afspraak heeft. Ze hijst zich uit bed, verfrist zich, en kleedt zich aan.
Beneden geniet Anty van een lekker ontbijt: idli met een groentensaus. Er is geen vlees momenteel door het festival dat dit voedingsmiddel bant voor enkele dagen. Ze nipt van een chai masala, de typische Indische thee. Anty poetst nadien grondig haar tanden, en met een frisse muntsmaak in haar mond begeeft ze zich naar haar gehuurde auto. Anty installeert zich comfortabel in de auto, tegelijkertijd heeft ze zin om weg te duiken en zich één te maken met de mini-beestjes die zich aan haar voeten in stoet van het ene tapijt naar het andere bewegen. Plots rinkelt haar telefoon. De persoon aan de andere kant van de lijn spoort haar aan om vaart te maken, want de meeting wordt geen tweede keer georganiseerd. Een vieze smaak maakt zich meester van haar mond, van de muntsmaak is niet meer te vinden. Ze slikt en hoopt op die manier een meer neutrale smaak te verkrijgen. Het lukt haar amper. Ze focust dan maar op iets anders: de omgeving. Ze tuurt uit het raam en ziet het landschap aan haar voorbijflitsen. De groene alluviale vlakte van de heilige rivier doet haar wegdromen. Wegdromen naar haar verleden.
Heerlijk vertoevend in de zachte armen van mijn moeder wordt mijn gezicht door haar geliefkoosd. Ik voel me geborgen dicht bij haar borst. Hevig spartelend probeer ik mijn mond naar haar borst te bewegen, als ik haar tepel vind, zuig ik met grote halen haar moedermelk binnen. Ik voel me voldaan, en val in slaap in haar schoot. Vredig slaap ik en merk ik niet dat ze me op een rieten matje op de grond legt.
Wat moet ik in hemelsnaam beginnen? De kloppende hoofdpijn maakt me gek. Ik ga naar het toilet en vervang de doeken die het bloeden moeten opvangen. De pijn in mijn onderstreek is niet te harden. De gevolgen van de bevalling zijn nog te voelen. Mijn dochtertje is gisteren ter wereld gekomen. Waarom een dochter? Tijdens heel mijn zwangerschap heb ik stress ervaren omdat ik zo hard om een zoon gebeden heb. Toch ben ik met mijn prinsesje verbonden, ze is zo mooi, zo volmaakt. Ze is mijn wondertje, mijn alles. Hoewel de vader niet blij was met deze zwangerschap, heb ik me hevig verzet om haar te kunnen houden. Ik leef ondergedoken bij een vriendin, enkele dorpen verderop. Zij beschermt mij en mijn lieve Anty. Ik ga terug naar de hut en nestel me naast Anty op het matje. Veel tijd om te rusten is er niet. Ik bind haar met het uiterste stuk van mijn sari vast op mijn rug en ga gebukt onder de pijn naar de waterput. Het zweet loopt over mijn gezicht, van de inspanning wankel ik maar kan ik me nog net rechthouden.
Verschillende dagen gaan voorbij, en ik probeer me te focussen op de zorgen voor mijn Anty. Ze groeit traag maar haar donkere ogen stralen. Op een dag merk ik dat ze probeert te lachen. Ik kraai met haar van plezier. Mijn verbinding met haar is hecht, en wordt hechter met de dag. Wat als ik met haar zou vluchten?
Met een ruk wordt Anty naar het heden gekatapulteerd. Ze wordt in haar stoel gesmakt na een bruuske rembeweging van de chauffeur. Haar hart maakt een salto en bonst nog na van de schrik. Angstig kijkt ze door de voorruit en ziet dat een motorrijder op de grond ligt. Er wordt veel geroepen en getierd in een taal die ze niet kent. De omstaanders tillen de motorrijder recht, en na wat schoudergeklop stapt hij weer op zijn tweewieler en vertrekt. De chauffeur rijdt verder tot er een groot wit gebouw opdoemt, omgeven door palm- en litchibomen. Enkele mannen naast een grote zwarte jeep staan ons op te wachten.
Vanmorgen zijn we bij zonsopgang opgestaan. De voorbije dagen hebben we veel gedaan maar weinig bewogen. Taxi Sunil stond altijd klaar. Om 4u zitten we beneden te wachten op onze goede vriend en kameraad van Phineas, Falak. We vertrekken een uur later dan voorzien, het wordt een gewoonte. Toch hebben we er op dit vroege uur meer last van dan anders.
We wandelen door de wijk langs de krakkemikkige hutjes. Ook moeten we goed kijken waar we onze voeten zetten, we bewegen tussen het vuilnis, de honden en de koeien. Toch valt de stank nog mee. Ofwel zijn onze neuzen niet zo gevoelig in dit land. Bij mij zal dat zeker meespelen. De tempels worden stilaan geopend en muziek schalt door de luidsprekers. In deze ambiance wandelen we naar het eco-park. Onderweg houden we ons zoveel mogelijk aan de kant van de straat, want voetpaden, tja, die zijn er maar zelden, en als ze er al zijn, dan zijn er hutjes, stalletjes of auto’s die de volledige ruimte innemen. Wat me deze keer opvalt is, dat mijn angst van voordien, serieus gezakt is. Ik kan me beter tussen het verkeer laveren (enkel bij het oversteken weliswaar). In het eco-park kunnen we even tot rust komen. We spelen een partijtje badminton totdat de bewakers ons van het grasveld jagen omdat we zonder schoenen moeten spelen. Daar voel ik niets voor, en Phineas al evenmin.
We wandelen terug en bereiken de 5km, een afstand die ik in India zelden te voet heb afgelegd. We zijn fier op deze prestatie te meer omdat het qua sportinfrastructuur in Patna triestig gesteld is. Wie wil bewegen moet op een fiets springen, en laat dat nu de manier zijn waarop je in deze overvolle stad een ongeluk snel in de wacht kan slepen. De meeste mensen die willen bewegen doen dat dus ’s morgens bij zonsopgang. Een ervaring op zich om tussen de wandelende Indiërs de ontluikende zonnestralen te absorberen en te profiteren van draaglijke temperaturen. Als we terug zijn, ontbijten we en ploffen we in ons bed. We slapen bij tot de middag. In de namiddag vertrekken we met een volle maag naar het shoppingcenter waar ik tijdens de vorige reis zo ziek was als een hond en de toiletpot amper heb verlaten. Nu kan ik wel genieten van het kuieren tussen de winkels en de mooie sfeerverlichting in het teken van diwali. Phineas en Falak duiken het lunapark in, en we zien hen gedurende een uur niet meer terug. Ondertussen ga ik met Sunil thee drinken. We knopen een constructief gesprek aan over mijn zoektocht. Ik ben blij want ik heb het gevoel dat ik hem kan bereiken deze keer. We spreken af dat we via zijn vrienden gaan proberen om de media te bereiken. Ook mijn Brahmaanse kennis steunt me en op het einde van de dag beloven beide vrienden dat ik de volgende dag met een journalist zou kunnen praten.
Dag 6: Donderdag 27 oktober 2022
Vanmorgen ga ik met Sunil op stap. De jongens gaan naar de zoo. Ik maak kennis met verschillende vrienden van Sunil. Stuk voor stuk lieve mensen maar twijfelachtig of hun hulp moet gepusht worden of niet. Na de 2 bezoeken keren we terug naar onze verblijfplaats. Er komt een journalist langs, maar die is zo snel weer verdwenen als hij verschenen is. Ik heb hem amper iets kunnen zeggen. Hij gaat aan zijn baas vragen of mijn zoektocht de moeite waard is om te publiceren. Het is immers geen komkommertijd want de festivals volgen elkaar op. Vandaag is het de dag van de pen, geen enkele journalist werkt vandaag want hij mag geen pen vastnemen. Anders gezegd: ze hebben een dag vakantie. Tot die vaststelling kom ik na het blitzbezoek van de journalist vanmorgen.
Op de middag gaan we langs een administratieve dienst: de SDO, de Subdivisional Officer. Deze man ontvangt ons hartelijk en hij is direct mee met mijn verhaal. Hij vindt dat de bloedband niet onderschat mag worden, en gelijk heeft hij! Sinds ik voet aan de grond gezet heb in India, heb ik geen last van zware benen, en al evenmin van pijn in de onderrug. Ik weet niet welke dokter hier een serieuze verklaring kan geven. Toch is hij heel duidelijk: hij zal proberen om de lijst met 5 Anila’s te checken, maar het wordt een moeilijke klus vermits er geen vingerprints beschikbaar van deze mensen. Bovendien was het in India in de jaren 80 niet de gewoonte om zich in te schrijven in een register. Kortom, het wordt zoeken naar een speld in een hooiberg. Ik laat me niet van de wijs brengen, en geef hem mijn flyers.
Ik push en zeg hem dat als we niks proberen, er zeker niets bereikt zal worden. Hij geeft ons nog een tip mee: ga informeren bij de Social Welfare Office en contacteer de Assistant Direction Child Protection Unit. Een mondvol om te zeggen dat er misschien toch nog oude lijsten bijgehouden werden, ook al is de kans klein. Met Sunil neem ik afscheid van deze deze vriendelijke meneer. Het wordt me even teveel en bij het verlaten van het gebouw laat ik mijn tranen de vrije loop. Waarom moet dit allemaal zo moeilijk zijn? Waarom kon India zijn administratie niet beter beheren? Waarom moet ik hier zoveel energie in steken. Ik heb de indruk dat ik amper vooruitgang heb geboekt. Ik verman me en we zetten vaart (op z’n Indisch) naar het volgende adres: het Patna Collectorate. De persoon in kwestie is afwezig. Vastberaden zeg ik tegen Sunil dat we de volgende dag terug zullen gaan. Om de dag af te sluiten gaan we nog langs een derde vriend. Daar proberen we te achterhalen of er een mogelijkheid is om op de staatstelevisie te geraken. Wil je hierover meer weten? Lees dan zeer mijn volgende blog!
Het was heel bijzonder om Diwali in India te kunnen vieren. Nooit had ik gedacht dat de verbinding met mijn land van herkomst zo hecht zou kunnen zijn. De olielampjes brengen sfeer in de huizen. We kregen de kans om Diwali te vieren met een Brahmaanse familie, zij behoren tot de hoogste kaste in de Indische gemeenschap. Ik geniet nog na van de puja (ritueel) die ik heb mogen aanschouwen. Ook vandaag is Diwali nog deels aanwezig, op de achtergrond blijven de vuurwerkpijlen knallen, waarschijnlijk voor de hele week en vooral ’s avonds. Phineas vraagt zich terecht af hoe het zit met de veiligheidsregels en komt tot de ontdekking dat die er niet zijn. We bijven dus op een veilige afstand maar genieten wel van het uitzicht op het balkon. Indische muziek en gezang maken de speciale sfeer compleet.
Vanmorgen zouden we om 8u vertrekken naar Patna City. Ons vertrek liep zoals gewoonlijk vertraging op, en dat kwam niet door ons. Gelukkig waren we toch nog in de voorziene tijdspanne op onze bestemming. We werden ontvangen door de hoofdzuster van het kindertehuis. We startten gezamenlijk de rondleiding. Het weerzien met Manju, een blinde dame die ik hier in 2003 al ontmoette, was emotioneel. Ze zong haar mooie welkomstlied, ik krijg telkens kippenvel en dat is nu niet anders. Ze is zo blij om me te horen en ik geef haar een dikke knuffel. Ik laat haar kennismaken met Phineas en om haar een idee te geven van zijn grootte laat ik haar voelen tot waar zijn weelderige haardos rijkt. Ze glimlacht breed, het is een vertederend moment. Manju’s blinde vriendin Kiran is even enthousiast. Soms heb je geen woorden nodig, de gevoelens spreken voor zich. We begroeten alle dames van de groep. Stuk voor stuk hebben ze een fysiek probleem. Hard om te zien, maar wel hartverwarmend om te voelen hoe deze patiënten ons benaderen met een onmetelijke dosis menselijkheid. Ondertussen verdwijnt de hoofdzuster zonder dat ik er erg in heb.
We begeven ons naar het andere deel van het gebouw, en Phineas maakt kennis met de kinderen. Deze gehandicapte kindjes krijgen de nodige zorgen, zoals fysiotherapie en worden gemotiveerd om bepaalde bewegingen te onderhouden. Een hyperkinetisch meisje mag niet wijken van de zijde van een zuster omdat ze anders wegloopt. We nemen de trap naar de eerste verdieping. Als ik de gang bereik, vang ik een glimp op van Lucky. Ze herkent me eerst niet, maar als ze dichterbij komt gaat alles plots vliegensvlug. Voordat ik het besef vallen we elkaar huilend in de armen. Ook hier zijn geen woorden nodig. Zes maanden geleden deelden we dezelfde diepe emoties, en vandaag kan ik alleen maar bevestigen dat de tijd de zaken niet verzacht. Mijn kindsdeel laat zich deze aandacht welgevallen en ook Lucky geniet van ons weerzien. Phineas bekijkt het tafereel vanop een afstand en vindt het eveneens een bijzonder moment. In de eetruimte groeten we ook alle andere volwassen patiënten, stuk voor stuk dames met een mentaal probleem. Ik stel Phineas voor. Ik stel hem voor aan Lucky. Ze omhelst hem en hij voelt zich geborgen en veilig. Vervolgens nestelt Lucky zich naast mij en met onze handen verstrengeld genieten we van zang en dans, gebracht door de vriendinnen van Lucky. Ik vraag haar discreet of ze iets van mijn moeder herinnert maar het antwoord is negatief. Ik probeer mijn verdriet weg te drukken en focus me op de aanwezigheid van Lucky, zij die mij als kind heeft gevoed in het kindertehuis en toen met me heeft gespeeld. Het blijft een connectie die ik voor de rest van mijn leven in mijn hart zal dragen ook al kan ze dat lege stukje in mijn hart niet opvullen.
Tijdens het middagmaal bedien ik mee de patiënten en ik zie hoe Lucky zich ontfermt over de patiënten die niet zelfstandig kunnen eten. Het zorgende in haar is er nog steeds. Dat wat ze als 13-jarige deed voor mij doet ze nu voor haar volwassen mede-groepsgenoten. Die vaststelling stemt me deels gerust. Ook al heb je mentale problemen, gevoelsmatig blijf je geconnecteerd met de mensen die van tel zijn. Ik houd dat vast en trek dit onbewust door naar mijn Indische familie: ook mijn moeder hier zal met mij geconnecteerd zijn, of ik haar zal vinden of niet.
Na het middagmaal vertrekken we, want Harry, mijn vriend en chauffeur wil naar de volgende stopplaats. In 7 haasten nemen we afscheid van de hoofdzuster, ik heb zelfs de tijd niet meer om mijn vragen te stellen. Ik neem me voor haar nog terug te bellen.
We bezoeken de Gurudwara Sikh-tempel. Op de terugweg laat Phineas vallen dat India toch niet alleen maar positief is. Bij de nabespreking geeft hij aan dat hij hier niet zou kunnen wonen. Ik zeg heel eerlijk dat ik geen moeite mee zou hebben om me in India te settlen, maar dat ik dat uiteraard niet zal doen omdat mijn gezin mijn prioriteit is en ik mijn job en vrienden in België heb. Ik stel hem gerust dat ik uiteraard zijn gevoel ook begrijp, omdat hij hier niet geboren is.
Ik doe nog een paar telefoontjes om mijn zoektocht toch nog onder de aandacht te houden. Het ritme is anders dan de vorige reis, en dat is omdat ik voel dat ik mijn zoon ook alle aandacht wil schenken die hij verdient.
Het is maandag 24 oktober, één van de belangrijkste dagen van het jaar voor de Hindoe-gemeenschap hier in India. We worden ondergedompeld in een sfeer van lichtjes, en veel Indische muziek. Het belooft een magische dag te worden.
Om de zaken een beetje in volgorde te vertellen, begin ik hier met een samenvatting van onze eerste dagen van de reis.
Dag 1: zaterdag 22 oktober 2022 De eerste vlucht verloopt vlot. We wachten nadien in Londen Heathrow op onze connectie naar India. Tegenover mijn laatste reis in april verloopt alles naar wens en we bereiken op tijd de luchthaven in New Delhi. In de hoofdstad zijn we verplicht om de nacht in de luchthaven door te brengen. Het was de moeite niet om een hotel te boeken om maar enkele uren in een zacht bed te slapen. We komen tot de vaststelling dat zelfs in een haast lege terminal alle bedden bezet zijn. We lummelen ons de nacht door door doelloos op onze smartphones te tokkelen. Tijdens de nacht wordt het nummer van de gate tweemaal aangepast. We sjokken dus telkens met onze handbagage naar de aangegeven plek.
Dag 2: zondag 23 oktober 2022 Na een lange nacht zijn we opgelucht dat we ons in het vliegtuig kunnen ploffen. We slapen tijdens de reis. Als het eten wordt geserveerd, moet de stewardess ons wekken.
Als het vliegtuig de daling inzet, stromen mijn tranen automatisch over mijn wangen. De hand van Phineas streelt mijn arm, en ik voel dat hij, weliswaar onbewust, mijn innerlijk kind tot bedaren brengt. Het mag er zijn, ook van hem. Een grote opluchting voor mij…
Als we voet aan de grond zetten, voel ik me thuis. Mijn hart maakt een vreugdesprongetje als ik merk met welke flexibiliteit mijn zoon zich hier aanpast. De gevreesde cultuurshock valt veel beter mee dan gedacht. Hij vat zijn eerste contact met India als volgt samen: rustgevend en fascinerend. Het woord ‘rustgevend’ verbaast me en hij licht me toe dat het thuis voelen in India hem tot rust brengt. Hij vult aan dat de armoede hem raakt maar hij de bijhorende gevoelens loslaat. Waarom doet hij dat? Omdat hij het inzicht heeft dat hij als persoon geen directe oplossing voor dit probleem kan aanbieden. Op deze manier blijft de situatie draaglijk voor hem. De kerst op de taart voor mij als mama volgt wanneer hij aangeeft dat hij een kurta wil dragen. Ik regel direct een bezoek naar het hipste shoppingcenter van de stad, amper sinds een week geopend. Mijn zoon kiest 2 prachtige tenues uit, hij straalt als een Indische prins. Mijn droom om samen met hem deze stappen te ondernemen wordt werkelijkheid. Voor mij is het belangrijk dat hij zelf kiest wat hij belangrijk vindt. De beslissingen die hij neemt om zich hieraan te passen, stralen een bepaalde kracht uit. Ik ben trots om mama te mogen zijn van deze lieve gast.
We praten ’s avonds nog na over de dag, de indrukken, de gevoelens. Wat is er leuk? Wat was er moeilijk? Wat is er boeiend? Vragen die elke dag zullen terugkomen. Het verrijkt ons beiden. Ik ben benieuwd wat de rest van het verblijf ons nog zal brengen.
Dag 3: maandag 24 oktober 2022 Vandaag nemen we alleszins samen de tijd om diwali* te vieren op de échte Indische manier. Phi-You en Shee-Me, Phineas en Sheela, zoon en mama. Onze ervaringen hebben nu al een verbindend effect. Benieuwd wat de rest van de week zal geven… We worden vanaf ’s morgens de dag ingeknald met vuurpijlen, bommetjes en Indische muziek. De ganse dag baden we in deze sfeer.
*Diwali: het feest van het licht, een Hindoe-festival dat de terugkeer van de God Rama viert, die na 14 jaar ballingschap in het bos, terug naar huis keert. De huizen worden verlicht met olielampjes. De sfeer is magisch.
Op zaterdag 22 oktober 2022 zal ik het vliegtuig nemen met mijn zoon. Samen reizen we naar het zonovergoten India.
Een uitdaging is het zeker! Maar we gaan die met volle moed aan. Onze reis zal een mix worden van ontdekken, cultuur snuiven, en zoeken naar mijn Indische familie. Het wordt zeker een boeiende ervaring!
Dit filmpje mag zeker gedeeld worden! Alle wegen die naar Muzaffarpur leiden zijn goed.
Hoe voel ik me momenteel? Ik vind het allemaal spannend, ik ben blij, opgetogen en gestrest tegelijk. Ik moet nog puzzelen om alle cadeautjes in mijn bagage te proppen, mijn eigen kleding zal ik tot een minimum beperken. Ik weet even niet waar ik eerst moet beginnen. Maar alles zal wel in zijn plooi komen. Ik zal opgelucht zijn als ik zaterdag op het vliegtuig stap en België even achter me kan laten.
Hoe voelt mijn zoon zich? Dat kan ik moeilijk voor hem invullen, ook al denk ik dat een cultuurshock onvermijdelijk zal zijn. Ik zal er zijn als mama, om hem op te vangen, en hem te steunen. Deze reis zal ons dichter bij elkaar brengen. Iets waar ik al jaren van droom.
En ja, deze keer wil ik het hebben over kleur in mijn leven. Sinds jongs af aan, beginnen mijn ogen te schitteren als ik felle kleuren waarneem. Dat kan je ook merken aan mijn binnenhuisdecoratie en aan mijn kledingstijl. Mensen zien me van ver aankomen. Kleren maken de man zegt men wel eens, bij mij maken de kleuren mezelf.
Mijn lievelingskleuren zijn geel, (donker)rood, goud en oranje. Ik ben altijd aangetrokken geweest tot warmte, en deze warme kleuren geven me moed om door te gaan, en energie om te blijven functioneren.
Ik word soms zo triest van kale interieurs, zwarte gordijnen en ruimtes waar alles stijf wit is. Daar voel ik me niet thuis. Zwart, wit, ze stralen voor mij kilte uit. Ik krijg er letterlijk rillingen van.
Dit jaar ben ik 18 jaar getrouwd, en laat dit cijfer nu net in relatie staan met turquoise. Het is een populaire Indische kleur. Met deze kleur wordt de Hindoegod Krishna afgebeeld. Turquoise staat symbool voor gezondheid, balans en stabiliteit. Deze 3 woorden stonden de laatste maanden wel heel centraal in mijn leven: balans en stabiliteit vinden in mijn adoptieproces en ook (on)gezondheid waarmee ik strijdde tijdens de ziekte van Anne-Michèle. Ik moest voor mezelf zorg dragen zodat ik Anne-Michèle zo goed mogelijk kon steunen.
18 jaar getrouwd… Het lijkt een eeuwigheid maar ik herinner me mijn trouwdag alsof het gisteren was. Ik werd aangekleed door een Indische dame, zij hielp me met het draperen van mijn goudkleurige saree, die met bordeaux tinten was afgewerkt. Net ervoor was ik bij de kapster langs geweest die een korte moderne coupe had voorzien met daarin mijn lievelingsbloemen of celosia’s. Deze dieprode bloemen pasten perfect bij mijn outfit. Mijn toekomstige man stond zenuwachtig voor de deur van mijn vaders schoenwinkel te wachten. Zijn ogen schitterden bij mijn verschijning. Hij wist dat ik me in Indische klederdracht zou uitdossen, maar hij had geen idee wat mijn uiteindelijke keuze zou zijn. Ik was opgelucht toen hij goedkeurend knikte. Met knikkende knieën wandelde ik met hem naar de kerk, die op een steenworp afstand van mijn ouderlijk huis gelegen was. Waarom trilde ik zo hard? Waarom had ik plakkerige handen? Ik had het ontzettend warm. Deels zullen de zenuwen me parten gespeeld hebben, maar nu begrijp ik ook: in Indische klederdracht trouwen is niet evident. Ik heb mezelf toen overstegen, in mijn Indische cultuur stappen en zonder te beseffen heb ik mijn onderbewustzijn getriggerd. Want uiteindelijk hoefde dit geen grote stap te zijn, maar eerder de evidentie zelve omdat er nu eenmaal Indisch bloed door mijn aders stroomt. De ceremonie verliep vlot, en mijn Indische bruidskindjes, waarvoor ik ook Indische tenues had voorzien, hebben zich voorbeeldig gedragen.
De dag voordien waren we naar het stadhuis geweest. Het was eerst de bedoeling om alles op één dag te laten doorgaan, maar we hebben om administratieve redenen het burgerlijk huwelijk verplaatst.
Vandaag, maandag 25 juli, is het ook 41 jaar geleden dat ik naar België kwam. Elk jaar voel ik me lastig op deze dag. Dit jaar onderga ik het minder, en voel ik me meer in balans. Etienne en Viviane, het koppel dat me naar België bracht, heeft me vorige week thuis een bezoekje gebracht. De kennismaking met mijn man en kinderen was heel aangenaam. Toen ze vertrokken welden tranen op. Innerlijk voelde ik dat deze mensen van grote betekenis zijn voor mij. Zij hebben me in hun armen genomen, nog voordat mijn ouders dat hebben kunnen doen. Voor mij zijn ze een puzzelstuk van enorme waarde. Ze brengen me op een of andere manier in evenwicht, ook op mijn aankomstdag.
Toch wil ik vandaag niet als mijn verjaardag zien. Deze dag is voor mij geen feest, want mijn leven is sindsdien radicaal veranderd. Vroeger vierde ik 2 verjaardagen: mijn aankomstdag en mijn zogezegde echte verjaardag. Normaal gezien wordt mijn administratieve verjaardag in augustus gevierd, maar nu ik weet dat die niet klopt, voel ik er niets meer voor om die in de kijker te zetten. Ik zal eerder data vieren waar ik zelf voor gekozen heb: mijn huwelijksverjaardag, de geboorte van mijn kinderen, … En ik vier elke dag dat ik besta!
Na een half jaar van drukke (emotionele) dagen, ben ik met mijn echtgenoot een weekje naar Kroatië getrokken.
Vlak voor ons vertrek stond er nog een heus tuinfeest bij vrienden op het programma. En ook al dacht ik, nu kan ik even mijn verstand op nul zetten: toch loert het thema adoptie altijd om de hoek. Zelfs op het tuinfeest kwam het thema aan bod toen ik een adoptievader ontmoette met zijn Chinese dochter. En ja, ik zit in een fase dat ik adoptie niet helemaal kan wegdenken. Elke dag sta ik ermee op en ga ik ermee slapen. Dus zal ik het misschien ook aantrekken, wie weet. Een vriendin stelde het zo: “An Sheela, jij ademt adoptie.”
De laatste weken van het schooljaar waren intens. Ik werkte mee aan het overleg op Vlaams niveau om de toekomst van adoptie mee richting te geven. De vergaderingen en overlegmomenten waren intensief en vergden wel wat voorbereiding. Mensen die mijn blog lezen, en nog iets willen meegeven voor de toekomst over (na)zorg voor afstandsouders, geadopteerden en adoptieouders mogen me altijd een berichtje sturen.
Verder wil ik hier nog even stilstaan over hoe ik na 6 maanden tegenover mijn adoptie aankijk. Sinds mijn laatste reis naar India, heb ik mijn hart vaak voelen bonzen in mijn keel, of brak het zweet mij uit, op momenten dat ik werd getriggerd als bijvoorbeeld ik naar een Indische film keek. Maar de wil en de kracht om iets positiefs te vinden in een film over prostitutiehandel in India, doen me inzien dat ik best wel weer wat stappen heb ‘overwonnen’ in de zoektocht naar mezelf. Waar ik vroegen tranen met tuiten zou gehuild hebben, en niet weten waar die vandaan kwamen, kan ik nu beter mijn vinger leggen op de dieperliggende redenen van deze lichamelijke reactie. Mijn connectie met mijn geboorteland zit ingebakken in mijn genen. Vroeger zei een zekere pater Delooz (oprichter van het adoptiebureau De Vreugdezaaiers): “Kinderen zijn zoals ze gebakken zijn”. Los van het feit dat deze uitspraak respect uitstraalt of niet, denk ik dat elk levend wezen wel degelijk op bepaalde manieren reageert, en daarin hebben genen en impact van de omgeving effect. Hoewel de invloed van de genen in mijn ogen primeert.
Mijn hart maakte ook sprongetjes telkens ik met vrienden of kennissen een Indisch restaurant binnenstapte. Elke nieuwe ontmoeting ging ik aan met nieuwsgierigheid. En verdriet dat ik vorig jaar niet overzag, begon te verminderen. Ik ben heel diep gegaan, zeker na het overlijden van mijn bestie Anne-Michèle. Maar ik kreeg de kans om dit verdriet de bekijken tijdens een opstellingensessie. Sommige mensen bekijken deze sessies met lede ogen, maar ik heb de impact van deze sessie toegelaten, en tot op de dag van vandaag ben ik daar nog altijd heel enthousiast over. Het heeft me meer gebracht dan ooit. Mijn psychologisch evenwicht vond ik niet alleen terug dankzij die sessies, maar ook dankzij massagesessies, wandeltochten en een geadopteerde therapeute. Enkel bij haar voelde ik me volstrekt veilig en kon ik mijn ziel openleggen omdat ik wist dat zij meer dan wie ook, begrijpt wat geadopteerd zijn betekent.
In juni bracht ik ook een bezoek aan het Federaal Parlement, waar de volksvertegenwoordigers unaniem gestemd hebben tegen illegale adopties heeft me tot in mijn ziel geraakt. De uren en zelfs dagen die ik besteedde aan de voorbereiding van deze belangrijke resolutie, mondden uit in een hoogdag. Het feit dat Etienne (ooievader) en zijn vrouw Viviane er waren, gaf me een beetje rust. Maar ik miste mijn bestie Anne-Michèle enorm hard. Toch blijf ik dankbaar voor wat ze me bracht en me nog steeds geeft, ook nu ze er niet meer is. Tranen stroomden over mijn wangen toen de uitslag van de stemming op het bord verscheen. Mijn darmen krompen ineen. Een mix van verdriet, erkenning en blijdschap overspoelden me. De dagen erna, moest ik letterlijk bekomen van de emoties. Maar verschillende mensen stonden klaar om me op te vangen. Ik was niet alleen.
De weken erop heb ik mijn schooljaar afgerond, en keek ik reikhalzend uit naar vakantie. Ik telde de dagen af naar mijn reis naar Kroatië. De eerste keer in 3 jaar ging ik alleen met mijn man op verlof. In het vliegtuig keek ik uit het raampje, en zei ik stilletjes bij mezelf: Hallo Anne-Michèle, nu ben ik even dichter bij jou, zwevend in de lucht. Ik moest terugdenken aan het boekje dat Saartje me aanraadde: Het sprookje van de dood. Dat boek heeft me ergens rust gebracht. Want de dood is geen eindpunt, het is het begin van iets nieuws. Op dit moment is dat de enige gedachte die me een beetje troost kan brengen.
In Kroatië maakte ik tijd voor mijn man, maar ook tijd om de omgeving te ontdekken:
De kust is adembenemend, met de baaitjes die tussen rotspartijen verscholen liggen. Het heeft iets idyllisch. We wandelen in 32 graden, een beproeving voor het lichaam dat niet gewend is om in deze temperaturen te functioneren. Porec is prachtig en we chillen op een terras met uitzicht op de Adriatische Zee. Wat mis ik? Wat vervult me met vreugde? Hoe vind ik die balans tussen hoogtes en laagtes? Even stilstaan bij mezelf… Even helemaal weg…
We genieten, niets moet, we hebben geen uitgestippeld programma maar zijn ook niet het soort mensen dat 5 dagen naast een zwembad ligt te bakken in de zon. Op 7 juli plannen we toch een uitstap naar het binnenland. Toeristen uit verschillende hotels nemen deel. We spreken Frans of Engels en komen zo in contact met vriendelijke mensen. Twee dames stelen de aandacht. Ze komen van de UK en springen zowaar een gat in de lucht als ze horen dat Boris Johnson zijn ontslag indient. Dit is het moment waarop we beginnen te praten en uiteindelijk komt uit dat de ene dame een adoptiemoeder is. Ik ben perplex. Elke ontmoeting gebeurt met een reden, en dit is er eentje die ik niet had zien aankomen. Misschien ben ik dan toch niet helemaal weggeweest…
Vandaag heb ik ervoor gekozen om mijn “ooievader” Etienne aan het woord te laten. Etienne heeft me in 1981 vanuit Kolkata naar België gebracht.
Ik denk dat het interessant is om zijn ervaring ook met u te delen. Iedereen is vrij om zijn gevoelens te uiten, en aangezien hij ondertussen een speciale plaats in mijn leven inneemt, wil ik hem de kans geven om zijn woorden via mijn blog de wereld in te sturen. Ik ontmoette Etienne in januari van dit jaar. Vandaag, 5 maanden later, ben ik blij dat ik bij hem durfde aanbellen…
Namaste,
Het begin van het jaar
Een dag als alle andere.
De telefoon gaat en het is Viviane die ernaartoe snelt zoals gewoonlijk.
Ik hoor niets, maar aan haar gezicht te zien, besef ik dat er iets ongewoons aan de hand is.
“Het is iemand die vraagt of je kinderen uit Calcutta hebt meegebracht in 1981” en ze geeft me de telefoon.
De dame aan de andere kant van de lijn legt uit dat haar naam Charmain is en dat zij de namen van de andere vier kinderen die met haar naar België kwamen, kent. Ze voegde eraan toe dat ze op zoek was naar haar biologische ouders en vroeg of we meer informatie hadden.
Zij legde uit dat zij niet langer de naam Charmain droeg en dat zij nu An Sheela heet, een combinatie van de naam die zij in België had gekregen en de naam die ze van haar biologische moeder kreeg.
Omdat dit een beetje ingewikkeld is, zal ze in de familie “Opa’s vriendin” worden!
In feite heeft ze zojuist niet één maar twee metgezellen gevonden, want Viviane was mee op die bewuste reis en ze kon haar oren niet geloven.
Hoewel ik contact heb gehouden met twee andere geadopteerden, is dit de eerste keer dat ik zo’n telefoontje kreeg waarop ik altijd had gehoopt.
We praatten een tijdje en spraken af haar zo snel mogelijk te ontmoeten.
Intussen vernam ik, als gedreven speurneus, dat zij heldhaftig zorgde voor haar vriendin Anne-Michèle Lahaye die aan een ongeneeslijke ziekte leed; hierdoor kon zij niet alleen koning Filip ontmoeten, maar kon ze hem ook uitleggen dat zij zich bezighoudt met het probleem van de illegale adopties.
Enkele dagen later kwam zij bij ons aan en leerden wij haar kennen; wat ons vanaf de eerste minuten opviel was haar permanente glimlach, haar dynamiek en haar vreugde om ons te ontmoeten.
Viviane legde aan de hele familie uit dat “de vriendin” STRALEND is!
Een paar dagen later, ruimde ik mijn foto’s op en vond de groep van vijf.
Ik stuurde ze naar haar en ze huilde, ook al was dat niet de bedoeling.
Ik stelde voor dat we zouden proberen mijn vriend Mon te ontmoeten, die ook drie Indiase kinderen heeft geadopteerd en die veel meer heeft gereisd dan wij voor de Vreugdezaaiers; hij zou haar waarschijnlijk veel meer informatie kunnen geven dan wij hebben.
Wij ontmoetten elkaar spoedig bij hem thuis, maar deze keer met Iris, de vriendin van An Sheela met wie zij naar India zou gaan.
Mon was inderdaad een onuitputtelijke bron van informatie en wist zoveel abnormale dingen dat hij heeft besloten de banden met de Vreugdezaaiers te verbreken, ook al was hij één van de meest actieve medewerkers.
Iris deelde mij discreet mee dat Anne-Michèle haar laatste dagen beleefde en dat dit An Sheela heel hard trof, ik niet wist wat ik moest doen, en nam wat afstand met het gevaar dat ik haar pijn zou vergroten.
Nog steeds op zoek naar informatie, probeerde ik een ontmoeting te organiseren met de verantwoordelijke van de Vreugdezaaiers, met wie ik altijd een zeer goede en vriendschappelijke relatie had gehad; haar weigering om mij te ontmoeten versterkte alleen maar mijn idee: “Eén ding is duidelijk, het is verdacht”.
Mon, van haar weigering op de hoogte gebracht, bevestigde mijn gevoel.
Tijdens An Sheela’s reis naar India keek ik elke dag uit naar een bericht op haar blog en besefte ik de ups en downs van zo’n onderneming.
Ik volgde op dezelfde manier de publicaties van haar vriendin Renate in Korea.
Hoe moeilijk is het toch allemaal voor beide betrokken partijen.
Intussen publiceerde ik foto’s op de website “Kinderen van Shishu Bhavan” en begon wat informatie te publiceren onder de titel: “Ik heb ook een droom”, de droom dat al deze geadopteerden toegang zouden kunnen krijgen tot alle informatie over hun afkomst en daar veranderde in een paar weken alles: een non die niets wilde prijsgeven om de biologische moeders te beschermen, spraken sommigen plots van een radicaal andere houding en het e-mailadres van de zuster bleek bekend te zijn en op aanvraag beschikbaar te zijn.
An Sheela informeerde ons over een nieuwe zitting in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en nodigde me uit om aanwezig te zijn.
Ik was er ruim op tijd en vond mezelf te lang alleen op de toeschouwerstribune en dan opeens was het een invasie en realiseerde ik me pas langzaam dat ik niet alleen omringd was door Indiase vrouwen, maar ook door 3 Guatemalteekse dames, een Koreaanse en een heer uit Sri Lanka!
Naarmate de sessie vorderde, zag ik hen glimlachen, hun tranen van vreugde, omhelzingen en handdrukken.
Toen senator Michel De Maegd het woord nam, stond iedereen op om zijn vastberadenheid te tonen met het risico de zaal te worden uitgezet.
Ik was zo ontroerd dat An Sheela me op de schouder klopte terwijl ik haar eigenlijk zou moeten feliciteren.
Wat een ongewoon karakter!
Het wetsvoorstel dat illegale adopties erkent, werd aangenomen.
En ik werd bedankt dat ik er was terwijl ik degene was die een groot geschenk heb gekregen.
Ik zal deze dag en jouw vreugde nooit vergeten.
Ik dank God dat ik An Sheela heb ontmoet en ik hoop dat we samen nog een lange weg zullen kunnen afleggen.
Na een speciale dinsdag, heb ik nood om wat gedachten en gevoelens op papier te zetten. Hoe gaat het nu met mezelf?
Vandaag sta ik even stil. Gewoon, even ervoor zorgen dat niks moet. Vanmorgen ben ik opgestaan met tranen in mijn ogen en met een knoop in mijn maag. Ik heb de kinderen gewekt en heb hen één voor één aangesproken, geëmotioneerd en dankbaar. Waarom?
Als ik op het laatste jaar terugblik, was het een aartsmoeilijk jaar, met emoties die soms hoog opliepen. Ik voelde diep van binnen dat er iets gebroken was, iets dat ik al heel mijn leven meedraag. De ziekte van mijn vriendin daarbovenop, maakte dat ik uit mijn evenwicht geraakte. Maar ik vocht samen met haar als een leeuwin zodat ze zo lang mogelijk zou kunnen leven. We vonden troost bij elkaar en het was als het ware een verlichting om elkaar te steunen en te boosten, elk in onze moeilijke situatie.
Mijn adoptie, mijn verlangen om mijn familie te vinden en vooral mezelf ontaardde in een ware zoektocht waarvan ik dit jaar fase 1 mocht beleven in India.
Als ik er nu vanop een afstand naar kijk, had ik die periode nodig om stukken van mijn verhaal aan te vullen. Het verlies van Anne-Michèle hakte serieus in op mijn zelfvertrouwen, dat zelfvertrouwen dat al heel mijn leven op een laag pitje staat. Alle uren en tijd die ik besteedde aan mijn adoptieprojecten en aan de steun van Anne-Michèle slorpten massa’s energie op. En ook al had ik dat niet door, ik bleef doorgaan. En ik bleef torenhoge verwachtingen scheppen naar mijn omgeving toe, als het ware: Omgeving, pas je aan mij aan want ik ben het zat… Ik ben het beu om me aan te passen omdat ik al heel mijn leven een kameleon ben. Ik heb het gehad met iedereen tevredenstellen.
Maar vandaag kan ik terugkijken met begrip. Ik had het moeilijk maar mijn reis naar India heeft me grotendeels terug in evenwicht gebracht. En dat komt door het feit dat ik mijn mentaal functioneren heb kunnen combineren met mijn lichamelijke signalen. Die lichamelijke signalen leren begrijpen, dat ben ik pas beginnen doen sinds het laatste jaar. Het moment aan de Gandak-rivier en de ontmoeting met Lucky hebben me heel veel gebracht. Ik heb als het ware een stukje van Muzaffarpur kunnen integreren in mijn binnenste. En op de dag van vandaag kan ik echt wel zeggen dat dit voor mijn identiteit een openbaring is.
Ik heb mijn kinderen vanmorgen dan ook bedankt voor hun geduld en begrip. Welk effect hebben mijn gevoelens en onzekerheden op hen? Hoe moet het voor hen zijn om kind te zijn van een geadopteerde moeder die op zoek is naar zichzelf? Mijn emotionele toestand vanmorgen heeft me wel doen beseffen hoe belangrijk mijn kinderen zijn voor mij en hoezeer ik hen wil behoeden van het leed dat ik moet doorstaan.
Gisteren was ik aanwezig in het Federaal Parlement, in het gezelschap van een aantal adoptiebelangengroepen en mijn ‘ooievader’. Etienne heeft me in 1981 naar België gebracht en ook al is het voor ons beiden moeilijk om te slikken dat ik slachtoffer ben van een adoptie met serieuze hiaten, toch heeft het weerzien ons gisteren dichter bij elkaar gebracht. Daarom, Etienne, een dikke dank je wel voor je steun en luisterend oor. Je hebt me naar België gebracht, in onwetendheid over het feit dat mijn adoptiepapieren niet waarheidsgetrouw zijn, toch stond je er gisteren, even geëmotioneerd als alle aanwezige geadopteerden, om hen en mij te steunen tijdens de stemming van de resolutie tegen illegale adopties. Ook dit moment was er eentje dat ik me nooit hebben durven voorstellen, of voor mogelijk had gehouden.
Etienne (de dag na het voorstellen van de resolutie tegen illegale adopties in het de Kamer van Volksvertegenwoordigers):
Ik besef nog niet goed het immens geschenk dat ik gekregen heb met de uitnodiging om aanwezig te zijn op de zitting van de Kamer der Vertegenwoordigers. Ik ben bijzonder trots op jullie allen.
Het is gelukt.
De effecten hiervan zullen nog veel tijd eisen maar het is zo dat het moet beginnen.
Als vader van een geadopteerd meisje in 75, begeleider voor de Vreugdezaaiers gedurende enkele jaren en vertaler van de boek van Pater Delooz moet ik erkennen dat ik jullie als getuige nog heel veel informatie kan (en moet) bezorgen.
Tezamen met An Sheela zal ik zien hoe wij dat kunnen bereiken.
Nog bedankt!
De woorden van Etienne raken me diep. Het vertrouwen in elkaar groeit momenteel met de dag. Vandaag voel ik het ook voor de eerste keer effectief: ik ben in volle bloei.
In 2020 vertrok ik opnieuw met studenten naar het zuiden van India. Ik werd alweer enorm getriggerd door de verhalen van onrechtmatige behandeling ten opzichte van paria’s (onaanraakbaren). Hoe kon het toch dat het lijkt alsof mijn hart verscheurd werd bij het horen van dit onrecht? Was ik in het verleden zelf een paria, of in mijn vorig leven misschien? Heeft mijn lichaam het onrecht mee opgenomen en goed verstopt in mijn onderbewuste? Nandhini en Father Suresh hebben de grootste moeite gehad om me weer tot rede te brengen. Heel bizar, die onverklaarbare emotie.
De reis van dit jaar is van een andere aard. Dankzij mijn cursus van vorig jaar bij AFC – Nederland, heb ik leren luisteren naar mijn gevoelens, en ook geleerd hoe ik bepaalde heftige reacties kan benaderen en benoemen. Ik heb Iris zo goed mogelijk ingelicht van de signalen die mijn lichaam me geeft. Dankzij deze technieken, ben ik veel bewuster vertrokken naar India. Ik heb vanuit emotie gefunctioneerd, vanuit het hart. En Iris gaf me de juiste maat aan, zij zorgde voor de realistische visie en onze twee manieren van aanpak pasten harmonieus in elkaar. Mijn moment bij de brug uit mijn droom, dat was een heftig moment. Maar ook de ontmoeting met Lucky was zo intens, dat mijn lichaam het van me overnam. Het voordeel is wel, dat ik deze keer mijn emoties beter kon plaatsen. Ik kon alles veel beter begrijpen.
Ook het feit dat ik geen geboortedatum meer heb, dat mijn leeftijd niet klopt, dat mijn naam veranderd werd en de sporen naar mijn roots uitgewist werden door mij zoveel mogelijk te verplaatsen in mijn geboorteland, dat zindert nog steeds na. Op mijn zogezegd 41ste (ik weet mijn exacte leeftijd niet meer), vragen moeten stellen over wie ik ben, hoe oud ik nu zou zijn en waar ik die 1,5 à 2 jaar overal in India heb gezeten, dat hakt in op mijn identiteit. En het is allemaal gemakkelijk gezegd: laat het los, wees gelukkig met wat je hebt, kijk vooruit in plaats van achteruit… Ik nodig deze personen uit om in mijn schoenen te gaan staan, en zoveel moeite te moeten doen om datgene te weten te komen dat voor zovelen evident is. Deze keer wil ik de tijd nemen om de zaken wél te integreren en wél te begrijpen en benoemen, zodat ik mijn lichaam kan aanleren: het is OK, ik ben veilig bij mezelf. Want laat dat nu net het probleem zijn bij veel geadopteerden: veiligheid bij jezelf? Hoe zou je dat leren aanvaarden? Bij mij heeft nooit iemand daar een woord over gerept, tot vorig jaar bij AFC Nederland.
Toen ik terug thuiskwam zat ik met mijn hoofd nog in India en met mijn lichaam in België. Ik heb een dikke week tijd nodig gehad om effectief te landen. Landen heeft voor mij een dubbele betekenis: geboorteland en huidig land, maar het betekent ook balanceren tussen twee culturen. Land ik in de ene cultuur dan mis ik de andere, en omgekeerd. Die spreidstand, daarmee moeten internationaal geadopteerden leren leven, tot aan hun dood. En het is en blijft een lastige oefening. Deze keer wilde mijn innerlijk kind in India blijven maar mijn hersenen zeiden me: het is tijd om naar België terug te keren. Ik durf te opperen, dat ik met de tools die ik aanleerde, deze laatste week nog vrij goed heb kunnen overbruggen. India zinderde na: in mijn dromen, in mijn woorden, in mijn (soms harde) opmerkingen… En ook al heb ik mensen hiermee onbewust negatief of positief geraakt, toch heb ik het gevoel dat ik psychologisch rijker ben geworden. Ik voel me completer dankzij het bezoek aan het district Muzaffarpur. En ook al heb ik mijn moeder nog niet gevonden, dit puzzelstukje is van enorme waarde. Zelfs een goudmijn zou deze waarde niet kunnen dekken 😉.
Ik wil vooral de volgende mensen bedanken, vanuit het diepst van mijn hart voor hun onvoorwaardelijke steun en toeverlaat:
Mijn echtgenoot en kinderen, om me te laten vertrekken
Iris Neels, mijn reisgenoot en fantastische jeugdvriendin
Renate, mijn blog-maatje, voor al haar raad, ook in de late uurtjes
Mijn vrienden en volgers, voor hun enthousiasme en begrip
PS: Nu ik geen geboortedatum meer heb, en ik geen fan meer ben van 22 augustus waarop ik altijd hoopte dat mijn mama in India aan mij zou denken, ben ik op zoek naar een alternatief. Nu mijn verjaardag nog vieren voelt aan alsof ik mezelf iets voorlieg. Ik ben dus niet meer verbonden met deze datum. Welke tips hebben jullie of welke soort dag zou voor mij zinvol kunnen zijn? Plaats jullie ideeën zeker in de commentaren!
Meer dan een week na mijn reis vind ik de tijd én de moed om een vervolg te schrijven aan mijn blog. Ik heb het tijdens een week moeilijk gehad om mijn evenwicht te vinden. Hoe komt dat eigenlijk?
De twee weken intens in mijn geboorteland vertoeven, waar ik geconnecteerd heb met mijn roots, waren de twee beste die ik tot nu toe in India kon beleven. Beste in de zin van: dichter bij mezelf komen, en tijd maken om de cultuur én de omgeving écht op te snuiven en te integreren. Hoe kom ik daarbij? Wat heeft ervoor gezorgd dat deze reis nét dat anders was dan de reizen voordien?
Mijn eerste reis in 2003, met mijn adoptiemoeder, was een reis om kennis te maken met mijn geboorteland. Ik heb toen 2 weken op hotel gelogeerd, en overdag was ik op stap met de zusters om de stad en de omgeving ten zuiden van Patna te ontdekken. Het was een pure toeristische reis, niet meer dan dat. Ik had toen wel het onverklaarbare gevoel dat ik de plek van het kindertehuis herkende. Maar meer heb ik daar niet mee gedaan.
In 2004 maakte ik mijn tweede reis, in het kader van mijn werk. Toen heb ik met studenten een school van onaanraakbaren (kastenlozen) in het zuiden van India ondersteund. Daar heb ik vrienden voor het leven gemaakt. Nandhini en Father Suresh waren hechte personen voor mij, mijn vertrouwen in hen en hun vertrouwen in mij stond als een paal boven water en er zal heel wat moeten gebeuren om die band te breken. Ik ben immers heel voorzichtig als het op nieuwe contacten aankomt. Mijn hart is al eens gebroken geweest toen ik India heb moeten verlaten als peuter (omdat ik dit niet zelf heb gekozen, en weggerukt geweest ben van mijn basis, mijn roots), als mensen dan mijn vertrouwen winnen, dan is dat ook écht met overtuiging dat ik mij in dat contact ‘gooi’. Deze manier van functioneren heb ik jaren gehandhaafd.
Na 2004, heb ik gekozen om niet meer naar mijn geboorteland te reizen, omdat ik de zorg van mijn kinderen vooropstelde. Ik denk nog steeds dat dat een heel goede keuze was, want zij verdienen wél de basis die ik zo hard gemist heb.
In 2018 keerde ik voor het eerst terug naar India in het gezelschap van mijn echtgenoot. Het was vooral een toeristische reis, maar wel met een tussenstop in het kindertehuis Nirmala Sishu Bhavan te Kolkata (het kindertehuis van Moeder Teresa). Ik was toen zó zenuwachtig, onzeker én bang tegelijk, dat ik het gesprek heb laten leiden. Niemand minder dan Sister Marianne had het heft in handen, ze gaf toen geen vingerbreed toe op mijn vragen over mijn verleden. Ik moest en zou het verleden laten rusten, want het was Gods wil dat ik naar België kon, wat was ik toch een bofkont… Ik kon alleen ontfutselen dat mijn naam in het kindertehuis van Kolkata veranderd werd. Voor de rest was er geen ruimte om meer details over mijn verleden te weten te komen. Ik was toen heel gefrustreerd maar had de tools niet om vanuit mezelf door te spreken.
De huidige setting om deze blog te schrijven: in de aankomsthal van de luchthaven van Mumbai, met uitzicht op de bomen, de Chai Point en het Streetfood-kraam. We wachten op onze aansluiting naar Duitsland.
Een ideaal moment om het vervolg van mijn blog neer te pennen. We zijn deze morgen veilig geland vanuit Patna. Ik heb op het vliegtuig mijn dagboek aangevuld, en heb net al mijn contacten van India nog eens opgelijst en een overzicht gemaakt van de belangrijkste gebeurtenissen per dag.
Wat ik nog niet met jullie gedeeld heb, doe ik hier uit de doeken. Vorige dinsdag waren we voor de tweede dag op een rij in Muzaffarpur. Daar hebben we de SDO kunnen spreken, de Sub Divisional Officer. Deze persoon heeft een belangrijke administratieve functie en kan in het kader van verkiezingen de lijsten raadplegen van de bewoners. Er is immers stemplicht in India. We deden hem ons verhaal, via een vriend/vertaler. Na het gesprek glimlachten we samen op de foto. De SDO beloofde zijn best te doen om ons te helpen, maar de paasdagen zouden voor wat vertraging zorgen. Vanaf witte donderdag tot en met paaszondag is het vakantie voor de meeste Indiërs die in de administratie werken. We namen afscheid met een goed gevoel.
Op woensdag 13 april keerden we voor de laatste keer terug naar het kindertehuis. We namen afscheid van Lucky en van de zusters. Vervolgens aten we een heerlijke veggie burger in de McDonalds van de stad. We sloten de dag af met een boottocht op de Ganges, de heilige rivier van het land. Ik genoot van de rust en de zonsondergang. Het was het ideale moment om stil te staan bij het heengaan van mijn vriedin Anne-Michèle. Ik gooide symbolisch houten hartjes in de heilige stroom, als nagedachtenis maar ook als krachtige betekenis dat zij de eerste vriendin was die mij in 2004 vergezelde naar India. Zij nam mijn geboorteland zoals het was, met de negatieve en positieve kanten. Ik ben haar daar nog steeds dankbaar voor. En dat begrip draag ik nog steeds in mijn hart.
De dag erop namen we even pauze. We lazen al onze informatie nog eens goed door, bespraken de vorderingen en structureerden de laatste details. Plots kwam het bericht binnen dat we in de krant stonden. Donderslag bij heldere hemel… Mijn darmen krompen in elkaar, ik voelde me slecht worden en tranen van angst stroomden over mijn wangen. Ik wilde vooral vermijden dat mijn moeder gevaar zou lopen omdat een kind dat ter adoptie werd afgestaan vaak nog als taboe wordt gezien. Daarom raadden onze vrienden ons aan om de zoektocht on hold te zetten. Toch wilde ik niet zo drastisch beslissingen nemen. Waarom waren onze vrienden zo achterdochtig? Daarvoor moet je de Indische cultuur een beetje begrijpen. Voorzichtigheid is geboden omdat dorpsbewoners nog steeds leven volgens het kastensysteem. Dit systeem zorgt ervoor dat mensen volgens rang leven, en dat er dus veel mensen van de hogere rangen neerkijken op de lagere rangen. Elke rang heeft zijn taak. De dorpsbewoners zijn vaak heel arm en behoren zelfs niet tot een rang. Ik heb het gevoel dat ik behoor tot die kastenlozen, maar het zou kunnen dat dat gevoel niet klopt.
We besloten om niet te reageren op het artikel maar we hebben wel ons ongenoegen laten blijken via onze contactpersonen. Naar het schijnt was er bij de SDO een reporter aanwezig, hoewel we daar niets van wisten. In het artikel wordt mijn zoektocht nogal gedramatiseerd en word ik afgeschilderd als een steenrijke dame. Er kloppen dus duidelijk een aantal zaken niet, maar dat kan ook niet anders omdat ik geen enkele journalist heb gesproken. We proberen nu nog om dit euvel recht te zetten door de verantwoordelijken te wijzen op hun plicht: ze hebben het artikel zonder ons weten in de media gegooid. Nu mogen zij ervoor zorgen dat er effectief geholpen wordt. Kan ik deze faam omzetten tot een effectief resultaat? Of blijf ik enkel beroemd of berucht in Bihar?
Vandaag schrijf ik deze blog met gemengde gevoelens. Mijn doorzettingsvermogen heeft even een dipje. Gelukkig zijn de mensen rondom mij ontzettend lief. Ze vangen mij op, en blijven doorgaan. Deze week was er eentje van veel spanning: de omgeving van het district Muzaffarpur ontdekken, veel voelen en een beetje hopen maar zeker niet wanhopen.
Maandag gingen we naar de zusters in Muzaffarpur. Bij hen voelde ik alsof ik thuiskwam. We werden hartelijk onthaald en kregen een heerlijke maaltijd geserveerd. De warme glimlach van de zusters daar raakte me. Hoewel ze me afraadden om te zoeken, voelde ik wel dat ze met me inzitten. Ik ben nog steeds hun dochter. Ik legde hen zo goed mogelijk uit hoe ik me voel en waarom ik deze zoektocht doe. Ik voel me al 40 jaar ‘onvolledig’ en dat zet me aan om niet op te geven.
We reden langs een plaatselijk dorpje, dat eventueel een link met mij kan hebben. Ik kreeg een vreemde smaak in mijn mond en ik werd op slag verliefd op het landschap: velden, veel groen, enkele hutjes afgewisseld met modernere huizen. Ik merkte dat Iris aangestaard werd. Ze voelde zich ongemakkelijk. Ik verduidelijkte haar dat dit gevoel mij 40 jaar achtervolgd heeft in België. Mensen die me aanspraken op mijn huidskleur was geen rariteit. Verderop reden we over een brug. We stopten even en mijn lichaam reageerde: trillende benen, mijn hartslag vloog de hoogte in. Wist mijn lichaam dat ik hier geweest ben, of beeldde ik me dit in?
Via een priester kwamen we in contact met een dame die mogelijk mijn moeder zou kunnen zijn, hoewel de naam niet 100% overeen kwam. Ik vond dit het proberen waard. We zetten een scène op: de dame in kwestie werd uitgenodigd op een neutrale plek, we gingen dus niet naar haar huis. Op die neutrale plek knoopte een lokale bewoner een gesprek aan met haar. We lokten haar met een smoes: ze zou een zak voeding krijgen. Ik passeer ‘per ongeluk’ en keek haar even aan. Ik merkte direct dat dit niet de dame was die we zochten. Ze vertrok even later met een zak rijst op haar hoofd. Dankzij mij had ze toch eten voor enkele dagen.
De moed zakte even in mijn schoenen, ook al weet ik dat een direct resultaat niet voor de hand ligt. Ik ging slapen, met gemengde gevoelens. Morgen is er weer een nieuwe dag. Don’t give up.
Tot nu toe heb ik nog niet veel prijsgegeven over mijn zoektocht. We zitten niet stil, we overleggen regelmatig en leggen contacten met plaatselijke bewoners. Die contacten hebben we ook direct moeten aanspreken want op onze aankomstdag was ons hotel niet beschikbaar door een administratief probleem. Noodgedwongen, maar achteraf gezien des te beter, verblijven we nu bij mijn kennissen thuis. We worden hier zo in de watten gelegd, in plaats van af te vallen, zal ik weer enkele kilo’s bijkomen vrees ik: chapati’s, papadums, vers fruit, biryani’s, … De authentieke keuken streelt onze smaakpapillen.
Tijdens het eerste bezoek aan het kindertehuis hebben we het register mogen inkijken, enkel de pagina waarop ik vermeld stond kregen we ter beschikking. De hoofdzuster van het kindertehuis bezorgde ons ook de handtekening van waarschijnlijk mijn moeder. Op basis van die handtekening zijn we de plaatsnaam aan het ontcijferen. We twijfelen momenteel tussen 2 locaties. Maar het is een ware uitdaging om structuur te vinden in de opbouw van de staat Bihar. Deze staat is opgedeeld in districten, blokken, panchayats, om dan bij de dorpen terecht te komen.
We zoeken dus nog steeds in Bihar. Ondertussen besef ik meer en meer dat als je je familie wilt zoeken, dat je best ter plaatse gaat. We werken via betrouwbare mensen, en het persoonlijk contact helpt zeker. We zijn heel voorzichtig met de verplaatsingen, want de regio is niet overal even veilig. Iris en ik zijn altijd in gezelschap. We reizen met vrienden of met een zuster. We merken dat de spanning tussen godsdiensten aanwezig blijft, hetzij verdoken.
Tussenin maken we ook tijd voor een beetje toerisme. Gisteren bezochten we Bodhgaya, de plaats waar Boeddha 2500 jaar geleden zijn moment van verlichting gehad heeft onder de bodhiboom. We krijgen een blaadje mee van deze boom. Het zou geluk brengen… De oude tempel wordt omringd met prachtige tuinen. Deze tuinen gebruikte Boeddha voor zijn meditatie. Het is ook effectief een rustgevende plek, voor het eerst in een week kan ik genieten van het vogelgezang. Mijn gedachten dwalen daar af, … naar de 2 mogelijke dorpen waar ik vandaan zou kunnen komen, naar Lucky, naar mijn innerlijk.
Want wat er in mij verstopt zit sinds 40 jaar, krijgt nu beetje bij beetje de kans om weer te verschijnen. Wordt vervolgd…
We zijn al enkele dagen in India. Ik voel me in mijn nopjes hoewel ik hier in Patna toch weer een beetje moet wennen aan de drukte in het verkeer: riksja’s, moto’s, bussen, fietsers, voetgangers, … iedereen verplaatst zich kriskras door elkaar. We doorkruisen de stad met het nodige getoeter. De ene claxon is al luider dan de andere.
We verblijven bij vrienden en via deze vrienden hebben we een afspraak gekregen bij het kindertehuis. Bij aankomst ben ik even de kluts kwijt: ik herken het hier helemaal niet meer. De ganse site is vernieuwd, enkel het oude kamertje van Moeder Teresa staat nog overeind.
We maken kennis met de hoofdzuster en krijgen een rondleiding. Er verblijven momenteel vooral kinderen met speciale noden en vrouwen met mentale achterstand. Ik neem de tijd om iedereen te begroeten, dit is het minste wat ik alle patiënten kan geven: het gevoel geven dat ze van tel zijn.
Bij één vrouw is het contact wel heel bijzonder. Als ik bij haar kom, grijpt ze mijn arm vast met beide handen en ze lost niet. Uit het niets zegt ze: ‘Hi sister Sheela’. Ik weet even niet waar ik het heb. Ze begint te huilen en mijn lichaam reageert automatisch mee. Een speciale band vertoont zich in de vorm van enorme genegenheid, begrip en liefde die van buiten uit naar elkaar stroomt. Ik ben letterlijk van mijn melk en moet bekomen. De zuster en Iris, die beiden getuigen zijn van dit bijzondere moment, zijn enorm geraakt.
Vandaag, 3 dagen later, heb ik de nood om Lucky terug te zien. Ik keer terug naar het kindertehuis met in mijn kielzog mijn vrienden uit Chennai.
Lucky en ik vallen elkaar huilend in de armen, en we zitten daarna een uur lang naar elkaar te kijken en met elkaar te praten. Onze handen zijn verstrengeld in elkaar. Een mooi gebaar van een situatie waaruit blijkt dat zij en ik, 40 jaar geleden samen in het kindertehuis waren. Ik als jong uk, en zij als tiener. Deze verbinding heb ik nog nooit gevoeld. Wat moet het geven als ik op een dag mijn eerste moeder zou ontmoeten. Mijn verbinding met Lucky komt van diep vanbinnen, misschien is dit een goede voorbereiding op wat er nog gaat komen. Geluk of geen geluk, we gaan door met deze uitdaging!
Hier ben ik dan met een eerste verslag. Belangrijk: We zijn goed aangekomen!
Foto: Aangekomen in Patna
Maar het traject verliep met de nodige hobbels. Naast de spanning die ik voelde bij het opstaan en het voor mij hartverscheurende afscheid van mijn kinderen (en hond) komen we op tijd aan in de luchthaven van Zaventem. Niet veel later vervoegt Iris zich bij ons met haar man. We checken in en geven onze respectievelijke echtgenoten nog een stevige knuffel. Ik stap gedecideerd de Security Zone binnen. Alles verloopt vlot en we zijn veel te vroeg bij de gate. We nemen nog een drankje bij Starbucks en besluiten dan te wachten op ons eerste vliegtuig naar Frankfurt. We krijgen als eerste uitdaging een vertraging van 1,5u te verwerken. Als we in Frankfurt aankomen spurten we als echte atleten van Terminal A naar B. Hijgend komen we aan de desk voor het vliegtuig naar Mumbai. We dachten eerst dat we de vlucht zouden missen. Uiteindelijk vertrekt ons vliegtuig met een vertraging van 2,5 (!) uur naar Mumbai. We bekijken alles van de positieve kant en nemen de zaken zoals ze komen. Om 3u s’ morgens op 3 april komen we toe in Mumbai. We passeren de immigratie met wat aandringen rond 4u (we hebben de volgende vlucht om 5.45u). Aan de bagageband wachten we tevergeefs op onze koffers. We rollen met onze ogen en spreken het personeel aan. We zijn verplicht om een procedure op te starten om de verloren bagage aan te geven. Deze procedure duurt 45 minuten. Daarna moeten we nog security passeren, inchecken bij Air India én aan de gate geraken. Maar met volle overgave hebben we alweer een sprintje uit ons vermoeide lichamen gespurt. Na een nacht zonder slaap, kunnen we bezweet het vliegtuig plaatsnemen op onze zitjes van onze vlucht naar India. Ik ben al te blij dat we voet aan de grond zetten in Patna. Mijn benen bibberen, mijn haren waaien in de wind, en mijn lichaam geeft aan: hier zit je goed…
Met Iris aan mijn zijde, voel ik mijn kracht plots terugkomen. De energie van mijn geboorteland, boost me. Ik kijk uit naar de uitdagingen die tijdens dit verblijf nog op mijn pad zullen komen. Ik ben klaar voor de volledige onderdompeling.
Over 1 week, 7 dagen, 173 uren, 10000 minuten en ongeveer 600000 seconden zet ik weer voet aan wal in India.
Via Mumbai zullen Iris en ik naar Patna (in Bihar) doorreizen. Op zondag 3 april, in de voormiddag, zullen we landen in de staat waar mijn eerste kindertehuis gesitueerd is.
De spanning stijgt, en de zin om te vertrekken ook. Na het overlijden van mijn BFF, Anne-Michèle, heb ik weken tijd nodig gehad om het grootste verdriet te uiten. Ik kon niet goed meer nadenken, had last om informatie te onthouden en een planning organiseren ging uiterst moeizaam. Gelukkig kon ik rekenen op fantastische mensen rondom mij, die mijn diep verdriet begrepen, die me meenamen om uit te eten, en vooral: die mijn ritme respecteerden. Anne-Michèle verliezen, was als een groot deel van mezelf verliezen. Ook al wist ik dat haar ziekte niet meer te genezen was, het feit dat ik gedurende 18 maanden alles voor haar heb gegeven, heeft mij in eerste instantie gerustgesteld want ik heb mezelf niks te verwijten. In tweede instantie was het effect op mijn lichaam, en mijn hart niet te onderschatten.
Maar mede dankzij haar, heb ik nu iets nieuws om naar uit te kijken: mijn zoektocht naar de waarheid, mijn zoektocht naar mijn familie.
Sinds mijn jonge jaren, droom ik over India, droom ik over het ontmoeten van mijn familie, mijn Indische moeder die me 9 maanden gedragen heeft, en die het leven heeft geschonken. Jarenlang heb ik in een stolp geleefd: in de Europese levenswijze, de Belgische cultuur die misschien niet 100% aansluit bij mijn échte ik, mijn ik die deels verstopt geweest is in het onderbewuste. Ik was de eerste kleurlinge in mijn dorp, heb heel wat opmerkingen over mijn uiterlijk geslikt. Maar ik mocht niet zwak overkomen: dus reageerde ik niet en paste mij aan, heel mijn leven lang. De An die jullie hebben leren kennen, komt niet meer helemaal overeen met de An Sheela van vandaag. De nood om écht te connecteren met India, neemt meer en meer plaats in. Ook al ben ik me bewust dat deze missie misschien nog niet tot het gewenste resultaat zal leiden, toch ben ik vastberaden om ervoor te gaan. En met Iris aan mijn zijde, ben ik er zeker van dat we heel wat belangrijke stappen zullen zetten.
Iris en ik vertrekken zonder een uitgewerkt programma. We zullen ter plaatse zien welke informatie we zullen krijgen, en welke stappen we zullen ondernemen. Tussenin willen we tijd maken om onder andere Bodhgaya en Nalanda te bezoeken. We zullen jullie via deze blog proberen op de hoogte te houden van onze avonturen, ook al zijn we niet zeker dat we overal vlot internetbereik zullen hebben.
Voor de volgers die mijn vorige tekst lazen over mijn droom: die droom heb ik écht gedroomd, het was niet zomaar een verhaal. Via Saartje, die me serieus begeleid heeft om het verlies van Anne-Michèle draaglijker te maken, heb ik enkele verklaringen gekregen van mijn droom. Mijn ogen werden groter bij het ontdekken van alle verklarende puntjes die ze aanhaalde. Ik laat het dan ook aan jullie over om zelf een idee te vormen van wat ik in mijn onderbewuste beleefde en welke betekenis het zou kunnen hebben:
Het vliegtuig: staat voor een zoektocht naar psychologische vrijheid, naar het opstijgen naar een nieuwe manier van denken
De vertraging bij het vertrek van het vliegtuig: de tijd is nog niet helemaal rijp voor die psychologische transformatie
Trappen: verwijzen naar een inspanning:
Naar beneden: terug in het verleden
Naar boven: dingen willen verbeteren
Glas: is de grens tussen het hiernamaals en het gewone leven
Vissen: connectie met het emotionele maar ook met de wijze kant van jezelf, ze staan eveneens symbool voor voorspoed
Lichtflits: symboliseert de ontwikkeling van de intuïtie of het inzicht
Wat denken jullie van deze analyse? Wat wensen jullie me toe?
Na 40 jaar eindelijk gaan voor datgene waarvan ik droomde maar nooit durfde te vertellen, dàt is voor mij een overwinning op zich!
Bedanking:
Deze tekst schreef ik met de hulp van Coline Fanon (vertaling) en Saartje Verhoest (analyse van mijn droom).
Ik wil voor alle voorgaande teksten mijn Mimi (Anne-Michèle) bedanken, zij heeft me begeleid in het lanceren van alles wat rond mijn adoptie te maken heeft, zij heeft uren en uren naar mij geluisterd en me aangemoedigd. Zij heeft geduldig al mijn vertalingen nagelezen. Voor haar overlijden, heeft ze Coline gecontacteerd om de fakkel over te nemen. Ik wist van niets. Tot op de dag dat ik haar zelf vroeg om mijn vertalingen na te kijken. Tranen stroomden over mijn wangen toen ik hoorde dat zij deze taak vol overgave zou doen, omdat Mimi het al geregeld had. Coline zou het alleen maar doen, als ik het zou vragen. Heeft het lot hier geholpen? Kortom, Anne-Michèle is een vriendin die samen met mij een lang pad bewandeld heeft. En ze blijft voor eeuwig in mijn hart, dankbaar voor alles wat ze mij heeft gebracht. Twinkling twinkling star, 4-ever.
Deze tekst draag ik op aan mijn beste vriendin, Anne-Michèle, die recent het leven heeft verlaten na haar gevecht tegen kanker.
Liefste Mimi, mijn BFF,
Na een woelige nacht, werd ik vanmorgen wakker, badend in het zweet.
Wat een speciale droom heb ik gehad.
Mijn collega Laura had me meegenomen naar Rome, om mijn gedachten te verzetten na jouw dood, Mimi. Haar gezin en mijn gezin stapten op het vliegtuig. De luchthaven was een gebouw met veel verdiepingen en muren die uitstaken. Het had een Ensor-achtig gehalte. Het leek alsof ik zweefde door het gebouw, een bizarre gewaarwording.
Het vliegtuig had vertraging. Geen pretje als je weet dat Laura haar jongste baby nog maar enkele maanden is. Maar we zijn uiteindelijk veilig toegekomen in een enorm vakantiepark met veel mensen. We kwamen terecht in een appartementsblok met glazen trappen. Ons appartement was ruim, maar ook hier waren veel trappen verwerkt tussen de verschillende leefruimtes.
Ik betrad de ene ruimte na de andere en de kinderen installeerden zich. Nadien besloten we buiten te gaan. We begaven ons tussen de mensen. Ik voelde de druk van de mensen om mij heen, alleen kon ik niet bepalen welke druk precies. We gingen iets eten in een restaurant en daarna zetten we de ontdekking van de omgeving verder. De indeling van het park was heel divers: een strand dat je via trappen kon bereiken, maar waar tussenniveaus ervoor zorgden dat de toeristen konden chillen rond een jacuzzi of een saunahuisje. Verder naar beneden splitste de trap en konden we kiezen om verder naar het strand te wandelen of terug te keren naar de hoofdweg van het park.
Ik verloor de tijd uit het oog en we gingen iets drinken. We zetten zelfs een stapje op de dansvloer. Daarna ging iedereen slapen. Ik wenste Laura een goede nacht. Maar ze nodigde me nog even uit om een kijkje te nemen in haar appartement. Het is alsof een nieuwe wereld voor me openging. In haar interieur waren enorm veel aquariums. Brede, lange, hoge, grote en kleine modellen smukten het appartement op. Ik was in volle bewondering voor zoveel moois, want ik weet dat ook jij, Mimi, weg was van vissen in je decoratie. Bij jou ging het wel om decoratieve niet levende vissen omdat je een aquarium onderhouden te veel werk vond. Ik vertrok met een licht en tevreden gevoel, klaar om een rustige nacht tegemoet te gaan. Maar niets was minder waar: ik stond voor mijn appartement, en wierp nog snel een licht op de deur van Laura’s flatje. Het leek alsof die deur plots openging en haar appartement groeide naast mijn glazen trap. Het appartement zette zich uit in de hoogte, en er kwamen nog extra aquariums bij, alles baadde in enorm veel licht. Was jij dat, Mimi? Heeft jouw ziel mij verlicht op dat moment? Ik genoot van het moment en nam alles in mij op: jouw kracht, jouw licht, jouw geloof in mij. Het engelengezang ebde weg, alsook de lichtflits zwakte af. Nu was ik klaar om naar mijn kamer te gaan. Ik opende de deur en botste op een ruimte gevuld met dieren. Er was een dikke tak met enorm veel zijtakken. Op elke zijtak sliep een babykatje. Wat is dit nu weer? Lieve pluizige katjes in alle kleuren: ros, zwart, gestreept, wit, gemengd, … Ik durfde ze amper aan te raken, want mijn armen werden door jou geleid, Mimi. En omdat jij katten haatte, kreeg ik me niet overhaald om een diertje te strelen. Ik liet de gigantische binnenboom voor wat het was en slaagde er eindelijk in om in mijn bed te kruipen. Toch kon ik de slaap niet vatten en ging terug naar de keuken voor een glas water. De binnenboom was verdwenen maar nu was mijn appartement gevuld met honden. Allemaal honden die kriskras door elkaar liepen. Ze maakten geen geluid, ze blaften niet maar hun ogen staarden in het niets. Ik streelde enkele koppen en vond het zo sneu voor hen om in een appartement opgesloten te zitten. Ik opende de deur en ze liepen stuk voor stuk de vrijheid tegemoet. Met een opgelucht gevoel dook ik terug onder de lakens en jawel, ik viel in slaap.
De volgende dag, na het ontbijt, wandelden mijn gezin en dat van Laura terug richting het park. We hadden zin om naar de zone te gaan waar diertjes leven. Onderweg, in de afdaling, loste Laura per ongeluk haar kinderwagen. De kinderwagen roetsjte de helling af maar niemand onderweg ving die op. Ik sloeg in paniek en rende erachter, maar mijn benen wilden niet helemaal mee. Eindelijk kwam ik beneden aan, en zag een dame een kinderwagen nemen, het kind eruit nemen en wegwandelen. Mijn hoofd kreeg een kortsluiting: Ging die dame het kind van mijn collega stelen? O my God! Dit kon ik niet laten gebeuren. Ik liep richting die dame, maar die was ondertussen verdwenen in de dierenzone. Hijgend kon ik haar even verder bij de kraag nemen en draaide ik haar om. De blonde dame keek me onthutst aan. De baby in haar armen was het hare, maar het gekleurde meisje aan haar hand gaf me een signaal. Een vreemd gevoel maakte zich van mij meester. Droomde ik, of zei mijn lichaam dat er hier iets niet klopte? Het signaal van het meisje zinderde door mijn ganse lijf: “Ik wil hier op dit moment niet zijn, deze dame heeft me meegenomen tegen mijn zin…”, straalde het meisje uit. Ik schudde de hand van het meisje en we hadden direct een connectie. Ik schatte dat ze ongeveer 7 jaar was. Ik won haar vertrouwen en zei haar dat ik geadopteerd ben en dat ik het gevoel had dat zij dat ook is. Mawanesha bevestigde mijn gevoel. Ze is geadopteerd uit India. Vandaar de connectie dus…
Ik onderhandelde met de blonde dame en mocht Mawanesha even meenemen naar de cafetaria om met haar te praten. Even verderop, koos ik met het meisje een tafeltje uit. We nipten van onze glazen en even, 2 seconden, sloot ik mijn ogen toen we onze glazen tegen elkaar tikten. Een wervelwind draaide plots om ons heen en lifte ons op. Als ik mijn ogen weer opende zat ik in het restaurant van de avond voordien. Mawanesha was verdwenen, en ik keek ongerust om mij heen. Tegenover mij zag ik een huilend koppel. Ik liep naar hen toe om hen te troosten en om hen te vragen of zij toevallig Mawanesha waren tegengekomen. Ze begonnen nog harder te snikken en hun kinderen ook. Hier was iets niet pluis… Ik vroeg door en de kortharige dame vertrouwde me toe: “Ons geadopteerd kindje is verdwenen en we hebben een oproep geplaatst. Maar veel mensen willen niet helpen, zij verwijten ons dat we in adoptie geloven en dat we voor een kind uit een ander land wilden zorgen. Ze schelden ons zelfs uit.”
Mijn lichaam wankelde, want mijn adoptieverhaal is ook niet gemakkelijk, en dat weet jij he Mimi. Ik suste het koppel en de kinderen en beloofde hun om mee te gaan zoeken. Mijn zoektocht naar Mawanesha duurde nog enkele uren. Uiteindelijk vond ik haar terug in de dierenzone, als een hoopje ellende. Ik nam haar in mijn armen en we knuffelden elkaar, zo lang totdat het begon te schemeren. Ze vertelde me dat ze zeven jaar is. Dat ze adoptieouders had die goed voor haar willen zorgen, maar waarmee ze geen volwaardige connectie had. Dat de blonde dame een tante is van haar en dat ze zo hard verlangde naar haar moeder uit India. Ik huilde met haar, diep verdriet kwam naar boven, en onze tranen van gemis vermengden zich tot dikke druppels. De rivier die zich vormde liep tot in India en werd één met de Ganges. We dreven in een bootje over deze heilige rivier. Het bootje raakte vast in één van de meanders en we stapten op het droge. Hand in hand wandelden we naar een klein dorpje verderop. We hadden enorme dorst en honger. De hutjes waren gebouwd rond een centraal pleintje. We wandelden over de aangestampte aarde en werden automatisch (door een speciale kracht?) naar één van deze hutjes geleid. Een oude dame met prachtig lang grijs haar, en zwarte mechen kwam naar ons toe. We vlogen elkaar in de armen. Ik rook haar, ik voelde haar, ik werd één met deze dame. Ook Mawanesha was deel van deze knuffel want zij is mijn innerlijk kind dat ik eindelijk kon loslaten.
Mijn liefste mama in India, ik hou van jou. Mijn liefste BFF, Mimi, ik hou van jou. Deze twee liefdes én de liefde van mijn man en kinderen, doen me beseffen dat verschillende vormen van liefde mij in evenwicht brengen. Liefde blijft, altijd.
PS: Mijn collega Laura had haar baby én haar kinderwagen teruggevonden, veilig en wel.
Soms vraag ik me af waaraan ik begonnen ben… maar nu ik bezig ben, kan ik het niet meer loslaten.
Na mijn laatste update, is mijn rollercoaster nog steeds in beweging, en hoe dan! Het is alsof de snelheid verhoogt, en mijn haren naar achteren wapperen, en mijn gezichtsspieren alle kanten opgaan door de onvoorziene emoties, twijfels, gevoelens die binnenkomen.
Elk detail, elk element, elke info check ik of laat ik dubbelchecken.
Ik ben in 1981 geadopteerd via de Vreugdezaaiers. Deze adoptiedienst heeft de activiteiten moeten stoppen in 2012 omdat ze niet aan het minimumaantal van 30 adoptiekindjes per jaar kwamen. De archieven werden overgenomen door Ray of Hope.
Ik had begin januari een gesprek aangevraagd bij Ray of Hope. De ontvangst was hartelijk en dat zorgde ervoor dat een deel van mijn spanning snel wegebde. Het gesprek duurde best lang en het was fijn dat er voor mij tijd werd vrijgemaakt, al vind ik dat de logica zelve.
Het is belangrijk om te weten dat een adoptiedossier uit 2 delen bestaat: een kinddossier en een ouderdossier. Als meerderjarige zou je recht moeten hebben op de informatie uit beide delen.
Toch blijven er nog steeds vragen tollen door mijn hoofd: Wie of wat kan ik écht geloven als er maar enkele papieren rechtsgeldig zijn? Waarom lijken deze papieren op perfecte kopieën van mede-geadopteerden, waarvan enkel het casusnummer, de naam en eventueel het geslacht verschillen?
Om dit te begrijpen moet ik deze informatie in zijn context plaatsen: sinds 22 maart 1940 is interlandelijke adoptie in het leven geroepen. In die tijd paste het perfect in het beeld om een kindje te redden uit een arm land. Jarenlang heb ik zelf dat idee gevolgd omdat de omgeving hier zo op hamerde. In de jaren ’80 waren adopties uit de zogezegde derdewereldlanden immers heel populair.
Ik ben ervan overtuigd dat elk kind het recht heeft op het kennen van zijn roots of achtergrond. De Conventie van Den Haag bevestigt dit en in het verdrag van de Rechten van het Kind kan je er niet omheen: “Elk kind heeft recht om te weten wie zijn ouders zijn.” En dáár draait het om: adoptieouders zijn uiteraard ouders maar geboorteouders zijn dat ook. Ik kan niet minimaliseren dat mijn geboortemama me 9 maanden gedragen heeft, liefdevol of niet: ze heeft het wél gedaan. In mijn ogen heb ik 4 ouders, ze zijn allemaal van tel. Elk kind heeft ook recht op een naam. Maar hoe kan ik me dat recht toe-eigenen als er met mijn naam ‘gesjoemeld’ is in het verleden. Ik kan me niet meer 100% connecteren met An, en ook ben ik niet 100% Sheela omdat ik daar geen officieel bewijs van heb. Ik voel me wel An Sheela op dit moment. En dat is voor mij waardevol genoeg. Zelfs voor mijn naam vind ik het de moeite waard om af te reizen naar India zodat ik dit kan gaan checken in mijn eerste kindertehuis. De moeite waard… Maar waarom moet een geadopteerde al die moeite en energie opbrengen om zelfs zijn naam te erkennen? Waarom kon de waarheid niet gewoon meegegeven worden? Als volwassen geadopteerde vind ik het best wel contradictorisch dat ik deze stappen moet ondernemen, gewoon om mijn verleden te kunnen begrijpen en omarmen.
De emoties die ik ervaar zijn er dus ook van veel frustraties: Waarom ben ik voortgekomen uit een adoptieperiode tijdens dewelke alle banden met het verleden zijn doorgeknipt? De gesloten adoptie maakt het me nu nóg moeilijker om informatie te vinden. Waarom voelt niemand van de huidige instanties zich geroepen om hier iets aan te doen? Mijns inziens moet het systeem van de verjaring opgeheven worden, ik ben immers voor de rest van mijn leven geadopteerd…
Dit is dan ook de reden dat ik recent in de Kamer van Volksvertegenwoordigers stond te luisteren naar de presentatie van Gedeputeerde Michel De Maegd (MR), hij steunt ons via zijn resolutie ‘Illegale adopties’ en benadrukt onze noden: dat geadopteerden onder andere recht hebben op nazorg, en ook: als er fouten zijn in het dossier (dat is voorlopig nog onduidelijk in mijn geval), dan moet er een slachtofferstatus komen.
Ondertussen laat mijn lichaam weer heel wat gevoelens los. Mijn lichaam hunkert naar de warmte van mijn biologische familie, naar de herkenning waarnaar ik al jaren stiekem op zoek ben: Waarom heb ik zoveel liefde voor mijn geboorteland? Waarom begin ik pardoes te huilen tijdens een Indische film? Waarom loopt het water me in de mond bij het ruiken van Indische kruiden? Waarom gaat mijn lichaam in angstmodus bij elke vorm van verlies of onveiligheid? De leegte, het gemis kan ik momenteel niet meer dragen zonder op zoek te gaan naar antwoorden. En ook al weet ik dat ik de antwoorden misschien nooit zal vinden, ik kan me niet verwijten dat ik het niet heb geprobeerd.
Ik ben in de huid van Sherlock Holmes gekropen, en ben niet direct van zin om uit die rol te stappen.
Mijn Nederlandse vriendin Leena stuurde me dit bemoedigend berichtje, het is de veerkracht in heel dit proces die serieus op de proef gesteld wordt:
Leena en An Sheela
In deze blog mag ik verwijzen naar: het Afstammingscentrum, a-buddy en Ray of Hope
Hier zit ik dan, achter mijn scherm. Mijn schouders zijn gespannen, mijn buik krimpt ineen, mijn hersenen draaien op volle toeren. Ik heb het koud maar een extra trui helpt niet om mijn lichaam op te warmen.
We zijn twee weken verder sinds de lancering van mijn blog. De reacties zijn er van allerlei aard. Ik hou me vast aan mijn (nu al) 33 volgers. Allemaal mensen die stuk voor stuk (oprecht) geïnteresseerd zijn in mijn verhaal, in mijn avontuur en zoektocht. Daarvoor wil ik iedereen op zich al bedanken.
Naast de volgers zijn er ook mensen die mij afraden deze zoektocht te doen en me aanraden het verleden te laten rusten. Maar ik laat hen in hun overtuiging. Toch raakt het me. Met deze blog wil ik niemand bruuskeren maar wel eerlijk delen wat er in mijn omgaat nu ik in de zoektocht naar mijn origine verzeild ben geraakt.
In de twee voorbije weken heb ik een gesprek gehad met het afstammingscentrum, heb ik de familie ontmoet die me vanuit India naar België heeft gebracht, heb ik getuigenissen van mede-geadopteerden mogen ontvangen, en zelfs reikende handen mogen ervaren van mensen die me écht willen helpen. Bovendien heb ik met Renate (zie blog www.tussen-india-en-korea.be) een podcast opgenomen over onze gevoelens als volwassen geadopteerden. Ook daar zijn verschillende enthousiaste reacties op gekomen. Wat doet dit allemaal met me?
Het afstammingscentrum heeft wegwijs gemaakt in mijn dossier: de waarde van de papieren nakijken en op mijn vragen antwoorden. Ik voel me momenteel gesteund door hen. Het afstammingscentrum is vorig jaar ontstaan. Zij zetten zich in voor mensen die vragen hebben over hun afkomst. Deze mensen kunnen geadopteerden zijn, maar ook mensen die via DNA verwanten willen terugvinden. Dit centrum is momenteel gevestigd in Gent en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid.
Tijdens een dag ‘adoptiedossier-studie’ met mijn vriendin Iris, die me zal vergezellen naar India, hebben we heel wat contactgegevens verzameld in een Excell-Sheet. We hadden al verschillende tabbladen aangemaakt (To-do Lijst, DNA-matches, Contactpersonen, nuttige adressen, …). Dit document is voor ons een goede basis en we vullen de tabbladen steeds aan met nieuwe details. Tijdens dit titanenwerk viel ik op een adres, achtergelaten door mijn ouders. Nieuwsgierig ging ik op het internet zoeken naar de locatie in Google Maps. Ik was verwonderd! Het adres ligt in Franstalig gebied. Toeval of niet? Ik ben mijn leven in België immers begonnen in Vlaanderen, om op 23-jarige leeftijd te verhuizen naar Wallonië. Na wat detective- en speurwerk vinden we een telefoonnummer. Vol spanning neem ik de telefoon. Mijn hart bonst in mijn keel, en ik kijk naar Iris die me een bemoedigend knikje geeft. Ik krijg mijn zenuwen onder controle en ik leg het doel van mijn telefoontje uit. Het gesprek duurt veel langer dan waar ik op had durven hopen. Enkele dagen daarna stond ik voor het huis van deze bijzondere familie. Met knikkende knieën belde ik aan. Het eerste contact verliep heel vlot en er zal zeker een tweede ontmoeting komen in de nabije toekomst.
Het aantal geadopteerden en het aantal mensen rondom mij dat me steunt in mijn stappen, stappen die ik een jaar geleden voor onmogelijk zou gehouden hebben, geven me een warm gevoel. Ik voel me gedragen en ben dan ook vastberaden om mijn waarheid aan het licht te krijgen. Niet kost wat kost, maar wel in verbinding met mezelf, iets wat voor mij een compleet nieuwe uitdaging is, maar tot nu toe is het de moeite waard. Ik slaap weinig, soms heb ik ’s morgens het gevoel dat ik heel de nacht ‘gewerkt’ heb. Deze zoektocht kruipt in mijn kleren. Maar diep vanbinnen voel ik dat mijn stappen nodig zijn, ze zijn nodig voor mezelf, maar ook voor mijn omgeving die misschien op deze manier begint te begrijpen dat het ‘red-het-kind-verhaal’ van adoptie de nodige kanttekeningen heeft.
An Sheela & Iris
Deze blog wordt mee ondersteund door het Afstammingscentrum en a-buddy.
Op 19 oktober 2024 stap ik het vliegtuig op naar het mooie India. De zoektocht naar mijn biologische moeder gaat voort. Ik blijf geloven in een uitkomst. Ik laat me meedijnen op het ritme van de gebeurtenissen, probeer soms te vertragen om de zaken goed te bekijken vanop een afstand, en af te tasten met mensen die er wel degelijk iets van kennen. Zoeken in India is en blijft een uitdaging. Ik ben benieuwd wat deze reis voor me in petto heeft.
Vanmorgen was ik al vroeg wakker. Om 11u staat het bezoek aan de Belgische ambassade op het programma. Ik maak me rustig klaar, neem het ontbijt, check of ik alle documentatie meeheb en bel dan naar de receptie om een taxi te reserveren.
Stipt om 10u sta ik beneden. Ik informeer naar mijn taxi maar die is er blijkbaar nog niet. De hotelbediende contacteert een taxi en 10min later kan ik vertrekken. Onderweg doe ik een kort babbeltje met de chauffeur.
Aan de ambassade word ik direct binnen geleid. Het personeel is bijzonder vriendelijk en ik wacht in de zetel waar ik uitzicht heb op de portretten van Koning Philippe en Koningin Mathilde.
Om 11u word ik binnengeleid in het bureau van de ambassadeur. De consul komt er ook bij zitten. Met hem had ik voordien een online gesprek om de reden van mijn bezoek toe te lichten.
Het gesprek verloopt vlot. Ik leg de stappen van mijn zoektocht uit en toon enkele foto’s om het geheel kracht bij te zetten. Ook de theorie van de 3 A’s licht ik toe: afstand – adoptie – autonomie* (voetnoot onderaan). Je kan als geadopteerde ten volle in je eigen schoenen gaan staan als je het verhaal van je afstand en je adoptie kan omarmen. Voor mij zijn deze 3 woorden een enorme houvast. Verder vertel ik hen dat ik al bij CARA (Central Adoption Authorities) langs geweest was, om mijn zoektocht officieel te laten registreren. Ik voeg toe dat een nieuwe afspraak voor mijn vertrek naar Kolkata geen kwaad kan, gewoon om aan te geven dat ik mijn zoektocht niet loslaat en ook omdat ik de impact van adoptie wens te verduidelijken. Verder hebben we het over thema’s als: ontworteling, identiteitscrisis die vaak op latere leeftijd voorkomt, hoe lastig het is om te connecteren met een cultuur die je niet kent, verlies van erfgoedtaal, lotgenotencontact, enz. Ik heb het gevoel dat de ambassade mijn boodschap begrepen heeft. Ze kunnen helaas geen zoektochten apart begeleiden, dat is niet hun rol. Maar ik ben wel al opgelucht dat ze naar mijn verhaal wilden luisteren, zodat zoektochten in India beter begrepen kunnen worden naar de toekomst. Het is misschien een druppel op een hete plaat, maar alle stapjes, hoe klein ook, zijn zinvol voor mij. Ik groei nog steeds als persoon en beleef deze uitdaging als een mini-overwinning. Ik kom steeds dichter bij mezelf en hoop op een dag effectief op een punt te komen dat ik mezelf volledig genoeg mag voelen om dit alles te omarmen.
Ik bied de ambassadeur nog een cadeau aan voordat ik het gebouw verlaat. Het boek ‘Voorbij transnationale adoptie’ zal hét naslagwerk blijven waar altijd naar verwezen kan worden in de toekomst. Het is een kwestie van de vinger bij de pols te houden. De consul begeleidt me naar de uitgang en belooft dat we met elkaar in contact blijven. Ik ben opgelucht en kijk terug op een goed gesprek.
Ik wandel buiten en laat een autoriksja stoppen. Bij het instappen sla ik mijn voet om. Is dit een bericht van het universum dat ik mijn ritme nog meer moet vertragen? In mijn hotel vraag ik om ijs. Ik zal voor enkele uren gekluisterd zijn aan mijn bed in de hoop dat de zwelling afneemt. Alles is een kwestie van tijd: mijn verzwikte voet maar ook mijn zoektocht, en ook al heb ik liever direct resultaat, het integreren van elke stap is nodig om tot diepere bewustwording te komen. Dit is hoe ik het ervaar en zoals ik al tegen een vriendin zei: ik ga misschien traag vooruit, maar ik ben trots op wie ik ondertussen geworden ben. Ik ben fier dat ik me een Bihari mag noemen, I’m an Indian Queen.
Dit kunstwerk hing aan de muur in de ambassade: mijn echte gezicht zat ook verstopt, jarenlang, maar nu kan ik alleen maar trots zijn op wie ik geworden ben en nog zal worden. Persoonlijke groei geeft kracht. Die kracht houd ik vast.
Alvast dank aan alles personen die me ten volle steunen, die me mee gemaakt hebben tot de persoon die ik vandaag ben.
*Afstand – adoptie – autonomie: deze theorie werd uitgewerkt door Hilbrand Westra, geadopteerd uit Zuid-Korea, Sr Coach in adoptie en specialist in het systemisch bewustzijn (https://alfa-omnia.com/hilbrand-westra/)
Het hotel telt 3 sterren en is simpel maar correct. Ik slaap in een tweepersoonsbed en plooi het deken dubbel over mij want de nachten zijn best wel fris. Gisterenavond had ik last om in slaap te vallen door het gehuil van enkele straathonden.
De hotelbediening is hier vriendelijk. Ik val hen regelmatig lastig om het ontbijt te bestellen of om wc-papier bij te vragen (de wc-rolletjes zijn hier best wel klein). Er is geen restaurant verbonden aan dit hotel maar ze voorzien wel 24/24u levering van eten en drank. Het is een andere manier dan ik gewend ben maar ik pas me aan.
Vanmorgen wordt ik gewekt door duivengekir en gezang van een vogelsoort die ik niet ken. Ik ga naar de badkamer en heb voor een keertje warm water: halleluja! Ik besluit mijn haar te wassen boven de grote ton. De douche geeft alleen maar koud water, dus die laat ik voor wat het is.
Ik bestel een omelet met brood en een thermos masala chai (thee). Het geeft mijn droge keel wat soelaas. Vandaag ga ik op zoek naar extra keelpastilles en fysiologisch water om mijn neus vrij te maken.
Ik merk dat mijn lichaam rust vraagt, ik besluit om een mijn dagboek aan te vullen en blijf deze voormiddag binnen. De buikpijn die opkomt houdt me tegen om direct op pad te gaan.
Ik rust goed uit en besluit rond 14u het hotel even te verlaten om een voor mij nieuwe uitdaging aan te gaan: de metro nemen. En het was wel degelijk een avontuur. Bij het binnenkomen werd mijn gerief gescand, daarna raakte ik niet wijs uit de metroverbindingen, veel zaken stonden in het Hindi aangeduid. De dame aan de security legde me uit dat er een app bestaat om de metrohaltes gemakkelijker te vinden. Ik heb die dadelijk op mijn telefoon geïnstalleerd, wat een verademing! Toch bleef het zoeken naar de connecterende metrolijnen. In de metrohalte New Delhi moest ik een nieuw ticket kopen, dat besefte ik pas toen ik met het huidige ticket niet door het poortje geraakte. Uiteindelijk stapte ik rond 15u uit aan de halte Kalaji Mandir, hier ligt de adembenemende Lotustempel, een pareltje in de drukke grootstad. Ik laat me mee leiden door de menigte en ben onder de indruk van het water rond de Lotustempel. Ook binnenin straalt de tempel rust uit.
Na het buitengaan zet ik me even op een bank. Enkele Duitstalige toeristen richten me het woord en vragen met welke reden ik in India ben. We praten even en daarna scheiden onze wegen. Ik wandel nadien terug naar het metrostation. Ik kom met de supersnelle metro aan in Aerocity, dit is de modernste metrolijn van de stad.
Voordat ik terugkeer naar mijn hotel stop ik bij een apotheek: ik koop neusspray, keelpastilles en een grote doos zakdoeken. Hopelijk kan ik met dit arsenaal de microben verdringen.
Het is voor mij een uitdaging om me alleen te verplaatsen op zo’n spannende dag als vandaag. Mijn hart bonst in mijn keel. Vandaag wil ik dat CARA (Central Adoption Resource Authority) mijn dossier eindelijk opneemt, en mijn zoektocht in India actief ondersteunt. Ik heb geen officiële afspraak in de wacht kunnen slepen, hoewel ik de Belgische ambassade hier op voorhand over inlichtte. Ik wacht niet op de bevestigingsmail en vertrek naar de Centrale Adoptie-autoriteiten van India.
Met de autoriksja kom ik toe, onderweg vragen we aan verschillende politieagenten waar de burelen van CARA zich precies bevinden, achter een gebouw van het leger doemt het paneel van CARA op.
Ik betaal de riksjachauffeur en begeef me richting de trappen. Op de eerste verdieping bereik ik een eerste bureau, een secretariaatsmedewerker doet een telefoontje nadat ik uitgelegd heb waarom ik kom. Een andere Indiër komt me halen en brengt me naar een bureau verderop in het gebouw. Onderweg passeren we een binnenplaats waar verschillende eekhoorns in de bomen rondwippen. De rest van de omgeving gaat aan me voorbij want ik wil maar één ding nu: aandacht vragen voor mijn zoektocht op overheidsniveau.
Ik mag plaatsnemen in een zetel en neem de omgeving goed in me op. Op de muur hangt een kader met in het midden het woord Family uit hout gesneden. In de kader vind ik foto’s terug met blanke en donkere kinderen, vermoedelijk van blanke gezinnen die Indiase kindjes adopteerden. Links van deze kader hangt een paneel met de woorden CARA, security, familie en hoop. Op een tafeltje naast me staat een groot glazen beeld met 2 zwanen en 1 kleine, alsof dit Chinees getinte kunstwerk het familiegevoel moet opwekken. Valse witte bloemen smukken het geheel op. Links van mij staan nog een salon en daarnaast zie ik de deur van de ‘section officer’ gevolgd door een deur met daarop het opschrift van de directeur. Recht voor me heb ik uitzicht op een bureau, hier zit de security wachter, hij houdt me nauwlettend in het oog. Boven het deurkader hangt een camera, ik zal me dus koest moeten houden en geen scène maken want alles is beveiligd.
Een eerste overheidsmedewerkster komt bij me zitten. Ze vraagt vriendelijk naar mijn dossiernummer. Ik kijk haar niet begrijpend aan: ik heb geen dossiernummer, niemand heeft me hier ooit over gesproken, zelfs Ray of Hope niet, de Belgische adoptiedienst die me naar België bracht – bij deze dienst heb ik het gevoel dat ik het denkwerk zelf moet doen want alles is zo lang geleden dat ik de zoektocht beter opgeef.
Het duurt een minuut alvorens ik besef dat ik de verkeerde dame voor mijn neus heb. Zij begeleidt duidelijk dossiers om kinderen te adopteren. Ik bedank haar vriendelijk voor het aanbod en vraag haar wie ik wel kan spreken om mijn vragen te beantwoorden. Ze staat op en haalt een nieuwe medewerkster. Ik doe mijn verhaal en geef haar een officiële brief af waarin mijn gegevens vermeld staan. Ik eis een stempel voor ontvangst, hoewel ze beweert dat dit niet nodig is, houd ik voet bij stuk. Maar ook zij laat niet los: ik moet een mail sturen met nog eens alle gegevens opgesomd. Ze zou dan binnen enkele dagen mijn dossier inschrijven en mijn zoektocht officieel ondersteunen. Ik ben benieuwd wat dat precies te betekenen heeft. Verbazingwekkend blijf ik kalm, kan ik respectvol de dame te woord staan. Ze verdwijnt met mijn brief, komt terug met het gestempelde document en ik neem hiervan een foto als bewijs dat ze het ontvangen hebben. Daarmee weet ik dat ze verplicht zijn om mijn dossier niet meer te laten liggen. Ik heb in het verleden al mails gestuurd, maar daarvan kreeg ik nooit bevestiging. Ik blijf een uur zitten zonder opvolging met het idee dat de medewerkster ondertussen de registratie in orde brengt. Ze passeert toevallig en vraagt of ze nog iets kan betekenen. Ik trek mijn stoute schoenen aan en zeg dat ik de directeur nog even wil spreken met in mijn achterhoofd: wie niet waagt, niet wint. Ze pruttelt tegen, maar ik geef niet af. Ik blijf vriendelijk maar wel kordaat. Ze checkt het bureau en vertelt me dat hij weg is. Ik zeg vriendelijk dat dat niet erg is, en dat ik wel zou wachten. Het uur dat ik ondertussen verloren heb, betekent niets als ik toch even mijn case zou kunnen uitleggen aan de directeur. Na zijn late middagpauze komt de directeur toe en mag ik enkele minuten binnen. Ik leg hem in het kort uit waarom ik in India ben en dat ik het graag zou hebben over de impact van adoptie. Hij geeft aan hiervoor geen tijd te hebben en dat ik verplicht ben om een officiële aanvraag in te sturen om het hierover te hebben. Daarmee bedoelt hij dat een persoon van een officiële Belgische instantie mijn bezoek moet aankondigen, daarin moet vermeld staan wat ik kom doen en waarom. De bureaucratie in India is belangrijker dan het hogere doel, namelijk de sensibilisering van de maatschappij inzake adoptie. Ik voel dat aandringen geen zin heeft, en ik bedank de directeur voor zijn tijd.
Ik begeef me langs de security guard, groet de eekhoorns op de binnenplaats en bereik de uitgang. Ik adem even diep in en uit. Mijn keel voelt droog aan, maar toch voel ik opluchting. Ik heb niet gehuild, en heb niet geroepen. Ik ben redelijk gebleven en heb kunnen zeggen wat ik nodig heb, hiervoor had ik de vorige reizen nog geen ruimte. Ik groei, ik win aan zelfzekerheid en ik probeer op mijn ritme en niveau vooruit te gaan. Ik feliciteer mezelf en beslis om met Tine nog wat te gaan rondkuieren in Laxmi Nagar. Een welkome afsluiter van een nuttige en alweer leerrijke dag.
Ondertussen loop ik een flinke verkoudheid op, de onzuivere lucht van New Delhi heeft me in haar greep…